Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend73.
| |
[pagina 175]
| |
Amsterdam.
Ick en had u niet begheven
O ghy Enchuysen coen,
Maer den Coninck had geschreven
20[regelnummer]
Dat ick dat moeste doen,
End oock om te beschermen
Het heylich Roomsche Rijck,
Al ist dat die Landen dus verarmen
Sy en hebben gheen ghelijck.
Enchuysen.
25[regelnummer]
De Coninck van Hispaengien
Sal oock ons Coninck zijn,
Maer de Prince van Orangien
Onsen Stadthouder fijn.
Met hem so willen wy strijden
30[regelnummer]
Het is een Christen man,
Gods woort tot desen tijden,
Dat nemen wy met hem an.
Amsterdam.
Wilt ghy den Prins beminnen
Hy can u helpen niet,
35[regelnummer]
Dus wilt u wel versinnen
Of u naect noch verdriet:
Aenmerckt Haerlem de Stede,
Hoe sy ghevaren is,
En noch wel ander mede,
40[regelnummer]
Wy zijn u veel te fris
Ga naar voetnoot40..
Enchuysen.
Dat ghy dees Steden hebt gewonnen
Het coemt al anders by,
Ghy hebt altijt begonnen
Met u verradery,
45[regelnummer]
Twelck u Papen en Cardinalen
Hebben seer fray gheleert,
Maer hier naer sult ghijt betalen
So verre ghy niet bekeert.
Amsterdam.
Hoe souden wy andersghelooven
50[regelnummer]
Als ons Voorouders deen?
Neen, al soude comen boven
Den alder ondersten steen,
Al souden wy oock verliesen
Dats onsen Stadt gheheel,
55[regelnummer]
So sullen wy altijts kiesen
Tweedracht ende crackeel.
Enchuysen.
Amsterdam ick woudt u raden
Dat ghy thooft legt inden schoot,
En valt aen ons ghenaden,
60[regelnummer]
So hebt ghy gheenen noot,
U backen en u brouwen
Ga naar voetnoot61:
Dat is toch al ghedaen,
Die Zee sullen wy inhouwen,
Ghy conter ons niet uut slaen.
Amsterdam.
65[regelnummer]
Al hebdy nu ghegrepen
Onsen Stadthouder net,
Met een deel van onse Schepen,
Wy willen noch al bet,
Ga naar voetnoot68:
Wy dorvent noch wel waghen,
70[regelnummer]
Al waerdy noch so quaet
En hopen in corte daghen
Te verwinnen onse schaet.
Enchuysen.
Coemt vry uut met uwen spinnen
Ga naar voetnoot73:
Wy setten u in ons deer,
Ga naar voetnoot74:
75[regelnummer]
Ghy sulter gheen prijs met winnen
Als op die Haerlemmer Meer,
Ten sal u niet ghebueren,
Al quaemdy noch so fel,
Wy hebben binnen ons Mueren
80[regelnummer]
So menich fray Bootsghesel.
| |
[pagina 176]
| |
Amsterdam.
Godt is wonderlick in zijn wercken,
O ghy Enchuysen spreeckt niet bout,
Hy helpt altijt den stercken
Elcken seer menichfout,
85[regelnummer]
Spangiaerts ende Walen
Die staen ons oock ter handt,
Wy connen oock wel halen
Den Hoochduytsman in het Lant.
Enchuysen.
Amsterdam ghepresen
Laet doch sulck roemen staen,
90[regelnummer]
Ghy moet bedorven wesen,
Ghy hebbet u selfs ghedaen,
Om dat ghy gaet versaken
Uwen Edel recht Lantsheer,
En stelt al u vermaken
95[regelnummer]
In
Duckdalba den Verreer.
Amsterdam.
Is
Duckdalba een Verrader
Wy kennen hem voor goet,
Ghy hebter noch wel quader
Daer ghy me te Velde moet,
100[regelnummer]
Nu willen wy swijghen stille
Laet varen dese quest
Ga naar voetnoot101.,
Ghebruyckt al uwen wille
Wy sullen oock doen ons best.
|
|