Germania. Jaargang 4
(1901-1902)– [tijdschrift] Germania– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 443]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
banden bij. De ‘Hof- und Staatsbibliothek’ te München had 950,000 boekdeelen en 40,000 handschriften. Jaarlijks komen er ongeveer 13,000 deelen bij. Strassburg telde 670,000 deelen en 3,800 handschriften terwijl jaarlijks 14,000 boekdeelen aangekocht worden. Hamburg (Stadtbibliothek) had 520,000 boekdeelen met 4000 handschriften en een jaarlijksche aangroei van 4700 deelen. Verder bezaten Göttingen 475,000 boekdeelen, Leipzig (Universiteitsboekerij) 470,000, Dresden 430,000 boekdeelen, Heidelberg 430,000 Würzburg 330,000, Breslau 330,000, Stuttgart 330,000, Darmstadt 315,000. Volgen nog een menigte steden met boekerijen die 310, 300, 265, 245, 240, 230, 220, 210 en 200 duizend boekdeelen bezaten in 1896, zonder de duizenden handschriften te rekenen en zonder aanteekening te houden van kleinere boekerijen. Waarlijk de Duitsche Regeering begrijpt, dat de mensch niet alleen van brood leeft. * * * Een nieuw blaasinstrument in hout heeft H. Sauerhering, een Duitscher, gemaakt. Het heet ‘Deutsches Horn’ en gelijkt op een klarinet, waarvan het zich enkel onderscheidt door zijn konische boring. Daardoor verkrijgt men een zeer vollen en verredragenden toon, die veel van een orgeltoon wegheeft. Er is voor dit instrument een kwartet gemaakt, waarvan twee in B en twee in F. De Gesammtstimmung zal in alle opzichten zuiver zijn als klokkenspel. * * * Die Brüsseler Sozialisten, die bis jetzt der vlamischen Bewegung wenig Aufme ksamkeit widmeten, haben jetzt den Wert des Vlamische für ihre Werbethätigkeit eingesehen. In der jüngsten Hauptversammlung der Partei wurde einstimmig beschlossen, dass zwei der aufgestellten Kandinaten Vlamen sein sollen und dass sie ausschliesslich mit der Propaganda auf dem Lande zu Gunsten des Allgemeinen Stimmrechts und zwar auf vlamisch beauftragt sollen. * * * In einer der letzten Kammersitzungen richtete der Vertreter von Aalst auf Vlamisch eine Frage an den Minister der Justiz. Diese antwortete auf Französisch. Nun wurde der betr. Minister darüber von dem Deputierten zur Rede gestellt, indem er ausführte, auf seine vlamische Anfrage hätte er eine vlamische Antwort seitens eines des Vlamischen kundigen Ministers erwartete. Er wurde aber mit der Bemerkung abgespeist, er habe das Recht das Französische zu gebrauchen und hätte keine Erklärung abzugeben, Der Minister des Innern kam den Kollegen zur Hülfe und fügte spöttelnd hinzu, er habe für das Vlamische rerade soviel Achtung als der Fragesteller für das Franzö- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 444]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sische. Dem mutigen Volksvertreter, kommen allerseits aus den Vlamenlande Glückwünsche zu. * * *
Spreuk: Het stof, hoe hoog de wind het ook verheft,
Blijft toch gemeen.
De edelsteen, dien men in 't stof begraaft,
Blijft edelsteen.
* * * Wanneer en Waarom drinken de menschen? - Ze drinken: als ze elkander wederzien; wanneer ze afscheid nemen; als ze honger hebben, om den honger te verdrijven; als ze zat zijn, om den eetlust te prikkelen; als het koud is om zich te verwarmen; als het warm is om zich te verflossenen; als ze vakerig zijn, om zich wakker te houden; als ze slaaploos zijn om in te slapen; ze drinken uit droefheid, uit blijdschap; ze drinken als een kind wordt geboren; als iemand begraven wordt; zij drinken, drinken immer. - Ja, zóó is het, doch zoo mag het niet zijn. * * * Dat is nu het vel van den beer verkoopen voor hij geschoten is. - Een professor in aardrijkskunde, Kirchhoft geheeten en te Halle wonend, schrijft in zijn leerboek der aardrijkskunde voor hoogere scholen, sprekend over Transvaal en Oranje-Vrijstaat: ‘Beide staten zijn in 1900 door de Engelschen veroverd en zijn sindsdien Engelsche kolonien!’ Die professor is niet in Afrika geweest!! * * * Stoomschepen. - Engeland telt 7930 stoomschepen met een inhoud van meer dan 100 brutoton. Duitschland heeft er 1209 die meer dan 100 brutoton kunnen inhouden, dan volgt Frankrijk met 662 stoomschepen en daarna de Vereenigde Staten van Amerika. Geen rekening houdend met het getal ton per schip, komen achtereenvolgens Noorwegen met 806, Spanje met 422, Italië met 312, Rusland met 496, Nederland met 289, Zweden met 678, Denemarken met 369 en Oostenrijk-Hongarije met 214 stoomschepen. * * * Uit Bismarcks jeugd. - Volgende vertelling staat in een boek over ‘Fürst und Fürstin Bismarck’ en werpt een straal op het binnenste van den grooten staatsman: ‘Zekeren avond’ verhaalt Landrath von Marnitz, ‘wilde ik met een vriend van Regenwalde naar Raugard gaan. Het was reeds laat, toen we door Kniephof kwamen en wij besloten daar den nacht door | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 445]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te brengen. Bismarck ontving ons zeer vriendelijk, zegde nochtans dadelijk dat hij des anderen morgens niet in ons gezelschap zou kunnen zijn, daar hij reeds te 7 uur naar Raugard moest vertrekken. Dat wilden wij ook. Hij raadde ons herhaalde malen niet zoo vroeg te vertrekken, maar zegde ten slotte: Goed, als ge dan niet anders wilt, zal ik u te half zeven wekken.’ Het was tamelijk laat als hij ons naar onze slaapkamer bracht. Alvorens in te slapen zei mijn reisgezel: ‘Ik heb meer gedronken dan ik gewoon ben en zou morgen gaarne uitslapen.’ ‘Dat zal niet kunnen’ zei ik ‘want naar we afgesproken hebben, zal Bismarck ons te half zeven wekken.’ ‘Afwachten’ wedervoer mijn vriend, sloot de deur en schoof den grendel voor. Te half zeven, - het was reeds licht - roept Bismarck aan de deur: ‘Zijt ge klaar?’ Geen antwoord. Hij klopt vergeefs op de deur en wil ze openen, doch dit gaat niet. Een oogenblik later roept hij van in den tuin: ‘Zijt ge klaar?’ Geen antwoord. Op 't zelfde oogenblik weerklinken twee pistoolschoten, zoodat de vensterglazen aan stukken vliegen en de kalk van het plafond in 't bed van mijn reisgezel viel. Daar geeft dezo het op, bindt zijn handdoek aan zijn stok en steekt hem als vredevlag door het raam. Kort daarop waren wij beneden; Bismarck ontving ons bij het morgenmaal met zijn gewone vriendschap, zonder een woord van 't gebeurde te reppen. - * * * Duitschland's Handel met het buitenland in de tien laatste jaren. - Het is de moeite waard na te gaan hoe Duitschland's handel zich in de tien laatste jaren heeft ontwikkeld. Dit blijkt best uit onderstaande tabel:
* * * Een bloedregen, waarvan tot nu weinig gewaagd werd, viel einde Januari van dit jaar in eenige streken van Zuidwest-Engeland. Het is zonderling dat men nu zoo weinig aandacht heeft gewijd aan dit natuurverschijnsel, te meer, daar in Maart van het vorige jaar hetzelfde plaats greep in een groot deel van Zuid- en Midden-Europa, tot naar Noord-Duitschland toe en alsdan de algemeene aandacht op dit waarlijk grootsch natuurverschijnsel gevestigd werd. - Einde Januari nu zag men op den grond in verschillende streken van Zuidwest-Engeland een neerslag van rood- of geelkleurig stof, dat schijnbaar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 446]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit de lucht gevallen was. Er werd van dit stof verzameld en aan Professor John Murray (den beroemden natuurkundige) der Challenger-Expedition gezonden, die het verder aan de mineraalafdeeling van het Britsche museum overmaakte. Daar werd vastgesteld dat het een zeer fijn anorganisch stof is, dat uit quarzkorrels, deeltjes van een glimmend mineraal, brokjes van Diatomeen-gehäufon bestaat. De mineraloog, die thans een bericht over dit onderzoek uitgebracht heeft, meent, dat het stof van denzelfden aard is als dat van den zoogenoemden bloedregen, die dikwijls van Afrika uit naar Europa overdrijft en al menigen keer aanleiding gaf tot bijgeloovige vrees Zooals bekend is, bestaat deze stofregen uit fijn zand uit de woestijnen
* * *
De grootste locomotief der wereld bezit Amerika. Ze is zes meter hoog en, met den tender, vier en twintig meter lang en weegt 145,000 kilogram. De oven is zoo groot als een slaapkamer, de schoorsteen nochtans is maar één meter lang. De locomotief werd vooral gebouwd tot het vervoeren van granen. Ze kan meer dan 500 volgeladen wagens voorttrekken. Zulke trein zou ongeveer drie kilometer lang zijn en den graanoogst van omtrent 5000 heetaar land kunnen mêevoeren, de buizen van den dampketel zouden, uiteengenomen en naast elkander gelegd een lengte hebben van drie kilometer. Met welke snelheid die reuzin over het spoor vliegt, wordt niet mêegedeeld.
* * *
De Norddeutsche Lloyd in 1901. - Gedurende het vorige jaar heeft deze zeevaartmaatschappij overgebracht: van Bremen naar New-York, in 86 reizen: 20,403 kajuitpassagiers en 24,580 tusschendekreizigers. Op de lijn van Italië naar New-York: in 36 reizen: 2557 kajuitreizigers en 24,580 tusschendekreizigers. Van al de reizigers, die door 20 verschillende zeevaartmaatschappijen uit verschillende streken des aardbols naar New-York werden gebracht, zijn er 20% door de ‘Norddeutsche Lloyd’ vervoerd. Verder reisden met de schepen dezer maatschappij: van Bremen naar Baltimore 886 kajuit-passagiers en 26,328 tusschendekreizigers; van Bremen naar Galveston: 166 kajuit- en 869 tusschendekpassagie s. - Dit laat een blik werpen op het grootsche menschenverkeer dat, om den broode wel het meest, plaats grijpt.
* * *
Het woudrijkste land van Europa is nog steeds Rusland, schoon met den tijd het houtvervoer naar het buitenland sterk toeneemt en een vernielende hand zich dus aan de wouden doet gevoelen. Gevaar is er niet, dat de rijkdom | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 447]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan hout zoo gauw zal uitgeput zijn, want de geheele oppervlakte door wouden en bosschen ingenomen, stijgt tot 188 millioen hectaar. - Zweden, dat op den tweeden rang komt, heeft maar 18 millioen hectaar wouden. Het Russisch grondgebied is dan ook voor 36% met wouden bedekt. Zweden, daar dit land merkelijk kleiner is, is voor 44% en Oostenrijk-Hongarije voor 32% met wouden begroeid. * * * Duitsche en Engelsche scheepsbouw. - In 1901 zijn voor Engeland schepen gebouwd met een gezamenlijken inhoud van 600,000 ton, terwijl de Britsche vloot met 1,200,000 ton vermeerderd werd. De verkoop aan het buitenland bestond voor het grootste deel uit oude schepen, terwijl de aangroei van de Engelsche vloot bijna geheel uit schepen bestond, die op inlandsche werven gebouwd waren. Vroeger was in vergelijking met den Engelschen scheepsbouw, de nijverheid op de scheepswerven van andere landen zeer gering; thans echter blijkt uit een statistiek van de Germaansche Lloyd, dat de Duitsche scheepsbouw meer en meer de Engelschen op zij streeft. Naar deze statistiek, bevinden zich voor het oogenblik op de Duitsche scheepswerven 142 stoomschepen, met een tonnemaat van 317,080 en 94 zeilschepen met 30,190 ton, in aanbouw. Natuurlijk heeft men hier het oog op schepen voor de zeevaart bestemd. |
|