Geschiedkundige beschryving van de maan, deszelfs inwooneren en zyn beste regeerings-vorm in een tydvak van 4500 jaaren
(1794)–Anoniem Geschiedkundige beschryving van de maan– Auteursrechtvrij
[pagina 27]
| |
omstandigheden. De oorzaak daar van was, dat men eene goede inrichting in hunne schoolen hadt en der leergierige jeugd een duidelyk denkbeeld van een waren Held en een Volksverwoester gaf, denkbeelden, welken hun eeuwig, zo lang zy leefden, aankleefden. De Leermeester sprak ten naasten by op volgende wyze: zo wel de Held als de Verwoester wagen beiden, in geval van nood, hun leven; zy hebben beiden moed, beiden offeren zy hun leven op, als zy 'er door de omstandigheden toe genooddwangd worden. Hier in verschilt de een van den anderen niet. Maar de Held is vol van menschenliefde en bestendig rechtvaardig. Nimmer ontvonkt in hem de begeerte naar tydelyke goederen, welken hem niet toebehooren: wordt de gerechtigheid, de vryheid des volks, de onschuld onderdrukt, straks is hy aldaar gereed. Hier trekt hy den degen, om de boosheid te straffen. Hy waagt zyn leven manmoedig voor het welzyn zyner | |
[pagina 28]
| |
medemenschen en van het land zyner inwooninge. Maar een geheel andere ziele ontdekt men by den Verwoester. Hy zoekt vreemde landen, waarop hy geen recht heeft, te veroveren. Men kent hem daar aan, dat hy de onschuld niet verdeedigt, noch de gerechtigheid handhaaft; dat hy, bloot uit eigenbelang, oorlogen aansteekt, dat hy hun, die van de zwakste party zyn, onder den duim houdt, dat hy zyn' nabuur onverwachts op het lyf valt; met korte woorden, dat hy eigenbaatzuchtig, onrechtvaardig en zonder wezenlyke menschenliefde is. Eugenius en Kartouche leveren op deezen Aardbol twee zulke onderscheiden karakters van menschen op. |
|