Germania. Jaargang 6(1903-1904)– [tijdschrift] Germania– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Kerstgedicht. Jef Hinderdael. Met vedel en harpe trokken zij voort, Van dorp tot dorp, van oord tot oord; Zoo bruin als hun speeltuig was beider gelaat En vedel en harpe zoo oud als de straat. Bij menige huisdeur belden zij aan; Bij menigen straathoek bleven zij staan En streek hij zijn boog en zweefde haar hand Op 't snarenspel, dat ze haar hart had verpand. En hoog aan den hemel stond glimmnd de maan En zag er het tweetal zoo liefvol aan En 't scheen of in 't sneeuwkleed op dorpken en stad Zoo menige kostbare parel zat. [pagina 179] [p. 179] En louterend, roerend weerklonk hare stem En vedel en harpe ze trilden van Hem Die stroo voor een bed had en een stal tot zijn woon En wiens vader regeert op den Eeuwigen troon. En hooger en hooger steeg beider gezang En duizenden kelen nu kwamen in gang; Miljoenen, miljarden menschen en méér Die loofden het Kindeken Jezu, hun Heer. De Heer is geboren! Hij heerscht over d'aard! De Opperste Koning! Geen strijd meer! Geen zwaard! Maar Vrede den menschen! Het staal in de schêe! Zoo klinkt het op veld en in dorpken en stêe. Vorige Volgende