Germania. Jaargang 3
(1900-1901)– [tijdschrift] Germania– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 474]
| |
KinderdagGa naar voetnoot(*)
| |
IIEi! Ei!
Rinkelronkelrei!
Met gansche hoopen,
Naar school we loopen!
Wat getater!
Wat gesnater!...
Klingelingeling!
| |
[pagina 475]
| |
Hola! de belle klinkt!
Wie springt, of tiert, of zingt,
Stil! Braaf van zinnen,
Binnen!
| |
IIIDe meester spreekt...
En 't licht, ja, breekt,
Met blijvend spoor,
Tot onze geesten door!
Les en leer
Geeft de wijze meester ons;
Deugd en eer
Sticht hij mede steeds in ons.
| |
IVKlingelingeling!
Uit! de school is uit!
Na het leeren mag men spelen,
Of het leeren zou vervelen!
Uit! de school is uit!
Welk gestoei! wat juicht men luid!
Alles snakt naar buiten, buiten!
Roepen, fluiten!
Schreeuwen, zingen!
Loopen, springen!
Ei! Ei!
Rinkelronkelrei!
| |
V
Meisjes
Wij, meisjes, spelen naar meisjes aard...
Knapen
Wij, knapen, kiezen een wilder vaart...
| |
[pagina 476]
| |
Meisjes
Het uurken slaat naar huis te gaan...
Knapen
Dan gaan wij allen, hand aan hand!
Meisjes
Wij zitten vroo ter tafel aan...
Knapen
Doch vader zegt: verslag gedaan:
Wat bracht de meester aan 't verstand?
| |
VI
Knapen
De meester zei:
‘We moeten mannen worden,
Aangorden
't Levenzwaard!
Onvervaard,
Als mannen moeten we strijden,
Pal staan in alle tijden!’
Meisjes
De meester zei:
‘Al zijn we zwak, we zijn toch sterk!
Wij moeten eens, bij 't dagelijksch werk,
Den man ter zijde staan,
Afdroogen eiken druppel zweet,
En stelpen eiken bitteren traan!
Bij lief en leed,
De ziel der vrouwen is zoo zacht,
Vol liefdemacht.’
Knapen
Strijdkracht geeft de wetenschap:
Luistren, luistren naar den meester!
| |
[pagina 477]
| |
Meisjes
Vrouwen worden, zoet en knap:
Dat het licht ons hart begeester'!
| |
VII
Knapen, Meisjes
Avonddonker
Stargeflonker!..
O vader-lief,
O moeder-lief,
Wat ons 't leven
Moge geven,
Gij zijt de bron van al ons goed!
O vader-lief,
O moeder-lief,
Gij geeft ons meesters braaf en vroed
Gij werkt en zwoegt vol liefdegloed,
Met onuitputbaar mild gemoed!
Avonddonker!
Stargeflonker!
O vader-lief,
O moeder-lief,
Uw liefde blinkt ons tegen,
Uit al uw dâan!
Uw zegen, zoeten zegen,
Bij 't slapen gaan!..
Avonddonker!
Stargeflonker!
Slapet zacht!
Goeden nacht!
|