Germania. Jaargang 7(1905)– [tijdschrift] Germania– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Schiller-Vizioenen. Bij de 100ste verjaring van Schillers afsterven te Weimar 9 mei 1805. door Prof. O. Wattez (Doornik). Schiller! Hoe klinkt dat woord Betoov'rend schoon door alle landen! Eerbiedig wordt het aangehoord, Tot zegen strekken zich de handen. En lof en blijheid spreekt de mond, De harten kloppen, de oogen gloeien, De ziel beleeft een weeldestond, Waaruit de vizioenen bloeien. Natuur toont zich in kleurenpracht, Het klokkenlied klinkt vroom in de ooren, Bedwelmend ons zoo mild en zacht Met levensdroomen, vol bekoren. De herder zingt zijn Alpenlied, De donder rolt, lawinen ruischen, Van 't bergenmeer de baren bruisen, Ginds rijst de Rütli in 't verschiet. [pagina 360] [p. 360] Het groen der hoop is blij ontloken, Het blauw der vreugde spreidt zijn glans, Het licht der vrijheid is ontstoken, De zonne gloeit aan d'ethertrans. En licht op 's dichters wiek gedragen Stijgt onze geest ter sterrensfeer - Een lichtgod op een zonnewagen, Die vaart door 't blauwe hemelmeer; Die vaart naar 't rijk der idealen, Waar hooger zielevreugde troont, Veel verder dan de sterren stralen, Waar ons een lieve Vader woont. Vorige Volgende