Kroniek van de abdij van Sint-Truiden. Deel 2. 1138-1558
(1988)–Anoniem Gesta abbatum Trudonensium– Auteursrechtelijk beschermdGesta van abt Johannes II1. 25 mei 1232Toen in 1232, tijdens het derde bisschopsjaar van Johannes, Libertus als abt aftrad, werd Johannes, abt van Saint-Laurent te Luik, op 25 mei tot zijn opvolger aangesteld, met behoud van het beheer van Saint-Laurent. Bij geldleners te Troyes ging hij voor de duur van drie jaar een lening aan van 2500 pond Tournoois. In het vierde jaar, toen hij de terugbetaling van deze lening had nagelaten, maakte de abt zelf met de Lombarden een eindafrekening; kapitaal, interest en onkosten meegerekend, was onze abdij de geldschieters 6200 pond Tournoois verschuldigd, te betalen binnen de vier jaar. Van die som betaalde de abt aan de Lombardische geldleners halverwege de termijn 2700 pond zwart Tournoois. Zo bleef ons klooster, na het overlijden van de abt, aan deze Lombarden nog altijd 3540 pond Tournoois schuldig, afgezien van de interest. | |
1233 Inlassing.De Kerk van Luik, die de Christelijke tijdrekening tot nog toe liet aanvangen met het Paasfeest, paste zich in het jaar 1233 aan de tijdrekening van de Kerk te Rome en te Keulen aan en liet de kalender van dan af aanvangen bij de geboorte van Onze Heer.Ga naar eind41 | |
1238 Inlassing.In 1238 overleed te Luik bisschop Johannes II; tot zijn opvolger werd Willem van Valence verkozen en door paus Gregorius gewijd.Ga naar eind42 | |
[pagina 94]
| |
in vrede overleed. Hij leidde deze abdij gedurende zeven jaar en zes maanden. | |
3.In datzelfde jaar leenden prior en convent van de Lombarden door bemiddeling van Gilles de Lavoir, een Luikenaar, 800 pond Parisis, die een waarde vertegenwoordigden van 1200 pond Tournoois. |
|