| |
Verscheidenheden.
Luchtvaart. - Twee Fransche geleerden in Afrika, de heeren Fillippi te Biserta en Macler te Tunis hebben onlangs te Parys mededeelingen gedaan over eene nieuwe vinding tot oplossing van het vraagstuk der luchtvaart. Hun vinding berust op het reeds vaak aanbevolen stelsel om, in plaats van de bekende luchtballons gevuld met gassen die lichter zijn dan de dampkringsluchtz waardere voorwerpen dan lucht te gebruiken. Het eigenaardige bestaat hierin dat zij boven het luchtschip door middel van kegels met draaiende schroeven een luchtverdunning trachten te bereiken, zoodat het vaartuig door het verschil van druk beneden en boven als 't ware wordt opgezogen. Zij hebben verrassende proeven getoond met kaartjes, muntstukken, houten en papieren schijven van verschillende afmetingen. Of dit stelsel echter in het groot uitvoerbaar is, moet nog blijken.
***
Een regenschuw Dier. - Meer dan eenig ander dier vertoont de schildpad een afkeer van regen; zij is er blijkbaar bang voor.
Vier en twintig uur voordat er regen valt, zoekt de Galapagosschildpad een veilige schuilplaats op. Op een helderen morgen, terwijl er geen wolkje aan den hemel is kan men soms de dieren in een schildpaddenkweekerij haastig naar de naastbijzijnde over hangende rotsen zien loopen; als dit gebeurt, weet de eigenaar, dat er op dien dag regen zal komen, en me stal valt de regen dan ook weldra bij stroomen neder. De schildpadden vergissen zich nooit.
| |
| |
Hetzelfde instinct, dat tegen den in aantocht zijnden regen waarschuwt, bezitten ook sommige vogels, men schrijft hun voorgevoel toe aan den invloed, dien zij ondervinden van de meerdere zwaarte van den dampkring, wanner hij veel waterdamp bevat, en voor een deel ook aan hun levenswijze.
***
Een zorgzame Vogel. - In Californië leeft een specht, die wintervoorraad opdoet. Hoewel hij niet tot de vegetariërs behoort, verzamelt hij eikels, die hij wegstopt in pijnboomstammen, waarin hij vooraf gaten geboord heef, die juist zoo groot zijn als de eikels, die hij daarin wil bewaren. Hij doet dit evenwel niet om de eikels zelve, maar omdat de eikels moeten dienen als broedplaats voor eene diersoort, die den specht beter aanstaat dan plantaardig voedsel.
Het diertje weet precies wat hij wil en toont hierbij de gevolgen te berekenen op eene wijze, die den oplettenden waarnemer in verbazing brengt.
Zoolang het droog weder blijft en het zorgzame dier nog altijd, ook in den winter kevers en andere insecten k[a]n vinden, blijven de eikels in de boomstammen onveranderd. Maar zoodra er sneeuw en langdurige vochtigheid komen, zoodat de eikels geheel doorweekt raken, on wikkelen zich daarin eene menigte maden, die voor deze vrucht eene bijzondere voorliefde schijnen te hebben.
En nu oogst de specht de vruchten van zijne zo gzaamheid, die hij ten toon spreidde, terwijl hij nog in overvloed kon leven; en terwijl de met sneeuw bedekte of door den regen doorweekte grond hem elk ander voedsel ontzegt, pikt hij met zijne gewone behendigheid uit zijn opgespaarden eikelvoorraad de maden weg en komt op deze wijze heel genoeglijk den schralen wintertijd door.
De geleerden kunnen evenwel niet verklaren, waarom de specht voor het aanleggen van zijne voorraadschuren altijd hetzij den rooden Californischen ceder of den suikerpijnboom uitkiest. Het is niet waarschijnlijk, dat de ontwikkeling der maden op andere boomsoorten minder goed zou gaan. Een feit echter is het, dat in verschillende districten van Californië zeer dikwijls exemplaren van bovengenoemde boom oorten te zien zijn, waarvan de stam van boven tot onder met eikels bezaaid is, ook al zijn er mijlen ver in den omtrek geen eikeboomen te zien. In die streken wekt deze zonderlinge voorraadschuur de belangstelling van alle vogelvrienden.
***
Acetyleengas-industrie. - Als eene nieuwe tak der acetyleengas-industrie wordt in het Journal de Chemie Industrielle een uitvinding van den mijningenieur Hubou beschreven, die het voordeel biedt, dat als nevenproduct
| |
| |
een chemische stof bijna kosteloos verkregen wordt, die tot dusver duur betaald moest worden, nl. de waterstof. Naar die stof is vo ral w gens den onophoudelijken vooruitgang der lichtscheepvaart eene voortdurend toenemende vraag. Naar de tot dusver toegepaste voordeeligste wijze wordt de waterstof onmiddel jk uit het water verkregen door diens ontleding bij middel van een electrischen stroom. Dan kost het echter nog steeds 25 cent de m3. Hubou verkrijgt nu echter uit het acetyleen gelijktijdig het zeer kostbare acetyleen-roet en de waterstof. Een compressepomp brengt het acetyleen binnen een stalen blok, onde[r] den druk van vijf atmosferen, waarop een in het inwendige aanwezige draad, door den electrischen stroom aan het gloeien gebracht wordt. Bij de daarop volgende ontleding ontwijkt de in het acetyleen aanwezige waterstof onder den druk van 25 atmosfeeren en tegelijkertijd slaat de acetyleenroet g[e]naamde koolstof in uiterst fijne deeltjes op den bodem en aan de wanden neer. De ontwikkelde waterstof wordt dan door een haan in een houder gelaten.
De productiekosten van de waterstof zijn daarbij gelijk nul. Een kilogram acetyleen dat een fabrieksprijs van ongeveer 48 cent heeft, geeft meer dan een kubieken meter waterstof en 925 gram roet. Deze 925 gram roet zijn op zichzelf reeds meer waard dan het ter zijner vervaardiging benoodigde gas, zoodat, zooals gezegd, de waterstof op den koop toe verkregen wordt.
***
Een hoestende Plant. - Een van de zonderlingste planten, die men kent, is wel de zoogenaamde hoestende boon. Zij is inheemsch in vochtige tropische gewesten en wordt in Amerika gekweekt. Deze plant is merkwaardig gevoelig voor stof. Wanneer de poriën der bladeren door stof verstopt raken, worden de in het blad ontwikkelde gassen met kracht uitgedreven. De plant trilt hierbij hevig en heeft om zoo te zeggen een hoest en niesbui, die steeds de verbazing opwekt van allen, die met de eigenaardigheden van deze boon onbekend zijn.
***
Noodsignaal voor nachttreinen. - De ingenieur Gros heeft aan de directies der Fransche spoorwegen een plan voorgesteld, waardoor de treinen bij nacht worden beschermd.
Genoemde heer wil aan het bovenste gedeelte van den laatsten (signaal)-wagen aan den trein een krachtige vuurhak of lichtwerper aanbrengen, die lichtstralen langs het baanvak doet vallen en eveneens naar boven, waar zij een conischen lichtbundel zullen vormen, die op groote afstanden zichtbaar zal zijn, ook als de trein door een kromming van de lijn aan 't oog is onttrokken. Door een electrische inrichting zoo voorts het licht met bepaalde tusschen- | |
| |
poozen intermitteerend gemaakt kunnen worden, zoodat hierd or vastgestelde signalen kunnen worden overgebracht.
***
De Staalproductie over de geheele wereld. - Door Duitsche deskundigen op dit gebied wordt de staalproductie door de belangrijkste landen der wereld voor het afgeloopen jaar genomen op een totaal van 26,841,755 ton, tegen 23,866,308 ton voor 1898. De gegoten ijzer-productie is geraamd op 40 millioen ton of 4 millioen ton meer dan in 1898. Van dit cijfer zijn 28 millioen ton of 70 pct. aangewend voor de vervaardiging van staal. Een vergelijking tusschen de tien meest belangrijke landen wat de staalproductie betreff, over de jaren 1880, 1898 en 1899 volgt hiero der.
Land |
1880 |
1898 |
1899 |
|
ton |
ton |
ton |
Vereenigde Staten |
1,287,983 |
8,970,772 |
10,702,209 |
Duitschland |
624,418 |
5,734,307 |
6,290.435 |
Groot-Brittannië |
1,341,690 |
4,638,345 |
4,933,010 |
Frankrijk |
388,894 |
1,441,633 |
1,529,182 |
België |
132.052 |
653,130 |
729,920 |
Oostenrijk-Hongarije |
134,218 |
860,000 |
950.000 |
Rusland |
295,568 |
1,153,000 |
1,250,000 |
Zweden |
28.597 |
265,121 |
257,000 |
Italië |
|
60,000 |
80,000 |
Spanje |
|
90,000 |
120,000 |
|
_____ |
_____ |
_____ |
Totaal |
4,233,420 |
23,865,308 |
26,841,755 |
***
De genezende kracht der zon. - Mensch en dier, bloem en plant hebben behoefte aan zonnelicht. De zon alleen geeft ons de noodige opgewektheid voor ons werk; het is of haar warmte en licht de activiteit bevorderen van al onze organen, het hart, de longen, de maag, enz. Niemand ondervond dit zeker beter dan de reizigers die aan de poolstreken overwinterden in een eindeloozen nacht, gedurende welken zij teneergeslagen, weinig energiek, moede en loom waren, om weer hun oude levenskracht en levenslust terug te krijgen, als de zon na maanden weer aan den horizon verscheen. Is het te verwonderen, dat de zon, behalve deze indirecte genezende kracht nog direct met gunstig resultaat inwerkt op de ziekelijke stoornissen in het menschelijk lichaam?
Het is eerst in de laatste jaren gelukt aan de geleerden om dezen directen invloed van de zonnestralen vast te stellen. Deze zonnegeneeswijze is, in we- | |
| |
tenschappelijk opzicht dus nog in haar kinderjaren en wie weet welke gewichtige ontdekkingen in den loop der jaren nog met betrekking tot dit onderwerp zullen worden gedaan. Maar zooveel is zeker, dat de zonnestralen, opgevangen en geconcentreerd op een bepaald punt de menschelijke huid, in staat zijn allerlei huidziekten te genezen, die de doktoren tot nog voor ongeneeslijk hielden, zelfs de kwaadaardige lupus, die als een kanker het gelaat wegvreet.
***
Das Militär-Wochenblatt schliesst seine Studie über den südafrikanischen Krieg wie folgt ab:
Der Wert von Befestigungen hat auch durch den südafrikanischen Krieg eine beherzigenswerte Beleuchtung erfahren. General White liess sich durch Grenzbefestigungen zu einer zersplitternden Verwendung seiner ohnehin ungenügenden Kräfte verleiten und durch die Hoffnung, sich durch fortifikatorische Anlagen in Ladysmith behaupten zu können, von dem bei richtiger Berücksichtigung der Factoren ‘Raum und Zeit’ gebotenen weiteren Rückzug abhalten. Im Gegensatz hierzu lassen sich die Buren durch ihre mit grossem Kostenaufwand hergestellten, wenn auch noch nicht ganz vollendeten Befestigungen von Prätoria nicht in Fesseln schlagen. Sie verzichten auf deren Verteidigung und erhalten sich dadurch jene Beweglichkeit, die ihnen eine so beträchtliche Verlängerung ihres Widerstandes ermöglichte. Auch der unbestrittene Besitz von Ladysmith und Kimberley wird den Engländern nicht durch eine unmittelbar auf den Entsatz dieser Orte gerichtete Operation gesichert, er fällt ihnen zu als Folge einer einzigen, richtig angelegten und energisch durchgeführten Offensive Lord Robert's. Die Entscheidung des Krieges liegt eben nicht in der Besetzung einer bestimmten Landstrecke oder in der Behauptung eines festen Platzes, sondern in der Vernichtung der feindlichen Streitmacht.
Gewiss ist der Wert von Befestigungen für Lösung bestimmter defensiver Aufgaben nicht zu bestreiten. Ebenso wenig aber unterliegt es einem Zweifel, dass sie einer schwachen Führurg gegenüber eine verhängnisvolle Anziehungskraft auf die Feldarmee ausüben können und dadurch deren Beweglichkeit und Oftensievkraft lähmen, jene zwei Faktoren, auf denen in erster Linie die Erfolge einer entscheidenden Kriegführung beruhen.
***
Die Analphabeten in der Marine und im preussischen Heere. - Eine soeben bekannt gegebene Zusammenstellung über die Mannschaften in der Marine und im preussischen Heere ohne Schulbindung giebt uns wieder den erfreulichen Beweis, dass die Zeit immer näher rückt, wo es einen Soldaten,
| |
| |
der weder lesen noch schreiben kann, nicht mehr geben wird. In der Marine ist dies Ziel bereits erreicht, unter 5644 im Jahre 1899/1900 eingestellten Mannschaften gab es keinen, der ohne Schuldbindung war; im Ersatzjahr 1880/81 waren es doch immerhin noch 1,80 pCt. Beim Landheer waren 1899 1900 147,917 Rekruten, davon mit Schulbindung in der deutschen Sprache 147,580, mit Schulbildung nur in der nichtdeutschen Muttersprache 150, ohne Schulbildung 187 = 0,13 pCt. gegen 2,39 im Erfatzjahr 1880/81. Am schlimmsten sieht es immer noch in der Provinz Posen aus, sie hat immerhin noch o 40 pCt. Rekruten ohne Schulbildung aufzuweisen, aber der Fortschritt ist doch enorm, 1880-81 waren es 9,97 pCt. im Regierungsbezirk Posen, der in dieser Beziehung viel schlechter als Bromberg dastand, 11,65 gegen 6,47 pCt.; und jetzt 0,46 gegen 0,31. Am besten sieht es in dieser Richtung in der Provinz Westfalen aus, sie hat nur 0,01 Mannschaften ohne Schulbildung, es folgen Hannover und Schleswig-Holstein mit 0,02, die Rheinprovinz mit 0,03, Hessen-Nassau mit 0,04, Sachsen und Brandenburg mit 0,07. Bei dieser Aufzählung haben wir freilich vergessen, das die 305 Rekruten aus Hohenzollern sämtlich Schulbildung hatten, das kleine Ländchen steht also mit 0,00 oben an.
***
Ueber Schloss Ledenburg und Johann Parricida wird uns geschrieben: Das eigentliche Stammschloss des Fürsten Münster ist Schloss Ledenburg, unweit Osnabrück, an den Ausläufern des Teutoburger Waldes belegen. Die alte Ledenburg ist aus der Burg Holte entstanden, und zwar um das Ende des 14. Jahrhunderts. Sie ist eine Wasserburg, die zu jenen Zeiten für wohlbefestigt galt. Noch heute sind die Gräben allenthalben gut im Stande und grünbewachsenes Was[s]er umspült überall die grauen Mauern. Uralte Eichen und Buchen von erstaunlicher Grösse beschatten das Schloss. Das Innere des letzteren bietet u.a. schöne Gobelins. Kaum eine Minute von dem einsamen Schlosse entfernt befindet sich ein höchst interessanter Gedenkstein, unter welchem, der Ueberlieferung nach, Johann Parricida, Johann von Schwaben, der Mörder des Kaisers Albrecht I, von Oesterreich, begraben liegen soll. Die neuere Forschung hat sich wiederum viel mit dem Stein beschäftigt. Im Westfälischen soll bald nach der That, 1308 ein ‘Jan van Osterrieke’ aufgetaucht sein, ein junger Ritter, in Begleitung einer Frauensperson und mehrerer ‘Gesellen’. Jan erwies sich als ein sehr streitbarer Held, der manchen Zug unternahm und schliesslich auch die Schelenburg bei Schledehausen, nicht weit von der Ledenburg, erstürmen wollte. Dabei kam er ums Leben. Wo jetzt der Stein steht, der erst vor
| |
| |
etwa 15 Jah[r]en einen alten verwitterten, leider verschollenen, ersetzte, soll er seine letzte Ruhestätte gefunden haben. Freiherr von Hammerstein-Ecquard ging s. Zt., etwa zu Anfang der zwanziger Jahre, zusammen mit dem Vater des jetzigen Fürsten eifrig auf die Suche und förderte u.a. ein menschliches Skelett zutage. Auch im Volksmunde ist ‘Jan van Osterrieke’ noch hie und da lebendig. In jedem Falle eröffnet sich also dem Forscher ein interessantes Feld.
***
De langste Waterleiding ter Wereld. - Over deze waterleiding, aangelegd in het district Coolgardie in Australië wordt het volende vermeld. De lengte zal 531 KM. zijn en de leiding zal in staat zijn 22.650 M3. water per uur te verschaffen: de kosten, waaronder begrepen het aanleggen, de verschillende machinerieën, reservoirs, dammen enz, worden berekend op 6225 millioen frank of ongeveer 12,000 frank per KM.
De wijze van constructie. als Fergusonsysteem bekend, bestaat in het aanwenden van plaatijzer of stalen buizen, die niet geklonken of gesoldeerd worden doch met behulp van de hydraulische pers aaneengesmeed, zoodat volstrekte dichtheid verkregen wordt. Men teert ze verder en verbindt ze onderling met roode ringen. Ze hebben 0,75 M. doorsnede, worden in de lengte van 8.54 M. aaneengelegd en wegen 1200 KG. per stuk. De geheele leiding zal uit 62. 229 van dergelijke buizen bestaan en 74.675 ton wegen.
***
Visschen die Kunstjes leeren. Dat visschen geleerd hebben te komen als zij geroepen worden, is niet vreemd, maar minder bekend is het, dat men hun kun tjes kan leeren. Zeker heer had op. zijn buitengoed een aquarium met twee forellen, die uit het water opsprongen, om vliegen welke hij tusschen duim en vinger hield, van hem aan te nemen, en aan een schelletje trokken, als zij eten wilden hebben. Zij konden ook over stokjes springen, die twee duim boven het water gehouden werden.
Deze en dergelijke stukjes zijn op eene zeer eenvoudige manier geleerd. Voor het schellen, b.v. was aan het traliewerk van het aquarium een paaltje met een helderklinkend zilveren schelletje vastgemaakt, terwijl een koord aan de stang van de schel in het water hing.
Aan het losse eind van het koord werd een vlieg of ander lokaas gehecht, waar de visschen terstond naar hapten, en door aan het koord te trekken, klingelde de schel.
Nadat dit eenige dagen herhaald was, werden de visschen eene poos buiten
| |
| |
voedsel gelaten totdat zij ontdekten, dat zij dit konden verkrijgen door aan het koord te trekken, waaraan de lekkernij gehecht was geweest.
Dit werd hunne gewoonte, als zij honger hadden, en daar dit nogal dikwijls het geval was, werd het schelletje van toen aan weinig met rust gelaten
***
Koninklijke Pantoffels.- Een inwoner van Wimereux, de kuststreek nabij Boulogne, waar eertijds Napoleon III landde, heeft in zijn bezit de authentieke pantoffels, die koning Lodewijk XVIII droeg.
Toen deze in 1815 haastig de Tuilerieën moest verlaten, terwijl geheel Frankrijk luide juichte bij den terugkeer van zijn keizer, had hij nauwelijks tijd om eenige bagage mee te nemen. Hij vertrok met niets bij zich dan de kroonjuweelen en een valiesje, waarin eenige hemden, een huisjas, twee paar kousen en de pantoffels geborgen waren.
Door een verzuim van de post verdween het koffertje, tot groot verdriet van den koning. Toen Maarschalk Macdonald hem over het verlies trachtte te troosten, kreeg hij ten antwoord:
‘Ach, mijn beste maarschalk, je kunt niet begrijpen hoe prettig het is pantoffels aan te hebben, die naar je voeten staan!’
De bedoelde pantoffels zijn zeer [m]erkwaardig. Zij deelden met den koning de ballingschap te Mittan, te Hartwell en in Italië.
Misschien droeg de graaf van Provence ze nog wel in den tragischen nacht, toen hij uit Parijs vluchtte om aan de revolutionnaire woelingen te ontkomen. En nu worden ze teruggevonden in een achterhoek van Frankrijk.
***
Gecondenseerd bier. - Een merkwaardige proef is in Transvaal genomen met een naar het schijnt volkomen gunstigen uitslag. Gecondenseerd bi[e]r werd in den vorm van gelei aan de Engelschen troepen uitgereikt. Een eenvoudige bewerki[n]g, bestaande in het bijvoegen van de noodige hoeveelheid water, is voldoende om deze taaie ge[l]ei in een zeer goed drinkbier te doen veranderen.
Het geconde seerde bier zal voortaan geregeld aan de Engelsche troepen verstrekt worden.
|
|