Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend
[pagina 39]
| |
21.
| |
[pagina 40]
| |
Tgeloove is een gaef van Godt
hoe is de mins dan aldus sodt;
dat hyt in dwingen wil mit cracht
hoe veel zijnder ter doot gebracht
35[regelnummer]
al mit het water swaert en vier
dit oock is geen Christen manier
Al maect de minsch veel mont geva
Ga naar voetnoot37.
zijn reden is een vont niet waer
Ga naar voetnoot38.
hy blyft vol boosheyt en bedroch
40[regelnummer]
dies machmen nu wel seggen och
dat hy al op een ander siet
zijn eygen faut en merct hy niet.
Ghy [sijt] so paulus heeft ghebrieft
malcander schuldich niet dan lieft
Ga naar voetnoot44.
45[regelnummer]
noch spreect Christus gebenedijt
daer an bekentmen talder tijt
dat ghy mijn lieve iongers bint
als ghy malcander recht be mint
De vader sprack mit woorden schon
50[regelnummer]
dit is myn lieffste beminde soon
daer in ick hebbe behagen,, goet,
de al ons smert ons plaghen,, boet
hoort hem alleen hy leert u best
betrout op hem int eerst int lest.
55[regelnummer]
Bidt dat dees prins sterct u gheloof
ick weet hy sal niet wesen doof
so veer als ghy op hem betrout
hy sal verhooren ionch en out
duecht volstandich altijc blijft
60[regelnummer]
also Gods woort ons claer beschrijft.
|
|