Germania. Jaargang 7
(1905)– [tijdschrift] Germania– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVerscheidenheden.President SteynGa naar voetnoot(1). - Tijdens de drie dagen die President Steyn te Antwerpen heeft doorgebracht, vóórdat hij zich op de Kronprinz van de Deutsche Ost-Afrika Linie inscheepte, op terugreis naar zijn land, heeft men hem groote eer betoond in de Vlaamsche stad. Tal van autoriteiten, waaronder alle de voormannen van de Vlaamsche beweging, hebben hunne opwachting gemaakt om te doen blijken van hun eerbied voor den President, van de diepgewortelde vriendschap van de Vlamingen voor hun stamgenooten in Zuid-Afrika. Te Antwerpen heeft men den President gezegd dat men hoopte dat gelijk hij zelf van den rand des grafs was opgestaan, ook zijn Volk zou herrijzen uit geslagenheid; en dat het de taal, die gansch het Volk is, hoog zou houden. - De President zei, dat Holland het moederland was, waar hij rust gevonden had; dat de taal een onverbreekbaren band snoerde en dat men eerst recht begreep, sedert men er voor moest strijden, dat de taal eigenlijk nationaliteit beteekende. Hij betreurde niet, dat de taalrechten thans verdedigd moesten worden: de strijd staalde den wil en de kracht. Met groote droefenis blikte hij op den oorlog terug, die des duivels is, maar met hoop en met vertrouwen zag hij de toekomst te gemoet. Wel namens duizenden in Nederland brengen ook wij bij deze gelegenheid een eerbiedigen groet aan den Staats-President. Moge het zoo worden, dat we den Eersten Burger van den Vrijstaat binnen enkele jaren weer mogen begroeten op Hollandschen bodem als Minister-President van het land, dat onder zijne regeering eerst gelukkig, daarna in hevigen wreeden tegenspoed groot is geweest. Dit is mogelijk - en wenschelijk voor het geheel van het Volk, voor Boer en Brit beiden.
* * *
In antwoord op een schrijven van den heer A. van Doornink in ‘Ons Weekblad’, waarin deze het trekken naar Duitsch gebied ontraadt (welk | |
[pagina 125]
| |
schrijven wij niet kunnen publiceeren, daar het ons niet in handen kwam), schrijft J.P.S. in Ons Land het volgende:
Ik kan ook eenigszins van ondervinding spreken over Duitsch Zuid West Afrika omdat ik al over de 9 jaren aan de grenzen woon en menig maal in Duitsch Zuid West Afrika gereisd heb en ook omtrent met al de Duitsche boeren bekend ben, derhalve kan ik mijnheer H. van Doornik verzekeren dat nog niet een Boer in dien tijd van 9 jaar insolvent geworden is, doch allen vooruit gegaan zijn en ware die ongelukkige naturellenopstand niet gekomen, dan zouden zij zeker in een paar jaren tijds niet weltedoene, doch rijke Boeren geweest zijn. Laat mijnheer H. Van Doornik maar 'n beetje nu in het district Mier, rond gaan, dan zal hij spoedig uitvinden wat de Boeren bezitten, die over de grenzen gevlucht zijn. Verder wil ik den heer H. van Doornik ook verzekeren, dat niet een-derde van genoemde Boeren, met een kapitaal van £ 500 het Duitsch gebied ingetrokken zijn en kan beamen wat de heer A. de Wet zegt, dat allen vooruitgaan, en met de regeering kan een wetlievende altijd klaar komen. Afrikaanders, ik ben geen bezigheids man, die uit uwen trek voordeel wil trekken, doch als gij wilt trekken d.w.z. overzee gaan, verandert uw plan en trekt liever naar Duitsch Zuid West Afrika. Hier is het goed voor beesten, paarden, boerenbokken en Kaapsche schapenGa naar voetnoot(1).
* * *
Von den Nordgermanen. - Der letzte dänische Handelstag hatte beschlossen, einen Ausschuss einzusetzen mit der Aufgabe, Satzungen für einen Skandinavischen Handels-Bund auszuarbeiten, der die Handelsanliegen der drei skandinavischen Länder fördern und für einen nordischen Zoll-Verein arbeiten soll. Dieser Ausschuss der zu Kristiania letzten Sommer seine Sitzungen hielt, hat eine Reihe Bestimmungen angenommen, die für die Handels-Entwickelung der drei Länder von Wichtigkeit sind, erst aber von den Vertretern des Kopenhagener Handelsstandes geprüft werden sollen. Der Schwedische Handels-Verein hat sich bereit erklärt, dem skandinavischen Handels-Bunde beizutreten. Derselbe soll jedes zweite Jahr in einer der nordischen Hauptstädte zusammentreten, um die vorliegenden Fragen zu erledigen und für ein fruchtbares Zusammenarbeiten der Handelswelt der drei Länder zu wirken. Zu diesen Versammlungen soll jedes Land neun Abgeordnete senden, die die wichtigsten Erwerbszweige vertreten.Ga naar voetnoot(2) |
|