Geschiedkundige beschryving van de maan, deszelfs inwooneren en zyn beste regeerings-vorm in een tydvak van 4500 jaaren
(1794)–Anoniem Geschiedkundige beschryving van de maan– Auteursrechtvrij
[pagina 36]
| |
§. 47.Maar wat in dit opzicht in hun hart omging, vertrouwden zy nog niet openlyk te zeggen. De Schoolen in de Maan maakten de menschen nog te veel doorziende, (§. 37, 38.) en de opgeblaazen trots hadt de koenheid nog niet, om de waarheid uit haaren zetel te verdringen. Nog spraken de gemeene Maan-burgers uit een open hart. Wy waren 't, die de Vorsten en de Stenden alleen om die reden verhieven, om hen in die eerbedieningen te stellen, ten einde ons geluk beter konde gevestigd worden. (§. 32.) Nooit hopen wy, dat zy onze goedheid van hart zullen misbruiken, uit de hoogte op ons nederzien en vertrouwen, dat zy in de daad beter zyn, dan wy. Alleen deugd, verstand en arbeidzaamheid verheffen den mensch. (§. 25.) Wanneer de Vorst ons in dit stuk te boven gaat, dan is hy voortreffelyker dan wy. Maar koomt hy hier in by ons te kort | |
[pagina 37]
| |
dan zyn wy ook edeler, dan hy. Zo oordeelt God over de menschen, en de Goddelyke vonnissen zyn onfeilbaar. (§, 26.) Wie anders van de Godheid denkt, is een Godslasteraar. |
|