Geschenk voor Nederlands jufferschap(1789)–Anoniem Geschenk voor Nederlands jufferschap– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Minvane. Zij boog zich, treurig blozend, heiên Van Morvens velden, over 't meir, Bedekt met zwarte wolken; zag - Den Jongling in zijn rustig; och! - Waar zijt gij, Rijno waar? - De donkre blikken spraken: dood! Bleek vloog de Held de wolken in; In 't gras, op Morvens heuvlen klinkt Zijn stem zwak in den wind! - Zoo zonk dan Fingals zoon daarheên, Op Ullin's veld, met mosch begroeid; Sterk was die arm, waardoor hij viel: - Wee mij, ik ben alleen! Alleen wil ik niet langer zijn: - Niet lang, ô winden! die mij thans Mijn bruine lokken wappren doet, Zal de adem mijner zuchten zich Vermengen met uw stroom; weldra Vinde ik, naast Rijno rust! [pagina 40] [p. 40] 'k Zal hem niet meer, met edlen gang Te rug zien keeren van de Jagt - Minvane's lied treurt in den nacht, En zwijgen woont om Rijno! - Waar is uw booge, Rijno? waar Zijn uwe bonden, waar uw schild? Het sterke schild? waar is uw zwaard? Een snelle bliksemschicht gelijk; Waar uw bebloede speer? Ach - 'k zie ze in 't schip, geheel verstrooid, Met bloed bevlekt - geen wapens zijn In de enge, donkre woning, daar Mijn Rijno duister woont! Wanneer breekt weêr de morgen aan, En roept, ‘op Koning! op ter Jagt? De Jagers buiten roepen u, De hinde is u nabij!’ Weg, weg, schoonlokkige uchtendstond, De Koning, in zijn sluimring, hoort [pagina 41] [p. 41] Uw stem niet; - neen - de hinde hupt Moedwillig over 't eenzaam graf - Om Rijno woont de dood. Ik echter, daal, met zagten tred Hier, in uwe enge woning neêr, Hier zal Minvane, in stille rust Zagt sluimren naast heur Held. Dan zal der Meisjens schaar rondom Haar zuster zoeken; - nergens zien - Dan zingen zij haar treurgezang; 'k Hoore echter u, ô Meisjens! niet; Ik slaape zagt met Rijno. Vorige Volgende