Tentoonstelling van schilderijen van L.A. Lefèvre
Vóór enkele weken hadden wij de gelegenheid de tentoonstelling te bezoeken door L.A. Lefèvre in 't Paleis der Hoogeschool te Gent ingericht. We hadden er veel genoegen van. Het was een eerste tentoonstelling en toch liet de indruk door deze schilderijen gewekt niet toe dit te vermoeden, eerst bij nader toezien en nagaan herinnerden enkele onvaste trekken aan de jeugd van den kunstenaar, hetgeen heel wat wil zeggen, zooveel tech zeker dat hij den beginneling vrij hoog reeds is ontgroeid.
Geen groote hoeveelheid, slechts veertien schilderijen waaronder één ietwat grooter, anders alles doeken van bescheiden omvang. De algemeene eerste indruk? Niets schreeuwerigs, groote overeenkomst in toon, opvatting en behandeling onder de verschillende werken, schoon toch rijk aan verscheidenheid. Geen gezochte gewaarwordingen, die er dan al moeielijk nog zijn overigens, met nog meer gezochte manier en middelen om die uit te drukken; geen gewrongen teekening noch kleuren- of beter verfgeschetter; rustige, ik zei haast gemoedelijke kunst, die niet opschrikt uit stoute gedachten of schrijnend leed, maar een gevoel van vrede uitwasemt dat den aanschouwer terstond aandoet en inneemt. De Heer Lefèvre hangt aan geene school of liever de school die hij volgt is de natuur, niet door een vooraf opgezetten bril gezien maar bekeken met eigen gezonde oogen en een ontvankelijk gemoed. Dit spreekt dan ook onweerstaanbaar uit zijn werken; de stemming waarin ze werden ontworpen en voltooid komt over den toeschouwer en die stemming is steeds een eerlijke, gevoelde zielstoestand. Verder, een van natuur zuiver aangelegde smaak laat den kunstenaar steeds een gelukkige keuze doen zoodat de kunst evenals de stemming die ze ingaf inneemt. Uit het nietigste onderwerp, het geringste paneeltje spreekt poezie, zoo waar weergegeven dat men er aan den invloed van niet ontsnappen kan. Dit nu loven wij zeer bij dezen schilder, dit liet ons een echten kunstenaar hier ontmoeten en een genotvol uur in zijn bijzijn doorbrengen. Wij verlieten dan ook deze tentoonstelling dankbaar voor 't genoten genoegen en gelukkig daar hier een belofte sluimert voor de toekomst van ons volk. We zeggen een sluimerende belofte als de sluimerende bloem en vrucht in den nog omzwachtelden knop; tijd en zon en voeding blijven noodig om de volle rijpheid te brengen en ook voor dezen kunstknop hoort de gloed van het heilige vuur, onvermoeibare vlijt en een onverdroten geduld. Heeft niet een
geniaal schrijver-kunstenaar gezeid: le génie est une longue patience?
(Sleidingen.)
Dr H.v.Z.