Geschiedkundige beschryving van de maan, deszelfs inwooneren en zyn beste regeerings-vorm in een tydvak van 4500 jaaren
(1794)–Anoniem Geschiedkundige beschryving van de maan– Auteursrechtvrij§. 64.By deeze ellende (§. 62, 63.) voegde zich nog eene derde, welke even zeer nadeelig was. Ik heb in de voorgaande (§.) verhaald, dat op dien tyd, welke de Maan-burgers de gouden Eeuw noemen, de Stadhouder alle dagen met twaalf persoonen at, waarvan zes zyne Raaden, maar de zes anderen, Vreemdelingen waren, en dat deeze Vreemdelingen | |
[pagina 50]
| |
voor het meestendeels uit Burgemeesteren van grooter en kleiner Steden, Richters en andere Geleerden bestonden. (§. 34, 35.) 't Kwam 'er hierby in 't geheel niet op aan of deeze mannen van Adel waren; 't was genoeg, zo ze slechts deugd en verstand bezaten en de kundigheden van den Vorst konden uitbreiden. Dit gebruik veroorzaakte in waarheid, dat de Stadhouder zonder moeite en tydverspillinge vernam, wat in zyn land in de verafgelegenste en meest verhoolen hoeken voorviel, hoe het met de oeffening van recht en gerechtigheid overal geschapen stond. Hoe de Drost en Adelyken hunne onderdaanen en medeburgers behandelden, en hier kwam nog een ander voordeel by, dat de Stadhouder door meenige geleerde woordwisseling van tyd tot tyd in kundigheden toenam. - |
|