bij deze bewondering bleef het, om de toepassingen in het practisch gebruik te doen overgaan, daarvoor waren zij nog te duur en de techniek werkt niet met idealen, maar moet wel degelijk rekening houden met de getallen in debet en credit.
Eerst dan, konden die uitvindingen van practische beteekenis worden, wanneer het zou mogelijk zijn den electrischen stroom aanmerkelijk goedkooper en krachtiger op te wekken dan zulks tot dan toe was geschied. De toestel waardoor deze betere stroomontwikkeling verwezenlijkt werd is de dynamo-electrische machine of de dynamo-machine zooals zij thans bij verkorting wordt genoemd.
Ook deze echter, is niet, evenals Pallas Athene uit het hoofd van Zeus, kant en klaar ter wereld gekomen, maar zij heeft zich langzaam, onder zorgvuldige verpleging van geleerden en technici in het laboratorium ontwikkeld.
De Engelsche geleerde, Faraday, toonde, in 1831 aan, dat in een gesloten geleider een electrische stroom ontstaat, telkens deze bewogen wordt in een magnetisch veld, d.w.z., in de ruimte waarbinnen een magneet zijne werking doet gevoelen.
Van dit beginsel uitgaande bouwde Piscii een jaar later het eerste tuig dat toeliet mechanisch arbeidsvermogen in electrisch om te zetten. Zijne machine werd achtereenvolgens door verschillende electro-technici verbeterd, zonder echter vooreerst op eene groote beteekenis als stroomopwekker aanspraak te kunnen maken. De oorzaak hiervan was, behalve aan gebreken in den bouw zelven van het tuig, vooral aan het feit toe te schrijven, dat men staalmagneten gebruikte die eene betrekkelijk geringe magneetkracht bezitten. Desniettemin zijn ook met behulp van zulke magneten machines voor sterke stroomen gebouwd, namelijk door de maatschappij ‘l'Alliance’, machines die nog voor electrische vuurtorenverlichting en sommige andere doeleinden in werking zijn.
Nu lag de gedachte voor de hand, de staal-magneten door electro-magneten te vervangen en deze door eene afzonderlijke stroombron te voeden. Zoo vervaardigde Wilde electrische machines met electro-magneten die door eene kleine machine met staalmagneten van den noodigen stroom voorzien werden. Beide dynamo-machines, de groote en de kleine, werden door denzelfden motor, stoomtuig of waterrad, gedreven en zoo was men erin geslaagd mechanische drijfkracht in electrischen stroom om te zetten.
Daar deed in het jaar 1866, Werner von Siemens, een nieuwe belangrijke uitvinding, waardoor hij den hinderpaal, die eene algemeene toepassing der electriciteit nog in den weg stond, omverwierp.
‘Waarom,’ vroeg hij zich af, ‘moeten wij onze toevlucht nemen tot eene