Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend
[pagina 190]
| |
205.
| |
[pagina 191]
| |
Hier aen sullen moeten komen
Ga naar voetnoot61.
Sonder schromen, al die geen
Die nu sitten in gheween,
En haer Sant niet kennen dragen
65[regelnummer]
Sonder slagen, om die Kerck,
Tot haer eenich heylich werck.
Burgers vanden Bos en Heusden
Ga naar voetnoot67.
En daer't Geusden aende kant
Treet al mee: want elck zijn Landt
70[regelnummer]
Nu voortaen sal moeten wachten
Van verkrachten, dagh en nacht,
Dus wilt houden goede wacht.
Voorts die woonen op de dorpen
En in slorpen drabbich nat
75[regelnummer]
Om te werden vol en sat:
Boeren met haer dicke buycken
Die in sluycken, sonder cijs
'tBier, en drincken om den prijs.
Men sal u de kaes ontsetten
Ga naar voetnoot79.
80[regelnummer]
Wilt wat letten, op't Metael
Van u Thoorens al te mael
Of men souwer schut of-gieten
En beschieten, u daer mee,
Brengtse liever vroegh in stee.
85[regelnummer]
Nou jy Prachters
Ga naar voetnoot85. met u schelpen
Ga naar voetnoot+
Wilt mee helpen, onder d'Aerdt
Desen die jou heeft bewaert,
Voor de soljers en serjanten,
Die u Sancten niet en acht,
90[regelnummer]
En nou op jou mantels wacht.
Hier schijn-lamme luye boeven,
Die behoeven, wel een brief
In een doos tot u gherief
Om de Boeren te bedriegen
95[regelnummer]
En met liegen, aen de kost
Sacht te raken. Nou jy most
Al mee volgen dese stacy,
Met een gracy, of 't is niet,
Alsmen jou hier niet en siet,
100[regelnummer]
Voorts de vrienden hier vergeten
Zullen weten, elck syn plaets
Om te volgen dese maets
Ga naar voetnoot102..
Die hier meest is aen ghelegen
Gaet te degen, inden rou
105[regelnummer]
Datmen eens mach kennen nou
Wie de Treves meest beminde
En besinde boven't goedt
Datmen meest beminnen moet.
Ga naar voetnoot108:
Voort om datmen recht sou weten
110[regelnummer]
De secreten vande Mis,
En wat soo een Treves is,
Heb men op haer graff verheven
En beschreven meest haer doen,
Tot memory voor de goe'n,
115[regelnummer]
Mars die maeckt syn tuychjen vaerdigh
En seer aerdich hy hem spoort,
Want hy weet nog wel hoe't hoort
Hy begind vast op te rommelen,
En te trommelen om en t'om.
120[regelnummer]
Luyster, wachtje Boer ick kom.
|
|