Germania. Jaargang 3

4^de Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres.

Het 4^de Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres greep plaats op Zondag 30 September 1900, in het Paleis der Akademiën te Brussel.

Meer nog dan vroeger mogen wij ons met de inrichters van deze congressen verheugen, want wat aanvankelijk voor menigeen kon een gewaagde onderneming heeten, is thans gebleken een leefbare instelling te zijn geworden, die reeds vele vruchten heeft afgeworpen en er meer en meer en wel van blijvenden invloed op ons Vlaamsch leven, zal afwerpen.

Den Zaterdag, 29 Sept. 1900, te 20 uur hield in ‘De drie Zwitsers’ Prof. D^r Mac Leod, leeraar aan de Hoogeschool te Gent, een keurig gestelde en grondig doorwrochte voordracht over den ‘Invloed der levensvoorwaarden en de sociale verantwoordelijkheid.’

Aanwezig waren 250 personen waaronder omtrent 50 dames.

Het Congres werd op Zondag in het Paleis der Akademiën met een eerste algemeene vergadering geopend om 10 1/2 uur.

Van de 150 deelnemers waren 80 aanwezig.

Tot algem. Voorzitter werd D^r J. Mac Leod verkozen, tot Ondervoorzitters, D^r Borginon en D^r Delantsheer, tot Secretaris, D^r Schamelhout. D^r Schamelhout brengt verslag uit over de werkzaamheden van het inrichtingskomiteit.

Daarna worden tot voorzitters der afdeelingen aangesteld:

In de 1^ste afdeeling, D^r A.J.J. Vandevelde, bestuurder van het laboratorium der stad Gent.

In de 2^de afdeeling, M^r C.E. Wasteels, Repetitor aan de Hoogeschool te Gent.

In de 3^de afdeeling, Prof. D^r Verriest van Leuven.

[p. 25]

Eerste Afdeeling.
Scheikunde, Natuurkunde, Delfstofkunde.

De voorzitter opent om 10 u. de vergadering en stelt voor het bestuur te volledigen met D^r Schuyten (Antwerpen) tot ondervoorzitter en D^r A.N.H. Biltris (Eekloo) tot secretaris te benoemen. Na toetreding wordt het woord verleend aan:

1^o	D^r A. Schamelhont (Brussel) die handelt over ‘Beproeving der vluchtige oliën.’
2^o	Aan D^r Schuyten (Antwerpen). Deze bespreekt den molekelbouw zijner metaalsalipijrinen, als antwoord aan den Heer Ed. Bourgeois.
3^o	D^r Ad. Van den Berghe, Praeparator aan de hoogeschool te Gent.
4^o	F. Leperre (Gent) laat zich verontschuldigen, maar zendt twee bijdragen in; de eerste: onderzoekingen over de gevoeligheid der diphenylaminreactie op de salpeter en salpeterigzure zouten bij het beproeven van melk, wordt afgelezen door D^r Biltris; de tweede door D^r A.J.J. Vandevelde. Daarna spreekt D^r Biltris over Nieuwe collegeproeven en andere met statische electriciteit, eindelijk D^r A.J.J. Vandevelde over Densimeters en araeometers; een historische schets.

D^r Van Rysselberghe werd belet de zitting bij te wonen en laat zich verontschuldigen.

De zitting wordt geheven om 12 u.

Tweede Afdeeling.
Biologie-Dier- en Kruidkunde.

1^ste Zitting. Om 10 u. opent de Voorzitter de zitting na samenstelling van het bestuur. D^r J. Burvenich en De Caluwe laten zich verontschuldigen. Het woord wordt verleend aan:

Prof. I. De Beucker (Antwerpen) om te handelen: Over de bonte bladeren, bonte bloemen en andere bonte leeftuigen der planten.

Verder spreken: J. De Bois (Brugge) over Verwantschap en Kruisbevruchting.

Prof. D^r Mac Leod (Gent) over de veranderlijkheid van het aantal stempelstralen bij Papaver.

R. Schockaert (S^t-Niklaas) over Nieuwe opzoekingen over de eirijping van den Thysanozoon Brochchii.

G. Staes (Gent) over de voeding der bonte kraai. Uitslag mijner onderzoekingen gedurende den winter 1899-1900.

D^r A.J.J. Vandevelde (Gent) Onderzoekingen over plasmolyse (2^de mededeeling). Bepaling van den giftigheidsgraad der vluchtige oliën.

C.E. Wasteels (Gent) over de verspreidingscurven met betrekking tot de polynomiale waarschijnlijkheidswet.

[p. 26]

Derde Afdeeling.
Geneeskunde.

Na vollediging van het bestuur behandelen hier:

2^o D^r G. Borginon (Brussel). Iets over de geldelijke waarde van zekere spijzen vergeleken met hunne voedende krachten.

D^r Broeckaert (Gent). Gedeeltelijke blindheid veroorzaakt door sinusitis ethmoïdo-frontalis. Operatie.

D^r Cauterman en D^r De Keersmaecker (Antwerpen). Eenige operaties naar Bottini.

D^r D. De Buck en D^r L. De Moor (Gent). Proefondervindelijke en anatomo-pathologische bijdrage tot de leer der spieratrophie.

D^r De Lantsheere (Brussel). Over beroepsgezichtscherpte.

D^r L. Lava (Gent). Inwendig gebruik van zuren in plaats van alkaliën bij het behandelen van niersteenen bestaande uit phosphorzure zouten.

D^r A. Miele (Gent). De behandeling der scoliose.

D^r J.A. Peeters (Gheel). De opsluiting der krankzinnigen.

D^r F. Sano (Antwerpen). Over krankzinnigenverpleging in groote steden.

Om 12 uur worden de werkzaamheden geschorst.

_**_*

Om 2 uur tweede algemeene vergadering met een woord van dankzegging door professor D^r Mac Leod tot alle medewerkers gericht, waarna Brugge wordt aangeduid voor het houden van het 5^de congres in 1901; moest het te moeilijk blijken te Brugge dan te Gent.

Daarna worden de werkzaamheden hervat. Spreken nog:

D^r G. Schamelhout (Antwerpen). Over een geval van spasmodische strictuur van den slokdarm.

D^r P. Schepens (Brussel). Over etterpleuris bij kinderen.

D^r A. Struelens (Brussel). Eenige woorden over het drinkwater.

D^r Teirlinck (Gent). Kunstmatige anus bij ziekten van het rectum.

D^r A. Van Langermeersch (Antwerpen). De electrische wisselstroomen van hooge herhaling: hunne biologische en geneeskundige uitwerking.

D^r F. Vermeersch (Lichtervelde). De lucht en de teringlijders.

Prof. D^r Verriest (Leuven). Gezonde en zieke magen.

D^r Wibo (Brussel). Verantwoordelijkheid van ouders en samenleving nopens de gevolgen van Alkoolismus voor de kinderen. Erfelijke ziekten hieruitvloeiende.

D^r R. Wybauw (Brussel), Hoe moeten wij de werking der minerale bronnen in het licht der hedendaagsche wetenschap beschouwen?

_**_*

Brengen wij met alle uitvoerigheid bovenstaande programma der werkzaamheden van het 4^de congres voor Natuur- en Geneeskunde, zoo doen wij dit om ter dege te bewijzen hoe het Vlaamsch tot in de strenge wetenschappelijke wereld is doorgedrongen. Dat verder onder deze Vlaamsche geleer-

[p. 27]

den ernstig gewerkt wordt bewijst wel deze aanzienlijke reeks oorspronkelijke mededeelingen en verhandelingen. Wel hebben wij hooren zeggen dat nog menig congreslid zooniet de meerderheid, een maar gebrekkige taal, meer Vlaamsch dan Nederlandsch spreekt. Dit doet niets af van onze vreugde over het schitterend welslagen van dit 4^de congres. Brugge en Gent zijn niet in één jaar gebouwd. Al doende leert men, zegt ons spreekwoord en zoo zeggen nog andere volkeren. Voor ons is het een niet te onderschatten gebeurtenis dat maar een congres van zulken aard in onze tot in haar denken verfranschte geleerdenwereld mogelijk is. Wij zeiden het reeds hiervoren. Vier jaar geleden dachten velen het plan van den moedigen vlaamschgezinden Mac Leod, niet enkel een stout stuk, maar een gewaagde onderneming; zijn vertrouwen werd niet beschaamd en wij allen die medewerken, verheugen ons met hem en gunnen hem van harte de groote voldoening die hij mocht ondervinden.

Bewezen is thans op doorslaande wijze dat de Wetenschap die eerst Latijnsch was en dan Fransch en Duitsch en Engelsch tot Russisch en Japaansch kon worden ook Nederlandsch kan zijn en hoe bespottelijk het klinkt uit den mond der Franschelaars: het Nederlandsch is te arm om een wetenschappelijke taal te wezen. Neen, geen taal is te arm wanneer door de wetenschappelijke mannen in die taal geleefd en gedacht wordt; zij is onuitputtelijk aan rijkdom en plooibaarheid als het denken zelf van hen die ze spreken.

Dit bewezen te hebben is een overwinning meer door deze Vlaamsche congressen behaald.

Zal men nu nog kunnen vragen of er zoo noodig zouden Vlaamsche geleerden zijn om op verdienstelijke wijze hooger onderwijs te geven? Eindelijk, is dit Congres ook al niet een heerlijke bijdrage tot ons aller streven, het Vlaamsche werk bij uitnemendheid, de geestelijke opbeuring van ons volk?

Eekloo.

D^r Biltris.