Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend
[pagina 244]
| |
106.
| |
[pagina 245]
| |
Den Turck die coemt al met ghewelt,
Met dry hondert duysent man is hy te velt,
Te voet end oock te Peerden,
Hy heeft gewonnen, tzy u vertelt,
30[regelnummer]
Twee steden van grooter weerden.
Lagoulette
Ga naar voetnoot31. ende Thoenis sijn die Steden genaemt
Daer binnen was so menigen Italiaen,
Bisschoppen, Cardinalen, Spaensche gesellen,
Die zijn daer gebleven, wilt dit verstaen,
35[regelnummer]
Die en sullen ons hier niet meer quellen.
Als den Spaenschen Raet dit heeft vernomen,
Ras zijnder Posten
Ga naar voetnoot37. in Brabant gecomen,
Dat sy doch souden accordeeren,
Dat den Prince van Oraengien tot zijnder vromen
40[regelnummer]
Den Turck soude helpen keeren.
Den Prince van Oraengien triumphant
Godt sal hem gheven wijsheyt en verstant,
Op dat Gods Woort tot desen stonden,
Mach gepreect worden aen elcken cant,
45[regelnummer]
Liever Turcks dan Paus bevonden.
Al is den Turck gheen Christen genaemt,
Hy en heeft niemant om tgeloove gebrant,
Als die Papisten doen alle dage,
Herodes en was noyt sulcken tyrant,
50[regelnummer]
Noch was het niet naer Gods behagen.
Prince die ons nu dit eerstmael sanck,
Sijn herte was vrij ende vranck,
Maer Jonckheyt doet hem dolen,
Den gheest is willich, dat vleysch is cranck,
55[regelnummer]
Hy hopet noch te onderhouden
Ga naar voetnoot55..
|
|