| |
| |
| |
[Nummer 6]
| |
De Vlamingen te Doornik
In de aloude waalsche stad Doornik hebben zich de daar wonende Vlamingen tot een vlaamschen kring aaneengesloten onder de leiding van onzen ijverigen medewerker Prof. O. Wattez, die er het hoofd en de ziel van is. Deze kring heeft nu een eerste jaarschrift laten verschijnen dat blijken geeft van krachtig leven en werkzaamheid. Wij nemen dit over om onze lezers, vooral in 't buitenland toetelaten rechtstreeks kennis te maken met die verdienstelijke inrichting en zich met ons te verheugen in dit nieuw en onvervalscht bewijs van de ontwikkeling en toenemende kracht van het vlaamsch bewustzijn buiten het vlaamsche land. Onzen groet en heilwensch aan den stichter en zijn kring.
De Redaktie.
| |
Aan de Vlamingen!
Voor de eerste maal laten wij het jaarlijksch verslag over de werkzaamheden van den Vlaamschen kring te Doornik in een jaarschrift verschijnen en drukken de hoop uit, dat dit later een maandblad zou worden, gewijd aan de belangen der Vlamingen in Doornik en het omliggende. Die Vlamingen zijn honderden, en zij zijn in aanraking met de duizenden, welke hier dichtbij over de grenzen wonen, in de bedrijvige Fransche steden Rijsel, Roobaais en Toerkoenje en in het gansche Noorder-departement van Frankrijk.
Zoo een blad zou niets dan goed te weeg brengen.
Nederig beginnen wij dus met een jaarschrift, in de overtuiging, dat de kleinste scheepjes de grootste havens binnenvaren.
| |
| |
Sinds lang heeft de Vlaamsche kring, in 1890 te Doornik tot stand gekomen, zich bij de Vlaamsche beweging aangesloten. Hij wil wat deze wil: verheffing van zijnen stam door eigen taal, en in goede verstandhouding blijven met de Walen, die Fransch spreken.
Boven alle partijbelangen, stelden de leden van onzen kring, die tot alle politieke gezindheden behooren, het Vlaamsch-zijn, wel wetende dat het Vlaamsche vraagstuk niet kan opgelost worden dan door de oprechte samenwerking van alle Vlamingen. In onzen kring kennen wij geene liberalen, noch katholieken, noch democraten, alleen Vlamingen, en wij eerbiedigen ieders denkwijze.
Wij, Vlamingen in het Walenland, streven met onze broeders uit de Vlaamsche provinciën mede, voor het verkrijgen eener Vlaamsche Hoogeschool te Gent, voor het stemmen der Coremanswet, om een beter Vlaamsch onderricht in de vrije onderwijsgestichten te bekomen, ja, die wet zelfs uit te breiden tot de vrije gestichten in het Walenland, als voor de staatsgestichten, Atheneums en middelbare scholen het geval is. In deze gestichten in het Walenland zijn het Vlaamsch en het Duitsch bijna overal verplichtend, behalve te Aarlen en te Verviers, waar het Duitsch vooraan staat en het Vlaamsch op den tweeden rang komt. Dat is niet zoo in de vrije gestichten.
De Vlaamsche kinderen in het Walenland, die de vrije gestichten bezoeken, hebben ook hun recht, en hebben er belang bij in het Vlaamsch onderwezen te worden, zoowel als de Waalsche kinderen in het Fransch te Antwerpen en te Gent. België is een tweetalig land; men diende het niet te vergeten en een Vlaming moet evengoed in zijne taal worden te woord gestaan in het Walenland als in Vlaanderen, als hij in posterij of spoorwegbestuur of elders moet bediend worden.
Door het gansche land staan op alle gebouwen van post- of spoorwegbestuur de opschriften in beide talen. Binnen wordt de aanvrager niet altijd in beide talen bediend. Dan is zoo' n opschrift bedrieglijk, en dat is bijna hetzelfde als met het bekende
| |
| |
‘English spoken’ aan zekere huizen. Als men er binnen komt om in die taal bediend te worden, ondervindt men algauw dat het alleen de bezoeker is, die de aangekondigde taal spreekt.
In een woord, wij willen de volledige gelijkstelling in alle besturen van beide landstalen: Nederlandsch en Fransch, en eerst en vooral een degelijk Vlaamsch onderwijs voor onze kinderen.
Dat men ons niet kome tegenwerpen: dat is tegen de vrijheid, of dat strijdt tegen de grondwet. Bij alle beschaafde volkeren is de vrijheid ingekort door het wetboek, en in België vormen de vijf wetboeken een dikke bundel.
Wat de grondwet betreft, men heeft het wel grondwettelijk gevonden aan alle Vlamingen het Fransch op te dringen in alle ambten, besturen en onderwijsgestichten, het zal dan ook wel grondwettelijk zijn, meenen wij, evenveel voor het Nederlandsch te doen.
Dat zou de eerste wet moeten zijn in een tweetalig land.
| |
Vlaamsche Kring van Doornik.
Algemeen verslag over het bestuurjaar 1904.
Bestuur
Voor 1904 bestond het bestuur uit de Heeren: Omer Wattez, voorzitter; Alfons Tijssen, ondervoorzitter; Albrecht Van de Walle, schrijver; Victor André, kashouder en Hendrik Woumans, Julius Scheefhals, Julius Degin, Adolf Vercruysse, Maurits Venneman, Armand Smedts, leden.
De heeren Egidius Van der Haegen, ouderdomsdeken, Theofiel Brackelaire en Jan Meerbergen, voorzitter en schrijver-kashouder der spaarafdeeling, zetelden met raadplegende stem.
| |
Beweging van het ledengetal
De Kring, telde, op 31 december 1904, 5 eereleden en 68 werkende leden. Veertien nieuwe leden werden in den loop van het
| |
| |
jaar aanvaard, twee leden namen hun ontslag voor reden van vertrek. Een lid is overleden: de betreurde Egidius Van der Haegen, ouderdomsdeken. Zooals naar gewoonte werd er eene rouwkroon op het graf neergelegd en de schrijver, in afwezigheid des voorzitters, sprak hem het laatste vaarwel toe.
| |
Spaarkas
De spaarkas, welke sedert 12 jaren onder de leden van den Kring bestaat, sloot in September laatsteden hare derde vierjaarlijksche oefening 1900-1904. De kas is zeer bloeiend geweest, en uit het verslag des heeren Jan Meerbergen, kashouder blijkt het dat gedurende dit tijdperk: ‘De totale ontvangsten’ (stortingen, winsten en boeten)
beliepen tot de som van fr. 2,541.65 |
en de uitgaven tot de som van fr. 2,391.75 |
Het in kas in September 1904 was fr. 149.90 |
De eigenlijke waarde der loten van fr. 2,110.75 |
dus met het in kas van van fr. 149.90 |
was de te verdeelen som van fr. 2,260.65 |
Elk lid kreeg 98 fr. 60 terug, de boeten niet inbegrepen, de kas begon in 1900 met 30 leden, en eindigde in 1904 met 22 leden. De boeten beliepen tot de som van 104 fr. 75. Ieder deelnemer bezat een aandeel waarvoor hij 2 fr. per maand stortte.
Met het bedrag der boeten werd den deelnemers een avondmaal aangeboden, en den heer Meerbergen een uurwerk als geschenk ter herinnering aan de zorgvuldigheid waarmede hij gedurende de 4 jaren de Kas beheerd heeft.
Onmiddellijk na de verdeeling werd de kas op nieuw voor 4 nieuwe jaren ingesteld; hare standregelen werden een weinig gewijzigd, zoodat nu ieder lid 1, 2 of 3 aandeelen van 2 fr. per maand mag nemen.
De Spaarkas van den kring is de kern der inrichting, het voornaamste zijner raderen; ook deed de Voorzitter bij elke gelegen- | |
| |
heid uitschijnen, hoe wenschelijk het ware er alle leden te zien deel aan nemen.
| |
Vergaderingen.
Nogmaals moeten wij bekennen dat onze maandelijksche vergaderingen, buiten de spaarders, door de andere leden maar schaars bijgewoond werden. Nochtans wordt er getracht ze zoo aantrekkelijk mogelijk te maken, en spaart de voorzitter zich geene moeite om op elke zitting de leden op de hoogte der Vlaamsche beweging te houden.
Voorzitter en schrijver hielden ook voordrachten over reizen, welke zij gedaan hebben, en over kongressen.
Door den heer Kunnen werd gesproken over het oude Nederlandsche lied.
| |
Boekerij.
In de boekerij is er geene verandering gekomen. Het bestuur betreurt zeer, dat er zoo weinig boeken gelezen worden; zelfs de dagbladen en tijdschriften worden maar door enkele getrouwe bezoekers gelezen.
| |
Geldwezen.
De geldelijke toestand van den Kring is voldoende, niettegenstaande onze geringe bijdrage van 2 frank 's jaars. Uit het verslag der rekeningen van den heer Victor André, kashouder, blijkt dat:
De ontvangsten beliepen tot |
fr. 174.51 |
De uitgaven beliepen tot |
27.45 |
En het in kas op 31 december was |
147.06 |
Daarenboven bezitten wij een stadslot dat wij sedert verscheidene jaren zorgvuldig bewaren. Er dient opgemerkt te worden dat er voor een 50 tal frank rekeningen van 1904 in de uitgaven niet voorkomen, omdat ze op 31 December nog niet ingediend waren; deze zullen dan in de begrooting voor 1905 opgenomen worden.
| |
Feesten.
Sedert onze bijdrage op 2 frank per lid gesteld werd, kan de Kring maar moeilik meer de kosten op zich nemen om toonkundige
| |
| |
avondstonden in te richten. De gezellige avondmalen worden bij inschrijving gedaan. Nochtans noodigde de Kring de leden en hun gezin op een muziekfeest met voordracht door M.E. de Veen uit Brussel op Zondag, 5 Februari 1905, om 4 uren namiddag.
| |
Vlaamsche Beweging.
Dank zij den ijver en de warme vaderlandsliefde van onzen voorzitter is onze Kring in de taalbeweging ingewerkt en menigvuldig zijn de gelegenheden geweest, waar onze bescheiden medewerking voor de goede zaak plaats greep, onder andere: het vlugschrift van den heer Wattez over den toestand der Vlamingen in 't Walenland, uit het tijdschrift Germania overgedrukt en te allen kanten in het Walenland verspreid;
Het deelnemen van de h.h. Omer Wattez, Alfons Tijssen, A. Smedts en J. Meerbergen aan het Nederlandsch Congres te Deventer en andere congressen en vergaderingen, waar er over onze taalbelangen gehandeld werd.
Het aansluiten van een tiental leden bij het Algemeen Nederlandsch Verbond en hunne inschrijving op het maandblad Neerlandia;
De in het kort zeer waarschijnlijke stichting van eenen Doornikschen tak van het A.N.V. De deelneming van verscheidene leden aan den landdag van het Nationaal Vlaamsch Verbond;
De talrijke inschrijvingen laatst door onze leden genomen op het blad De Vlaamsche Strijd;
Het onlangs vormen van eenen groep vrijwillige inschrijvers op Nederlandsche en Duitsche tijdschriften over kunst en letterkunde met het doel de aangeworvene jaargangen aan de boekerij te schenken.
Het reeds aanzienlijk getal Vlaamsche bladen van alle denkwijze die hier ter lezing liggen.
Dit zijn de feiten, die bewijzen, dat wij op Vlaamsch gebied niet onwerkzaam bleven.
En daarbij moet men nog zeggen, dat, dank zij den takt der H.H. Wattez en Jan Tijssen ook de Doornikers niet vergeten,
| |
| |
dat er alhier een Vlaamsche kring bestaat, die de Vlaamsche kunst bemint en weet hoog te schatten.
Al de leden van den Kring hebben, in deze hoedanigheid, eene uitnoodiging ontvangen van den heer senator Stiénon du Pré, voorzitter der Muziekmaatschappij van Doornik, om op zondag 22 Januari 1905, ten 4 uur, in de Lakenhalle, de uitvoering bij te wonen van Peter Benoit's ‘Rubens-Cantate’. Dus voor de 2de maal hebben wij het meesterstuk van den gevierden maëstro hier kunnen hooren en toejuichen, en talrijk waren we daar aanwezig om te laten zien dat de Vlamingen, in welke streek zij zich ook bevinden, hunne taal en hunne kunst lief hebben en hunne groote mannen weten te vereeren.
| |
Ontwerpen voor de toekomst
De Vlamingen, in Doornik verblijvende, aanwakkeren om aan hunne taal en moederland getrouw te blijven, mag niet het eenig doel zijn van den Kring; er moet ook gezorgd worden dat diegenen onzer stamgenooten, welke alhier door ongeluk of ziekte aangetast worden, een weinig kunnen geholpen worden. Hierom zijn er ontwerpen ter studie, die weldra zullen ten uitvoer gebracht worden: alzoo het inrichten van eene hulpkas om in geval van ziekte of onbekwaamheid tot werken, de noodige zorgen te kunnen verleenen van den geneesheer, het aanschaffen van geneesmiddelen en toekennen van eene dagelijksche tijdelijke schadeloosstelling, alsook het aansluiten der leden bij de Algemeene Lijfrentkas onder de waarborg van den Staat, door het vormen eener pensioen-afdeeling; en ook het stichten van een klein maandblad.
| |
Slot
Dat is de kortbondige opsomming van hetgeen er in dit jaar gedaan werd. Dit aan de getrouwe bezoekers van den Kring herinneren is nuttig; maar het aan de afwezigen bekend maken is noodig. Hierom denkt de verslaggever, dat ten eerste, het verslag aan al de leden zou moeten uitgedeeld en ten tweede,
| |
| |
zoo veel mogelijk aan al onze Vlaamsch sprekende medeburgers, in Doornik en omstreken gevestigd, gezonden worden. Dit zou alzoo het eerste nummer zijn van het eerste blad, dat in onze taal te Doornik verschenen is, in afwachting dat het een maandblad worde, waarin wij geregeld onze stamgenooten de noodzakelijkheid en de voordeelen onzer vereeniging in stoffelijk en geestelijk opzicht zouden kunnen doen uitschijnen.
Moge de toekomst onze plannen begunstigen!
De schrijver-verslaggever,
A. Van de Walle.
|
|