gestaan hebben, wanneer ik zag, dat men uit dien hoofde meenigmaalen eene koei,waarvan man en vrouw en nog eenige kinderen moesten leeven, het eenigste eigendom wat zy bezaten, weg nam en verkocht, ten einde de Vorst zyne schattingen konde erlangen. Hadt de Monarch de traanen gezien, welke de moeder en de arme onnozelen hongerige kinderen weenden, hy zoude met hun hebben moeten schreijen; maar hy zag het niet, hy bleef 'er onkundig van en wist het niet.