Het bericht bevat ook opgaven omtrent den ouderdom der Californische reuzen. De berichtgever koos om zijn onderzoekingen te doen het bekende ‘danspaviljoen’ het aldus genaamd uitstekend overblijfsel van een in 1853 gevelden boom en telde nu met de grootste nauwgezetheid van de schors binnenwaarts de jaarringen. Hij kwam tot 1147 ringen en aldus tot een ouderdom van 1147 jaar voor dezen boom, die ongeveer 8 meter middellijn en 100 meter hoogte had bereikt.
***
Over het verkeer tusschen Europa en New-York in 1900 werd onlangs ambtelijk verslag uitgebracht. Daarnaar te oordeelen staan voor het aantal vervoerde personen de Duitsche rederijen verre aan de spits. De Nordd. Llyod maakte 138 reizen naar New-York en vervoerde 26,577 kajuit- en 92.143 tusschendekpassagiers; de Hamburg Amerikalijn 132 reizen met 23,657 kajuit en 72,245 andere reizigers. Van de 270 overtochten tezamen vertrokken er 223 van Bremen of Hamburg, de andere van Middellandsche havens. Op grooten afstand volgen dan Antwerpen met de Red-Starlijn, de Comp, génér. Transatlantique van Hâvre, de White-Star- en de Cunard-Line van Liverpool, de Holland-Amerikalijn van Rotterdam en de American Line van Southampton. Alle andere maatschappijen vervoerden minder dan 45,000 zoodat zij een goed deel onder de helft blijven van elk der Duitsche Mrijen. Allen te zamen genomen kwamen er in 1900 in 838 reizen 138,000 kajuit en 403.500 tusschendekreizigers naar New-York.
***
Stoomkracht en menschenkracht, - The Machinery Market maakt de volgende niet onbelangrijke berekening. De Poststoomboot Deutschland, van de Hamburg-Amerika-lijn, die van al de thans varende schepen de krachtigste stoomtuigen bezit, ontwikkelt voor elk 2/3 kgr. kolen iets meer dan één paardekracht per uur. Dit is de hoogste som kracht uit kolen getrokken. Stellen wij nu één paardekracht gelijk met de kracht van 14 menschen, zoo berekenen wij dat één ton kolen evenveel kracht ontwikkelt als één mensch gedurende zes jaar werkens (3,000 werkuur per jaar of 18,000 werkuur). - De Deutschland verbruikt tot het bereiken van haar vaartsnelheid bedingende 23 zeemijl per uur een machineinspanning van 35,000 paardekracht. Wilde men het eenmaal beproeven deze boot met dezelfde snelheid en met menschenkracht voorttebewegen zoo zou men volgens de verhouding 1: 14 tot het getal komen van 498,000 roeiers, zonder de roeiers te rekenen die zouden noodig zijn om de eerste aftelossen want de machinen werken dag en nacht.