Germania. Jaargang 2

De Duitschers en de Parijser Wereldtentoonstelling

Voor de eerste maal zal Duitschland, ter gelegenheid der wereldtentoonstelling te Parijs, aan de wereld kunnen toonen tot welken graad van ontwikkeling op nijverheidsen handelsgebied zijn eenheid het geleid heeft. Het zal niet alleen veel nieuwigheden uitstallen, maar bovendien bereidt het ons een menigte verrassingen, die, naar het schijnt, groote belangstelling zullen verwekken.

Naar de briefwisselaar van een Londensch blad mededeelt, zal de Duitsche Afdeeling zoo aantrekkelijk vertegenwoordigd zijn als dit geld en kennis mogelijk maken. De kaiserlich deutsche Ausstellungs Kommissar, de heer Richter, beschikt over materiaal genoeg om de plaats, die hem op de Quai d'Orsay toegewezen is, tienmaal te bezetten. Het aantal Duitsche tentoonstellers klimt tot ongeveer 3000, waaronder afgevaardigden

[p. 134]

zijn van alle nijverheidstakken in Duitschland. De door hen uitgestalde voorwerpen zullen eene gezamenlijke waarde van 16 miljoen mark bedragen, waarvan nochtans het grootste deel voor machinen en werktuigen in aanmerking komt. Op het gebied van den machinenbouw komt aan Duitschland de eerste plaats toe, dit wordt door Engeland zelf toegegeven. Overigens spreken de feiten zelf, want de Fransche Regeering drukte haar bewondering over de Duitsche machinennijverheid uit, terwijl zij met een Duitsche firma onderhandelde tot het plaatsen van eene kraan, die in de tentoonstelling moet dienen om de zwaarste machinen op hun plaats te brengen. Deze kraan zal meer dan 40 voet hoog zijn en een hefkracht van niet min dan 25.000 kilogram bezitten. Noch een Fransche noch een Engelsche firma, schrijft de Londener briefwisselaar, kon zulke onderneming aangaan. (?)

Doch dit is niet de eenige bijval, dien Duitsche machienbouwkundigen en ingenieurs reeds nu, en zóó kort voor de opening der Parijser Tentoonstelling, inoogsten. Zij hebben het ook ondernomen vier dynamos saâm te stellen, die tezamen 53,000 paardenkracht zullen ontwikkelen. Deze buitengewone dynamos zullen in de Galerie des Machines geplaatst worden en zijn bestemd om het Champ de Mars electrisch te verlichten. Bovendien worden honderden soorten van stoomzagen en machinen tot het maken van allerlei werktuigen uitgestald, alsook werktuigen van wetenschappelijken aard, scheikundige voortbrengselen, leder, caoutchouc, enz.

Doch dit is nog niet alles.

Ook de Duitsche legermacht, zal op de tentoonstelling vertegenwoordigd zijn. Als sterkste militaire macht van Europa, zal Duitschland er aan hechten al de nieuwste wapenen, die in de hedendaagsche oorlogen gebruikt worden, ten toon te stellen, waaronder de laatste uitvindingen der kanongieterij Krupp. Ook op dit gebied, zal geen ander Duitschland op zijde streven, evenals wat zijn instellingen betreft voor gewonden op het slagveld. Wat niet min belangwekkend zal zijn dan al het opgesomde, is de tentoonstelling der uniformen van Pruisische soldaten uit verscheidene tijdperken, bijzonder gedurende de Fransche oorlogen, in den loop der achttiende eeuw, ten tijde van Rossbach, gedurende de oorlogen van Napoleon en tot op den jongsten tijd toe, namelijk: de uniformen der Pruisische soldaten bij de gevechten van Königgrätz en Sedan. Modellen der reuzengrenadiers van het Garderegiment Friedrich Wilhelm zullen eveneens te zien zijn.

De schrijver eindigt, met te verklaren, dat het Duitschland's wensch is, aanstaande jaar, aan de heele wereld te toonen, dat de Duitsche nijverheid en kunst een hoogen trap van ontwikkeling heeft bereikt en dat de vooruitgang van Duitschland in de laatste dertig jaar op industrieel- en handelsgebied ongehoord mag heeten.

Zonder twijfel, roept de schrijver van het Engelsch blad ten slotte uit, zal Duitschland op elk gebied op de waardigste wijze vertegenwoordigd zijn in de Tentoonstelling van 1900.