Kroniek van de abdij van Sint-Truiden. Deel 2. 1138-1558
(1988)–Anoniem Gesta abbatum Trudonensium– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 272]
| |
ToevoegingGa naar eind64Opdat de herinnering aan wat vroeger gebeurde niet zou uitgewist worden door de tijd - want de tijd knaagt daaraan - past het gebeurtenissen, die de herinnering waard zijn, voor het nageslacht op te tekenen. In het jaar van de Heer 6668, volgens een jaartelling die algemeen gebruikelijk is bij de kroniekschrijvers, in het jaar 5421 volgens de telling van de Hebreeërs en de omrekening van de H. Hieronymus, in het jaar 1469 na Christus op 7 maart, derde dag na zondag ‘Oculi’,Ga naar eind65 om 9 uur, onder het pontificaat van Paulus II, onder de regering van de Rooms-keizer Frederik III, onder het primaatschap van de Franse koning Lodewijk XI, in de tijd dat Edward IV over Engeland heerste tegelijk met koning Hendrik VI, die nu in de kerker is opgesloten, onder het koningschap van Hendrik in Castilië en Leon, van Alfons in Portugal, van Jacobus III in Schotland, van Johannes in Aragon en Navarra, van Ferdinand, koning van Sicilië door afstamming, van René, hertog van Anjou, die ook titulair koning was van Sicilië en Aragon, toen Lodewijk van Savoye tegelijk met de inlandse Jacobus koning was in Cyprus, toen Christiaan koning was van de Denen, van Noorwegen en Zweden, toen Carinus koning was in Polen,Ga naar eind66 toen de oorlogszuchtige ridder Mathias het koningschap over Hongarije, Dalmatië en Croatië had verworven, toen de indringer George, die geen erfelijke aanspraak op een koninkrijk kon doen gelden, de koningstroon in Bohemen bezet hield, toen, met de gratie van God, Karel hertog was van Bourgondië, Lotharingen, Brabant, Limburg, Luxemburg en onlangs graaf was geworden van Vlaanderen enz., in de aanwezigheid van illustere telgen, de eerbiedwaardige vader in Christus dom Louis de Bourbon, door de genade Gods bisschop van Luik, hertog van Bouillon, graaf van Loon, van Guy van Brimeu, | |
[pagina 273]
| |
heer van Humbercourt, als afgevaardigde van de genoemde heer de hertog van Bourgondië, gouverneur en voogd van het Land van Luik en het graafschap Loon, deed Arnold van Beringen, na het aftreden van dom Hendrik van Koninksem, die vóór hem abt was, en na bekrachtiging door de paus, door de Goddelijke Voorzienigheid abt, zijn plechtige intrede in de stad van Sint-Trudo; door de voltallige clerus, door de stadsmagistraat en het volk werd hij met grote vreugde ontvangen; door de eerwaarde Johannes, bisschop van Liberia, suffragaan van de Luikse heer, in aanwezigheid van de eerwaarde heren abten GerardGa naar eind67 van Floreffe en SigerGa naar eind68 van Heylissem, die in priestergewaad waren gehuld, werd hij in de abdij en de kerk van de H. Trudo gewijd, in het 780ste jaar na het overlijden van de H. Trudo, glorierijk belijder. Bij deze wijding van abt dom Arnold waren aanwezig de eerwaarde in Christus, de bisschop van Luik, heer, overste en beschermheer van bovengenoemde, bovendien vele anderen, ridders, edelen, tevens doctors, licentiaten, magisters en andere geleerde en wijze mannen. Moge God, Die gezegend is tot in de eeuwen, Zich gewaardigen door de verdiensten van de H. Trudo, van heilige mannen en vrouwen, de nieuwe abt lang te bewaren in rust, vrede en voorspoed. Amen. |