Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend166.
| |
[pagina 82]
| |
15[regelnummer]
Om dat
Nassou
Als een stout helt bevonden,
Hollandt ghetrou
Wil zijn tot allen stonden,
Die met ghewelt
20[regelnummer]
Mijn volck daer quam bestrijden,
Twelck my seer quelt
Nochtans moet ick het lijden,
Ick wilde wel voorwaer
Dat dese schans aldaer,
25[regelnummer]
Noyt en waer begonnen
Want tspel heb ick gherockt,
Maer den Geus seer verstockt
Die heeftet afghesponnen.
Gants seer onstelt
30[regelnummer]
Zijn nu al mijn Papisten,
Dat sy haer gelt
Daer aen gingen verquisten,
Maer tmeeste spijt
Het welck my seer gaat stooren,
35[regelnummer]
Dat ick t'verwijt
Van alle man moet hooren,
Ist Burgher ofte Boer
Elck een maeckt groot rumoer,
Ick en weet schier wat maken
40[regelnummer]
Mijn krijchsvolk onghefaelt,
Dat wil oock sijn betaelt,
Den krijch moet ick wel staken.
Och nu is al
Mijnen moet gants verloren,
45[regelnummer]
Ick ben ter pal
Ga naar voetnoot45.
Och was ick noyt gheboren,
Al mijn betrou
Dat is mijn afgheweken,
Die schanssen bou
Ga naar voetnoot49.
50[regelnummer]
In Vlaenderlant ghestreken
Ga naar voetnoot50.
D'een schans heet Fijlepijn
Ga naar voetnoot51.
D'ander Patiency
Ga naar voetnoot52. fijn,
Mijn fortres sterck van mueren
Vlaendren is nu gheschent,
55[regelnummer]
Nieupoort, Brug ende Gent,
Moghen dat wel besueren.
Mijn vreucht verdwijnt,
Couragie loopt verlooren,
Maer siet het schijnt
60[regelnummer]
Ick bender toe gheboren,
Ick heb den strick
Ga naar voetnoot61
Voor een ander ghehanghen,
Maer nu ben ick
Daer selver in ghevanghen,
65[regelnummer]
Och wat sal ick gaen doen,
T'hert sinckt my inden schoen,
Door angst ben ick verslaghen
Elck roept met vollen crop,
De clapmuts moet haesop
Ga naar voetnoot69.,
70[regelnummer]
Wie duyvel soudt verdraghen.
Mijn leven dach
Geen meerder verdriet mach sporen
Ick heb den slach
Ga naar voetnoot73, 74.
In Vlaenderlant verloren,
75[regelnummer]
Mijne macht saen,
Die is my nu ontnomen,
Ick mach wel gaen
Al na den Paus van Roomen,
Mijn Heere menichfout
80[regelnummer]
Verslaghen jonck en out
Dat mach ick wel beclaghen
Somma op dit termijn,
Isser wel drie dosijn
Ghevanghen en verslaghen.
| |
[pagina 83]
| |
85[regelnummer]
O Gulden Jaer
Zijn dit u schoone vruchten,
Dat ick dus swaer
In groot verdriet moet suchten,
Moet ick alleyn
90[regelnummer]
Dit cruys noch lang beerven,
Ick ducht certeyn
Dat ickt noch sal besterven,
Helpt my o Paus propijs
Ga naar voetnoot93.
Helpt Cardinalen wijs,
95[regelnummer]
Helpt ooc Bisschoppen mede,
Helpt Apten al ghelijck,
Helpt ghy Prelaten rijck
Helpt my in elcke steden.
Helpt Jacopijns
Ga naar voetnoot99.
100[regelnummer]
Helpt oock ghy Jesuijten,
Helpt Augustijns
Helpt al ghy Carmelijten,
Helpt oock ghy Prioors
Helpt Paters hooch verheven,
105[regelnummer]
Helpt meed Pastoors
Helpt nichten ende neven,
Helpt Minnebroeders seer groot
Helpt oock Carthuysers bloot,
Helpt Nonnen wilt u rasschen
Ga naar voetnoot109.
110[regelnummer]
Helpt Paep en Coster fijn,
Helpt Monnick ende Bagijn
Oft t' vet loopt
Ga naar voetnoot112. al in
dasschen.
Ga naar voetnoot112:
|
|