Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend
[pagina 324]
| |
Bijlage B.
| |
[pagina 325]
| |
De populariteit van het Wilhelmus is al spoedig groot geweest. Het oudste lied, dat als wijsaanduiding Wilhelmus van Nassouwe heeft is Ras seventien provincen, dat van 1572 is. Nog 16 andere liederen in het Geuzenliedboek geven deze wijsaanduiding. Ook overigens hebben we talrijke getuigenissen van de algemene bekendheid van het Wilhelmus, o.a. ook blijkende uit de drie Duitse vertalingen, de oudste van voor 1582, die Van Duyse noemt bl. 1622, 1623. Bij deze is ook afgedrukt de Franse vertaling van Fourmennois van 1581, waarvan het origineel op een vliegend blaadje zich in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage bevindt. Volgens Abel Eppens, Kroniek 579, ‘ys daeromme dat leedtlijn van den Prince in twe jaren uth alle munden und handen der onderdanen weder verswonden und ondergaen’. Dit is echter stellig onjuist. Eppens zegt dit naar aanleiding van de dood van de Prins. Welke twee jaren hij bedoelt, is niet volkomen duidelik. Maar in elk geval komt het Wilhelmus na 1584 nog zeer dikwels als wijsaanduiding voor, tot nog in 1596 toe. En in 1602 spreekt Verheiden nog van decantata illa cantilena: dat veel gezongen lied. Eppens drukt de hoop uit, dat het lied niet weer populair moge worden door Oranje's dood. Waarschijniik komen beide opmerkingen voort uit afkeuring van de verzoenende toon van het Wilhelmus tegenover de Koning.
Omdat ik weet, dat Kuiper aan deze meening nog al hechtte, heb ik hierin niets willen veranderen. Ik zou zeker in zijn geest handelen, als ik nu mijne meening hier liet volgen, want als echt wetenschappelijk man was het er hem niet om te doen gelijk te krijgen, maar om de waarheid te zoeken. Daarom heb ik alle vragen, die zich hierbij voordoen, nog eens grondig onderzocht, maar dat is een te omvangrijk stuk geworden, om het hier op te nemen. Dat zal ik dus elders mededeelen. |
|