Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend167.
| |
[pagina 84]
| |
Tvolck is moedich en rustich
Ga naar voetnoot23–28:
Tot den Vyant ghetreen
25[regelnummer]
Die hem deed deysen wat,
Graef Lod'wijcx Crychslien lustich
Hem op d'oude plaets d'een,
Wederom keeren rat,
Graeff Ernst volck stont prat
Ga naar voetnoot29.
30[regelnummer]
De nieu Geusen
Ga naar voetnoot30. niet weken,
Neemt moet
Monsieur Veer riep:
Gent quam ter zyd' ghestreken
Ga naar voetnoot32.
Wiens Ruyt'ry niet en sliep.
Zijn Excellentie vrome
Ga naar voetnoot34.
35[regelnummer]
Stelden t'Casquet opt hooft
En sprack, mannen tis tijt,
Datmen geen doot moet schromen
Godt Almachtich ghelooft,
Zal ons helpen met vlijt
40[regelnummer]
Elck Troup viel aenden strijt,
En hebbense soo gheslaghen
Den Vyandt inde vlucht.
Die hem van dees neerlaghe
Grootelijcks vint beducht.
45[regelnummer]
Daer end op ander plaetsen
Schier thien duysent Man bleeff
Wel twee duyst aen ons zijdt.
Zoo ghinght daer op een Caetsen
Ga naar voetnoot48.
Elck voor ander aendreeff
Ga naar voetnoot49:
50[regelnummer]
Om den buyt end t'proffijt
Spyt Paep Jan
Ga naar voetnoot51. diet benijt:
Albartus Aertzhertoghen
Ga naar voetnoot52
Van Oostenrijck doen sach
Zijn doot schier mee voor ooghen
55[regelnummer]
Twas hem een hart ghelach.
Veel Edelen end heeren
Meer danmen noemen mach
Zijnder ghebleven doot
Soo ginght op een schaepscheeren
Ga naar voetnoot59, 60.
60[regelnummer]
t'Bleeffer meest aende Pan
Men hieu, men stack, men schoot
Den Admirant hem boot
Ga naar voetnoot62.
Ghevanghen, die dick smaelden
Op den Hollantschen Kaes
65[regelnummer]
Die hy wel dier betaelden
Want twas vant nieuwe graes.
Comt eens Jantgien van Spaengien
Alst u lust wederom,
End deckt den Geus wat op
Ga naar voetnoot69.
70[regelnummer]
Hoe smaken u d'Oraengien?
Ga naar voetnoot70
Seigneur weest willecom,
Proeft Nederlants sopperlop
Ga naar voetnoot72.,
Papou die creech den klop,
D'ontrouw is daer vergolden
75[regelnummer]
Aen die Schotten ghedaen,
Die ghy T'oldenborch scholden
Ga naar voetnoot76.
End moortlijck hadt verraen.
| |
[pagina 85]
| |
Prince, Heer God Almachtich
Zijn Excellency gheeft,
80[regelnummer]
Wijsheyt, end goet verstant,
Dat hy wel end eendrachtich
Regeert soo lang hij leeft,
Tot rust vant Vaderlant,
Verknoopt Lis
Ga naar voetnoot84., Pyl en bant,
85[regelnummer]
Der Edeler Heeren Staten
Met een ghemeen spreekwoort,
Op Godt wy ons verlaten
D'Eer hem alleen toebehoort
Ga naar voetnoot88..
Ga naar voetnoot+
|
|