Gentsche Almanak voor den Jare 1823
(1822)– [tijdschrift] Gentsche Almanak voor den Jare ...– Auteursrechtvrij
[pagina 132]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1822.(6 January.)De gazette van Batavia van den 28 augusty laetstleden, deed een omstandig verslag aengaende de plegtige viering van den verjaerdag van Z.M. onzen koning. Na de revue over de troupen van het garnizoen te hebben gedaen, had de heer gouverneur-generael de onderscheydene civiele en militaire overheden ontvangen. Men heeft, by dit gehoor, opgemerkt den prins Prang-Wedone met zeszelfs zonen, welke opgeleyd werden door den heer lieutenant-kolonel Nahuys, resident te Soëra-Carta. De prins verklaerde aen den gouverneur-generael dat hy dien dag had uytgekozen, om op de plegtigste wyze, zyne verkleefdheyd aen het gouvernement der Nederlanden te betuygen, voor welks dienst, hy en zyne geheele familie, bereyd waren hunnen laetsten druppel bloeds te storten. Des avonds had er eene algemeene verlichting plaets. Het bal en 't avondmael by den heer gouverneur, waren zeer prachtig. Twee dagen te voren bad gemelde gouverneur eene kostbare maeltyd gegeven aen den generael-major De Cock en aen de officieren, welke deel gemaekt hadden van de expeditie van Palembang. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(17 January.)Het paleys in gegoten yzer, hetgeen de prins De Labanof te Moscou doet opregten, zal, in dit slag, het eenigste monument zyn, dat in geheel de wereld gevonden wordt. Er is op dit gebouw een belvedère van 150 voet hoog en een aental colommen van eene colossale grootte. De plaetsing dier massen, heeft mees, terstukken van werktuygkunde, doen te voorschyn komen.
Den 9 dezer maend (Meye 1822) was 'er op de Teems, een proef van een nieuwlings van yzer stoomvaertuyg, de Aaron genaemd, genomen. Op den middag begaven | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zich verscheyde opper-officieren van de koninklyke marine, eenige ingenieurs en geleerden, aen boord van gemelde schip, en manoeuvreerden gedurende verscheyde uren met hetzelve. Dit vaertuyg is gebouwd in de smidsen van Hotsley in de nabyheyd van Bermingham, door den heer Manby en te Rotterhite opgetuygd. Het is, zoo men zegt, het volmaektste werk van yzer, dat men ooyt gezien heeft, en gaet een voet minder diep dan eenig ander stoomvaertuyg. Hetzelve is 100 voeten lang en 17 voeten breed; deszelfs werktuyglyke kracht, staet gelyk met die Van 30 peerden. Men twyffelt er niet aen, of deze yzeren vaertuygen zouden algemeen in gebruyk komen, vooral in ondiepe vaerwaters. Zy hebben dit ook op de andere vaertuygen vooruyt, dat zy niet kunnen verbranden en zeer juyst en onveranderlyk manoeuvreéren. De Aaron zou binnen eenige dagen van Londen naer Parys vertrekken. Dit schip zal het eerste van dien aerd zyn, dat directelyk tusschen de twee hoofdsteden van Engeland en Vrankryk is gevaren.
Men las in de engelsche nieuwspapieren (6 November 1821.) dat een katoen - spinner van Aldwick, by Manchester, een stoom - rytuyg, (voiture à vapeur) had uytgevonden, waermede hy zonder peerden, koopmanschappen en passagiers transporteert. Na herhaelde proefnemingen gedurende twee jaren, heeft de uytslag bewezen, dat deze uytvinding het gewenschte doel, volkomen bereykt; het rytuyg legt negen of tien engelsche mylen over de hoogten en leegten der postwegen, in een uer af; hetzelve kan met het grootste gemak de moeyelykste wegen beryden. Men heeft verhaeld dat eenige personen dewelke des avonds van Stockport kwamen, door schrik bevangen zyn geweest by het ontmoeten dezer machine waervan men, om reden, by nacht de proef nam. Het was ook zeker genoeg, om de moedigste menschen te doen verschrikken, een rytuyg te zien van een buytengewoon maeksel, waerop zich | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een helder vuer bevond, dat met eene verwonderingsweerdige snelheyd alleen en vanzelfs, voortreed. Korten tyd daerna vernam men dat de heer Griffith van Brompton, diergelyk stoom-rytuyg, met den besten nytval, te Weenen in zwang had gebragt. Men had alle voorzorg genomen om de hindernissen der bergachtige wegen en het perykel der uytbersting van 't vuer, te voorkomen. Twee toezieners zyn by elk rytuyg, de eene Voor de togt, en de andere voor het vuer. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(14 February)‘Uyt alle de deelen van Europa ontfangt men de zeldzaemste berichten van de gevolgen van den ongemeynen zachten winter en van het vroegtydig gunstig weder. In january heeft men te Arnsberg eene menigte kevers ofte meulenaers gezien, waer van men er eenige heeft genomen. Men weet dat dit ongedierte maer in de maend van mey te voorschyn komt. Te Middelburg in eenen hof van de lange noord-straete bevind zich, in kouden grond, in vollen bloey eenen Digitalis purpurea, en in eenen anderen hof van de zelve straete eenen appelboom, waer op noch over de honderd volwassen appels van het voorleden jaer staen, die by de minste vorst zouden moeten afgevallen zyn. Te Scherpenisse, in het eyland Tholen, in den hof van den heer van Wyngaarden is eenen appel-boom, die niet alleen gebloeyt heeft, maer waer op men reeds aen eenen tak dry gespeende appels ziet, terwyl van eenen anderen tak eenen ook reeds gespeenden appel is afgevallen. In verscheyde streken van Duytsland komen de weyden en bouwlanden reeds te voorschyn met versch groen, de boomen bloeyen alom, en op zommige plaetzen vind men reeds roodwordende aerd-beziën.’ (Gazette van Gend.) En hetgeen grootelyks te verwonderen is, zeyde daer omtrent de Journal de Gand van den 24 february: Het is alhier rondom Gent, en in de velden der beyde Vlaenderen, in 't algemeen, even als in de voorgaende jaren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
water aldaer zoo leeg stond, dat men droogvoets, tusschen de Isabelle-sluys en gemelde stad, den Braekman, een arm der Schelde, passeerde, een verschynsel 't gene men van s'menschen geheugen niet gezien had. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(12 February.)Wy vernamen dat er sedert korte dagen, in dit ryk, dry personen boven de honderd jaren, overleden waren. Den 19 january was gestorven te Wezep, gemeente van Holdebroek in Gelderen, Hermanus van Ommen, in den ouderdom van 104 jaren en tien weken; hy was klompemaker van beroep en had nooyt ziek geweest. Zyn beste soupé, volgens de gazette van Gend, was peerden-boonen met melk.
Den 8 Februay stierf te Leyden eene vrouw van 100 jaren en elf maenden; zy liet achter eene dochter van 78 jaer en 60 kinderen en kleynkinderen.
En den 9 der zelve maend was in den Haeg overleden Michiel Hartog de Jong, israëliet, in den ouderdom van 101 jaer. Weynige tyd voor zynen dood had hy met water en brood gevast en een geheelen dag in de synagoge doorgebragt.
In Opper-Babie In Polen (2 Mey) leefde een geneesheer met name Gallon, oud 118 jaren, die nog elken zondag een uer verre wandelde met d'alderliefste van 105 jaer, aen den arm, en die daerby nog zyne pratiquen oppastte. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(15 February)Tydingen uyt het noorden bragten nog mede dat een deensche sergeant, die 101 jaer oud is, in echt getreden was met eene dochter van 17 jaer.
Dat in een dorp by Waerschau een herder leefde (10 april) die den ouderdom van 105 jaren bereykt, en, nu twee jaer geleden, voor de derde mael was getrouwd. Hy had nog geen grys hayr en zyne tanden waren nog allen goed en voltallig. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Extrait uyt de chronyke vanden Ghendtschen almanach anno 1723.) Den 9 April isser binnen Bisselaere in Vlaenderen, een huwelyck versaemelt, den man out synde 108 iaer en de vrouw 104, synde jonghman en ionghe dochter. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(14 February,)Eene gebeurtenis die meermaels plaets heeft in Engeland, zag men ledend eenige dagen, te Rye in 't graefschap Sussex, vernieuwen. Zekere Booth had zyne vrouw met eene koord aen den hals, te koop geveyld en die voor 25 schelings (omtrent 27 francs) verkogt. Byzondere berigten bragten mede dat hy er mostaerd Ga naar voetnoot(1) aen had geëten en dat er hem weynige ueren te voren, six pens meer, waren voor geboden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(17 February.)De Journal de la Belgique sprak van een' zonderlinge voorval en die de nieuwsgierigheyd der inwoners van Ferté-sous-Jouarre (Marne) heviglyk opwekte. Eene koe bad twee wanschepsels geworpen. Beyde hadden van voren de gedaente eener jonge vrouw, en het onder gedeelte verbeeldde eene koe. Het municipael bestuer had van het feyt kennis genomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de bazilieke, te hebben doorgebragt, en na de leeringen, welke een katechizant behoeft, te hebben bygewoond, in dezelve kerk den heyligen doop ontvangen den 25 january, dag der bekeering van den H. Paulus. De heer kardinael Galessi, bisschop van Albano, heeft hem dit sacrament toegediend, gevormd en de communie gegeven. De infant don Karel Lodewyk, zoon der hertoginne van Lucques, heeft over denzelven als peter gestaen en hem de namen gegeven, van Karel-Louis-Paulus-Hercules-Josephus-Maria. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(23 February.)Sedert eenige dagen is er te Marseille een etablissement geopend, waeraen men den naem van Gymnase, heeft gegeven. Onder hetgene men aldaer onderwyst, wordt ook de kunst van schieten met het pistool, door Mr Marteny, eygenaer van deze opregting, geleerd. Onder andere proeven van behendigheyd, ter gelegenheyd der opening van zynen cours, gegeven heeft men het volgende opgemerkt: Een oranie-appel werd geplaetst op het hoofd van een' bedienden, en door een pistoólscheut van Mr Marteny, in twee stukken gespleten, vernieuwende aldus de proef, welke de onbermhertige Ghessler aeu Guillaume Tell deed onderstaen. ‘By het lezen van dit artikel, ‘zegt de dagschyver, vanwien wy dit overnemen (Journal de la Belgique)’ vraegt men zich hoe het komt, dat de overheyd diergelyke zaek gedoogt, welke, indien-ze van den eenen kant de bedrevenheyd van Mr Marteny bewyst, in den zelven tyd, van het vermetelste vertrouwen van den schutter getuygt, gelyk mede van dengenen, dien men zynen medepligtigen zou mogen noemen. De vergelykenis die men tusschen deze daed en degene van Guillaume Tell wilt maken, is zedelyker wyze genomen, valsch; want alhier loopt men vrywillig een gevaer, terwyl de zwitsersche held zich slechts onderwierp aen de verschikkelyke verpligting hem opgelegd, en men weet dat indien zyne vaderlyke | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hand het doel gemist had, hy eene tweede schicht gereed had, om den eerloozen wreedaerd te doorbooren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(26 February.)Men schreef uyt Londen dat zeker persoon met naem Bartleman, de wonderbare wedding had aengegaen van twaelf engelsche mylen Ga naar voetnoot(1) te voet en achterwaerts, in twee ueren tyds af te leggen, en dat hy zulks den 28 january op den weg van Packham, had Verrigt. Hy had de eerste myle in zeven minuten tyds gedaen, vier andere mylen in 32 minuten, en zeven mylen min 200 roeden in de eerste uer. Daerna had hy twee minuten gerust. En hetgene hem alsdan nog te doen stond had hy in eene uer min twee minuten, verrigt. Hy had zyne wedding met eene onuytsprekelyke moeyte gewonnen; Hy was verscheyde mael, in de twee laetste mylen, door schitteringen in d'oogen, ter aerde gevallen, 't geen hem daerna groote pyne had veroorzaekt. Men had twee tegen een gewed. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(4 Maert.)Men heeft over eenige dagen op een gastmael te Londen, een stuk ossen-vleesch opgedist wegende veertien pond, 't welk opgebraden was geweest den 11 october 1814 en 't geen, na in eene doos ingepakt te zyn, alwaer volstrekt geene lucht kon inkomen, tweemael de reys naer de Oostindiën had gedaen. Het zelve was nog zeer goed en lekker. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(12 Maert.)Uyt s'Hertogenbosch werd gemeld dat er te Cappelle, canton van Walwyk, by het delven in den grond, toevalliglyk het romp van een schip was gevonden van 60 ellen lang op 15 breed. Men maekte alle slag van gissingen, om te weten hoe hetzelve op zoo verren afstand van de zee, aldaer gekomen was. Latere berigten bragten mede, dat het voornaemste, 't gene men tot alsdan in helzelve gevonden had, waren | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eenige aerden tichels van eenen vuerhaerd met ingedrukte letteren, waerover een ruwe glans legt. Deze letteren behelzen de volgende spreuken: Alle dinc heeft ciinen tiid, met oude duytsche en Eendracht heeft groots cracht, met romeynsche letteren. Uyt deze en andere omstandigheden, schynt dat het vaertuyg niet tot den tyd van 1421 moet gebragt worden, zoo men eerst had gemeend, maer by eene latere overstrooming, daer moet gekomen zyn. Men gist dat de gebeurtenis, die het op deszelfs tegenwoordige plaets gebragt heeft, gedurende den oorlog tegen Spanje, toen een groot gedeelte dezer streken onder water heeft gelegen, moet zyn voorgevallen, en dat het schip dus 200 à 240 jaren, aldaer kan bedolven zyn geweest. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(16 Maert.)Wy nemen uyt het Journal de la Belgique van heden, over, het volgende: ‘Een engelsch dagblad meldt dat in eene volkryke stad in Engeland, de volgende teekenen of signalen, by eene soort van taciet verdrag, aengenomen zyn. Een manspersoon die trouwen wilt draegt eenen ring aen den voorsten vinger der linke hand; indien hy alreede met iemand afgesproken is, draegt hy den ring aen den tweeden vinger; getrouwd zynde, aen den derden vinger, en zoo hy niet trouwen wil, aen den kleynen vinger. - De vrouw die te trouwen is, draegt eenen ring aen den eersten vinger; indien, gelyk men zegt de bruyd verkogt is, draegt zy den ring aen den tweeden vinger; getrouwd zynde, aen den derden vinger; en indien zy 't uytgedaen heeft, en met geen slechte redens meer gediend is, draegt zy den ring aen den laetsten vinger. Zoo een heer eene bloem, waeyer, of andere colifichet aen eene dame, met de linker hand, aenbiedt, is dit eene declaratie van zynen kant; indien zy zulks met dezelve hand aenveerdt, is het goed teeken; met de rechte hand aenveerdende, is 't eene blauwe schéén.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(17 Maert.)Den 16 dezer vernam men uyt Elberfeld, dat de regering aldaer, het volgende besluyt had genomen: Het is aen de jonge lieden beneden de 16 jaren, op eene boete van dry ryksdaelders, verboden, op publieke straten en wandelingen tabak te rooken uyt pypen of sigaren. Die zich daeraen schuldig maekt, zal door de politie veroordeeld, en by herhaelde overtreding, zwaerder gestraft worden. Het is insgelyks aen de cafféhuyshouders, kasteleyns, herbergiers en aen alle die zich met een diergelyk beroep geneeren, op eene boete van vyf ryksdaelders, verboden jonge lieden beneden de 16 jaren, den toegang in hunne huyzen te verleenen, of toetestaen, hun zonder toezigt van hunne ouders, te vertoeven of drinken, spelen enz. te veroorloven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Den 19 Maert.)Werd in de kamer der gemeenten te Londen de 2de lezing gedaen van het bill rakende de lediggangers en landloopers. De kolonel Wood deed deswegen aenmerken, dat de wet zoo als die was voorgesteld, het publiek van een zyner vermakelykste spectakels beroofde, namelyk 't gene van mynheer Polichenelle, (alhier gekend onder den naem van Pier-Jan-Klaes) maer dat hy het genoegen had te kunnen aenkondigen, dat er by eenen byzonderen artikel, eene uytzondering zoude worden gemaekt ten voordeele van Pier-Jan-Klaes. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(20 Maert.)Heden heeft de civiele regtbang van Parys, de uytspraek gedaen over het berucht proces der heeren Montholon, Bertrand en Marchand, en den heer Lafitte, opzigtelyk het testament van Napoléon Bonaparte. Deze had, weynige tyd voor den slag van Waterloo, vier à vyf millioenen by den heer Lafitte in bewaring gesteld, en had, zoo het scheen, van dezelve sommen, by acte van uyttersten wil, ten voordeele der gemelde heeren gedisponeerd. Deze waren eeniglyk voorzien van een extract van hetzelve testament, hunne gift betreffende, en voorderden van den heer Lafitte de sommen aen hun respectivelyk vermaekt en op gemelden depot geassigneerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De heer Lafitte verzette zich tegen deze vraeg en beweerde, onder andere middelen van min of meer belang, dat er geen regt kon geschieden op een deel van een testament, maer dat hetzelve, in zyn geheel, moest worden overgebragt om te kunnen onderzoeken of de gepretendeerde legaeten door geene andere dispositien van hetzelve testament gemodificeerd of vernietigd waren. Hy twyffelde verders, of de testateur, zyne civiele regten verloren hebbende, als nog bevoegd ware tot het maken Van een valide testament. Overigens was hy bereyd te consigneren. De procureur des konings was van hetzelfde gevoelen van den heer Lafitte op alle de redenen by hem aengevoerd; Eene vraeg die alle de andere overheerscht, zeyde hy, bestaet in het onderzoek of, zoo als de heer Lafitte beweert, het decreet van den 6 maert, hetgene Napoléon Bonaparte vogelvry verklaerde, hem van zyne burgerlyke regten heeft beroofd, en hem aldus onbekwaem heeft gemaekt, om by testament over zyn goed te beschikken, en dit kon, volgens gemelden heer, aen geen' twyffel onderworpen zyn. Hy beriep het I2de artikel van het Charter hetgeen aen den koning het regt en de magt geeft, om, in de bezwaerlyke tydsomstandigheden, den staet te redden. Hy vergeleek dit artikel aen de caveant consules het oude Romen. ‘In de maend maerte 1815 heeft de koning zich, als met de dictatoriale magt bekleed, vertoond; 't is uyt kragt dezer magt, dat hy afkondigde het bevel van den 6den maert waerby Napoléon Bonaparte vogelvry verklaerd werd en elk hem dooden mogte. Zyne verzending voor eenen krygsraed, eeniglyk tot bewys zyner idenditeyt, bragt de doodstraf mede, welke door de vermelding in het bulletin des lois, en door de bekragting der beyde kamers, onwederroepelyk is geworden.’ ‘Deze hadden aengemerkt dat het regt, uyt naem des konings, verleend en uytgesproken wordt, dat hetzelve | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
als van hem afdaelt, en dat, in eene omstandigheyd, alwaer het lot der legitime monarchie, door het aenwezen van den usurpateur, in gevaer was gesteld, de koning de regterlyke magt had mogen wedernemen, en er van door zichzelven, tegen den gemeenen vyand, gebruyk maken.’ De procureur des konings besloot hier uyt dat Napoléon Bonaparte, van alsdan, den civielen dood ondergaen hebbende, deszelfs testament nul en onbestandig was. Deze middel is by het vonnis niet aengeraekt: de heeren Montholon en Bertrand hebben de zake op andere gronden, en namelyk om dat de acten, gequalificeerd testament en codiciel, niet in hunnen geheelen inhouden, waren overgebragt, verloren. ‘In aenmerking genomen’ brengt de uytspraek mede’ dat men de uytwerking eens testaments niet bevelen kan, zonder alle deszelfs beschikkingen te kennen, om dieswille dat de eene dispositie, door eene andere navolgende verhinderd en vernietigd kan worden of ook andersints van onweerde bedyden.’ ‘In aenmerking genomen dat hier van een eygenhandig testament gehandeld wordt, hetwelk maer zyne uytwerking hebben kan, voor zoo vele de formaliteyten door het art. 1007 van het burgerlyk wetboek, voorgeschreven, behoorlyk zyn volbragt.’ ‘Dat de eysschers hen aldus zonder hoedanigheyd bevindende, er alsnog geene materie occureert om op de bestaenbaerheyd der acten waervan questie roert, het zy uyt hoofde hunner vorm of inhouden, 't zy uyt hoofde der bevoegdheyd van den testateur, veel min op de moeyelykheden rakende de saisine der testamentaire executeuren, uytspraek to doen.’ ‘Waerom, de regtbank aen den heer Lafitte acte verleent zyner offers van te consigneren daer en zoo het behoort, het geen hy alsnog onder handen heeft, der sommen aen hem door Napoléon Bonaparte toever- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
trouwd. Verklaert de graeven Montholon, Bertrand en Marehand tot alsnog niet ontvangbaer in hunne vraeg en verwyst hen in de kosten.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(21 Maert.)De gemeente van Ledeghem, distriet Meenen, is ooggetuyge geweest van een buytengewoon jubelfeest; Op eene bevolking van 3300 zielen, hebben vyf paren bun vyftig-jarig huwelyk gevierd. Een zesde paer heeft hetzelve, door eene tydelyke onpasselykheyd, niet kunnen bywoonen. Uyt deze huwelyken waren tot den dag van heden, voortsgekomen 168 afstammelingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(24 Maert.)Tydingen uyt Roomen van den 7 dezer maend, bragten mede, dat het persoonlyke van den kerkelyken Staet aldaer was zamengesteld, uyt de volgende personen, te weten: Zyne Heyligheyd, 19 kardinalen, 27 bisschoppen, 1450 priesters, 1352 monnikken, 1464 nonnen en 331 seminaristen of studenten in de godsgeleerdheyd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(25 Maert.)Volgens eene authentique opneming der geestelyke gemeenten in de zuydelyke provincien van ons koningryk, bestaen de zelve in de volgende: 306 Vergaderingen van vrouwspersonen, waer onder 95, die het lydend menschdom ter hulp komen en 19, die daerenboven arme kinderen onderwyzen; 80 die, by uytsluyting, zich alleen aen het onderwys van arme en andere toewyden; 3 bezorgen ziekedienaers en een ander onderhoudt weezen en verlaten kinderen; 31 geven zich geheel en al aen het geestelyk afgetrokken leven over. Er zyn daerby 27 beggynhoven, waeronder 9, welke de arme kinderen zonder vergelding onderwyzen en 18 die een afgetrokken religieus leven lyden. Voorts 33 gemeentens of vergaderingen van manspersonen, te weten 9, die het lydende menschdom ter hulp komen, 3 die de jeugd en armen onderwys geven en 21 die zich enkelyk aen het religieus leven hebben toegewyd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(29 Maert.)In den Journal de Savoye, las men de Volgende byzonderheden, betrekkelyk de aerdbeving van den 19 february. ‘Te Yenne, alwaer de plegtigheyd van het gebed van veertig ueren, eene groote menigte volk in de kerk had vereenigd, op het oogenblik dat de predikant, in de inleyding van zyn sermoen, de woorden uytsprak: Wy zweven tusschen den hemel en de hel....., het er zich een schrikbarende gedruys hooren; het gewelf der kerk scheurde, en een hagel van kalk en steengruys plofte van alle zyden neér. Het is onmogelyk om den schrik der aenwezenden af te schetsen, hunne angstige bewegingen in 't midden van 't stof, het akelig geschreeuw 't welk zy uytgilden, zich dringende naer de uytgangen, elkander overhoop loopende en in hoeken en kanten vlugtende om eenen onvermydelyken dood te ontsnappen. Velen lyden nog aen de gevolgen dezer gebeurtenis; maer 't gene by na ongelooflyk schynt, is dat er slechts twee personen gekwetst zyn.’ ‘Het is aenmerkens-weerdig, dat de omstandigheyd welke de woorden van den predikant te Yenne, zoo intreffende gemaekt heeft met de aerdbeving, te gelyker tyd, in dry onderscheydene kerken heeft plaets gehad. Te Motte Servolex, kondigde de pastor zynen parochianen de aenstaende, ja misschien onmiddelyke straffe, hunner zonden aen, indien zy zich niet haestten om boetveerdigheyd te doen, wanneer er zich eensklaps eene schudding in de heele kerk deed gevoelen: al de toehoorders wierpen zich op hunne knien om vergiffenis hunner zonden af te smeeken. In eene voorlezing over den dood, in het kollegie van Chambery, alwaer men aen de éleves voorhield, dat de dood hun kon overrassen in een jaer, in eene maend, in eenen dag, mogelyks in het staende oogenblik!.... Op deze woorden, daverde de gantsche kerk en het gewelf dreygde op de studenten, welke met haest en onder angstig geschreeuw, ter deuren uyt snelden,, neêr te storten.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(29 Maert.)Men schreef uyt Londen dat op den 15 dezer een gazometer, in de Friars-street, met eenen verschrikkelyken slag, gesprongen was. De vergaer-bak was aldaer geplaetst, welke het gaz aen Blackfriars-road en naburige straten levert; dezelve bevatte alsdan omtrent, 160 tonnen water. Men veronderstelde dat dit ongeluk plaets gehad hadde, uyt hoofde de gazometer te zwaer beladen was geweest. De heer William Morgan, ingenieur, was tien roeden ver over den muer van het huys van den heer Andrews, in de Greenstreet geworpen, zoo dat hy dood bleef liggen. De uytbersting had in de omstreken veel schade veroorzaekt, en verscheyde personen waren zwaer gekwetst. Verscheyde andere gebouwen zyn beschadigd. De heer Roper is het nauwelyks ontkomen, en het gebouw alwaer hy beenderen kookt, is geheel vernield. Toen de gazometer sprong, stroomde het water met zoo veel geweld, dat hetzelve het huys van mevrouw Clarke omver wierp, en een jong meysje, meer dan vyftig roeden ver, medevoerde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(5 April.)Men las in den Journal de Paris van den 1 april 1822, woordelyk het volgende: ‘Een persoon van Chenevières, sints langen tyd gehuwd, maer die zeer weynige dagen by zyne vrouw was Verbleven en die haer daer sedert verlaten had, was zich te Neuilly-sur Marne, departement van Seine-et-Oise, komen nederzetten. Hy had eene dochter van dit dorp, Oud omtrent de 22 jaren, weten te behagen en hare Ouders intewilligen, om, met dezelve, in een onecht gemeens, toetestemmen; en, hetgeen meest verwonderen zal, om dezen schandelyken band, door eene publieke bruylofts-feest te vieren. Tot deze plegtigheyd werd dag bestemd op den 15 maert 11. en de inwoners dezer plaets waren niet weynig versteld, deze bruyloft (zonder huwelyk) in de straten te zien optrekken, en in den stoet, den vader en de moeder der Bruyd, hare andere bloedverwanten en nog verscheyde andere personen van beyde geslach- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten, te ontmoeten, allen in hunne beste kleeding en de bruyd dragende den maegdelyken hoed, versierd met oranje-bloemen en bekroond, volgens het gebruyk dier plaets, met eene duyf, het zinnebeeld der zuyverheyd. Deze schandelyke profanatie der eere, aen de kuyschheyd alleen, bewezen, verwekte een algemeen gemor, en zou tot mishandeling dier zonderlinge bruyd kunnen aenleyding gegeven hebben, zonder de tusschenkomst van den meyer, die, om de gemoederen te stillen, zich, met twee leden van den municipalen raed, begaf ten huyze alwaer de maeltyd was opgeregt en die, door een bal, is gevolgd geworden. Zyne aenmaningen tot scheyding van het gezelschap waren vruchteloos, en werden zelfs mets maed bejegend. Van dit alles is een proces verbal opgemaekt en aen den procureur des konings by het geregt te Pontoise, overgezonden.’
Ook zy die 't zagen, geloofden 't niet. Johannes. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(7 April.)In het algemeen Advertentie en Commercialblad van Gent, Brugge, Cortryk en geheel Vlaenderen, gaf men een omstandig verslag wegens de jaerlyksche prysdeeling der Maetschappy van Landbouw, waervan wy alhier een letterlyk uyttreksel geven. ‘Dyssendag laetst heeft plaets gehad, den triumphalenden-marsch van het Groot-Vee, men hoorde niet anders op den weg, als: Wat is dat schoon! heeft men nog iets gezien dat meer den aendagt verdient! Ik zelfs heb 'er van verbaest gestaen,’ zegt de uytgever. Verders las men in hetzelve en opvolgende blad, dat de pryzen toegereykt waren, te weten: ‘I Prys. Voor den schoonsten Os aen den eerzamen Domin Pauwels land-bouwer tot Afsné, geplaetst op het stal van den vleesch-houwer Arnoldus Minne-Brisou, met de wede van Jacques van Melle, gezeyd de kleyne Mussche, eene goude zak-horlogie.’ ‘2 Prys. Voor het schoonste Kalf aen den eerzamen van Peteghem, land-bouwer tot Laerne, op het stal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van Urbanus van Loo-Felix met Ferdinandus van Loo, eene zilvere vergulde snuyf-dooze.’ ‘3 Prys. Voor het Huys-Lam aen den eerzamen Vervaet, land-bouwer tot Heusden, op het stal van Josephus van Loo, eene zilvere schaep-lepel.’ ‘Nog twee andere vleesch-houwers hebben eene bezondere toewyzing genooten, te weten: ‘Den Prys van het Schaep behaeld door Jacques Deynoot, op slypstraete. ‘Den Prys van het Zuyge-Lam, behaeld door Frans van Loo. (Abraham.)’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(14 April.)In de kamer der gedeputeerden te Parys is den ii dezer maend, een rapport uytgebragt op eene zeer belangryke petitie, namelyk degene van den heer Douglas Loveday, waervan in alle dagbladen, sedert eenigen tyd, groot gerucht was gemaekt; Deze heer, een engelschman van geboorte, doch in Vrankryk de burgerlyke regten genietende, beklaegde zich dat men hem zyne dochter Emily Loveday, ontvoerd had, door haer den katholyken godsdienst te doen omhelzen, en eyschtte dezelve te rug; na eenige hevige debatten deswegen, ging men over tot de orde van den dag, op grond voornamelyk, omdat mejuffrouw Emily Loveday geenszins was overgehaeld geworden, om tot het kaltholyke geloof over te gaen, maer zulks uyt eygene beweging had gedaen, en alsnu geenszins van gedachten wilde veranderen. De vader had daerenboven, wilde hy zich aen zoo iets niet blootstellen, zeyde de rapporteur, zyne dochter niet op eene katholyke kostschoól, maer op eene protestantsche, waervan er te Parys verscheyden zyn, behooren te bestellen, en eyndigde met deszelfs onbedachtzaemheyd grootelyks te mispryzen, daer hy gemakkelyk had kunnen voorzien, dat het godsdienstige voorbeeld der jonge medegezellinnen zyner dochter niet zou nalaten op haer een' diepen indruk te maken. Onze godsdienst, vervolgde hy, verheven in deszelfs leerstellingen, prachtig in de plegtigheden die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hem omringen, aendoenlyk in deszelfs kwytscheldingen dringt in tot het hert door den zekersten weg. De waerheyd, de waerheyd alleen is altyd zielroerende, voornamelyk wanneer zy hoop en vergiffenis aenbiedt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(15 April.)Op de Iersche kust, in het graefschap Donegal, was den 9 maert eene flesch aengespoeld bevattende een briefken in zeven verschillende talen geschreven, en in zee geworpen door de Engelsche expeditie vande noord-pool, luydende:
Z.M. schip Tury.
In zee gelaten july 1821, noorderbreedte 62°. 8.; west, lengde 62°. 27. ten een ure na den middag, met eene labberkoelte uyt den noorden; zeer mistig weder. Vergezeld van de Hecla.
(Geteekend) W. Parry, bevelhebber.
Het punt waer de flesch gevonden is, ligt 55°. 55. N. breedte, 7°. 28. lengte. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(17 April.)Men schreef uyt Londen dat een liefhebber op eene publieke verkooping aldaer, de paruyk van den vermaerden Sterne, schryver van Tristram Shandy en van de Sentimenteéle-reys, voor twee honderd guinéén had gekogt. (Gloss.) 'T is vermoedelyk de paruyk, die hy te Calais marchandeerde, wanneer de perrukier, op de opmerking van Yorick: Die linke krollen gaen 't niet houden, antwoordde: Men steek'-ze in de zee, dat-ze niet zal defriséren. (kap. 31.) Indien het zoo is, is 200 guineén niet te veel, voor een' liefhebber, wel te verstaen. Het zal er anders gaen met den leunstoel van Shakespeare, die onder de achtergelaten meubelen van mevrouw Garick bevonden wordt! (25 october 1822.) De stok van Voltaire werd te Parys (1814) maer 700 francs verkogt. Dat was een hasardetje! | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(18 April.)Volgens berigten uyt Smolensk waren aldaer, in het afgeloopen jaer, verscheyde proselyten gemaekt en 17 joden 5 luterschen mitsgaders 9 katholyken, in alles omtrent 40 personen tot het grieksche geloof overgegaen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(29 April.)Z. Heyl., te midden van de drukkende zorgen, die het gouvernement vereysschen, steeds bedacht op alles, wat de fraeye kunsten betreft, die het byzonder voorwerp zyner genoegens uytmaken, vestigde, in 1814, een fonds tot herstelling en bescherming der publieke schilderstukken, die zich in deze hoofdstad bevonden. Deze vereerende kommissie werd toevertrouwd aen de bekwaemheden van den heer Vincenzo Camuccini. Door de werkzaemheyd, de zorgen en den yver van dien vermaerden kunstenaer, herkrygen, om zoo te spreken, de liefhebbers der kunst en de inwoners van de hoofdstad der Christenheyd, een groot aental schilderyen, die, door den tyd, of door barbaersche handen, aen derzelver vernieling grensden, en wordt aen dezelve als het ware een nieuw aenzyn gegeven. Onder de terug bekomen stukken bevinden er zich twee van Perugino, dry van Raphaël, twee van Guido, twee van Sebastiaen del Piombo, een van Caravaggio en twee van Masaccio. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(30 April Londen)De kapiteyn Thomas Manby, die, in de laetstafgeloopen week, den koning is voorgesteld geworden, is thans met het verveerdigen eener nieuwe kaert van den Stillen Oceaen bezig. Zyn werk zal, zoo hy zegt, bewyzen, dat de tallooze eylanden in die zee allen bevolkt zyn met inwoners van dezelfde afkomst, en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat dezelfde hieroglyphische karakters, van het eene uyterste van dien uytgestrekten Oceaen tot het andere, zyn en begrepen worden. Ten tyde, dat kapiteyn Manby zich te Otaheiti bevond, bewezen de koning en de koningin hem de grootste eer, die toegestaen worden kan, dewyl zy de volgende insignien op zyn ligchaem deden tatoueren, te weten: een koussenband of kring onder de linker-knie en eene soort van kruys, gelyk aen dat van de orde van Maltha. Deze decoratien en andere soortgelyke zeer wel uytgedrukte teekenen, hebben op opmerkensweerdige gebeurtenissen betrekking. Toen kapiteyn Manby op de Sandwichs-eylanden, omtrent 3000 mylen van Otaheiti gelegen, aenkwam, werden alle de op zynen persoon gegraveerde hieroglyphen zeer nauwkeurig door een' ouden priester van Jomahamaka, koning van Owyhee, ontcyferd. Deze verhaelde alle de omstandigheden met eene verwonderlyke nauwkeurigheyd, hetgeen den koning en deszelfs familie zeer behaegde, dewelke den kapiteyn, gedurende zyn verblyf op het eyland, groote geschenken gaven en hem de hoogste achting bewezen. Op de andere eylanden werden deze teekenen insgelyks uytgelegd en zuiks verwekte steeds de grootste vreugde onder de eylanders. Zy verspiedden zelfs het oogenblik, dat kapiteyn Manby zich baedde, hetwelk meestal zeer vrolyke tooneelen opleverde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(30 April.)Eene duyf bragt te Luyk de tyding dat, in de trekking der lotery te Maestricht, het nummer 66996 het schoon landgoed, gezegd Vieux-Joncs, met deszelfs uytgestrekte aenhoorigheden, geschat op 235000 guldens gewonnen had; Deze kapitale prys, is aen een ingezetenen dezer stad Gent te beurt gevallen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet een' eenige scheur of spleet is waerdoor het dier binnen denzelven heeft kunnen komen. Het is echter de eerste reys niet dat'er diergelyke byzonderheden gevonden zyn. Verscheyde natuerkundigen hebben daervan in hunne werken melding gemaekt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(11 Mey.)Door berigten uyt Warschau, verneemt men dat het gebruyk van na den grooten vasten van paesschen, gewyde spyzen zynen vrienden aen te bieden, aldaer weêr begint algemeen te worden. Dit herrinneert ons, zegt de dagschryver, aen den grooten paesch-koek, waerop de koning Augustus de 2de het garnizoen dezer hoofdstad onthaelde. Deze paesch-koek was veertien ellen lang, zes ellen breed, en een' halve el dik. Men gebruykte daer voor 150 schepels meel, 4800 eyeren, een ton boter, een ton gist en twee tonnen melk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(12 Mey.)Men schreef uyt Huy (by Luyk) onder de date van den 8 dezer, het volgende: ‘Gisteren, den 7den mey, het tydstip op hetwelk, in 1689, deze stad in assche verkeerde, is wederom voor dezelve een dag van droefheyd geworden. Omstreeks zes uren 's avonds, was een overvloedige regen, de voorlooper van eenen watervloed, waervan een gedeelte van den Condroz overstroomde, welks water zich in het rivierke de Hoyoux, dat door deze stad loopt, ontlast, en hetwelk, tegen 8 uren, over deszelfs bedding liep, op eene vry aenmerkelyker hoogte, dan sedert 1749 gezien was, en wel met eene zodanige drift dat de snelheyd van de ophooping des waters nauwelyks tyd liet, om het te ontvlugten. Binnen weynige oogenblikken stroomde het door de hoogste straten van het midden der stad, ter | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoogte van vier tot vyf voet, overdekte het merktpleyn volkomen, drong in de huyzen, overstroomde de goederen der kooplieden en andere ingezetenen, wier winkels en kelders vol slyk geraekten, molens en fabrieken ondergingen hetzelfde lot.’ ‘Het water zette geweldig op, doorbrak de bedykingen der fabrieken, rukte de mueren omver, sloeg de deuren en vensters uyt, en eyndigde eerst omtrent ten elf uren in den avond deszelfs verwoestingen. Hout, goederen, wagens, al wat langs de rivier stond, werd door het water medegevoerd en vermeerderde de verwoesting.’ ‘Gelukkiglyk niemand had by dit ramp het leven verloren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(12 Mey.)Berigten uyt Parys brengen mede dat de heer La Croix de Ravignan, substitut van den procureur des konings by de regtbank aldaer, zyn ambt had neêrgelegd, om den geestelyken staet te aenveerden. De Moniteur van den 26 mey, voegde daerby, dat het Voorbeeld van den heer de Ravignan die de wereld afgestorven was, door twee jonge advokaten de heeren Delpuch en Cabanes, beyde bekend door hunne bekwaemheyd, was gevolgd geworden, en indien men geloof mogte geven aen byzondere brieven uyt Parys, liep aldaer het gerucht, dat twee avoués daertoe ook toestel maekten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(17 Mey.)Den 12den dezer, des morgens tusschen 8 en 9 ueren hebben alle de werklieden in de kolmyn Saint Charles, in het bosch van Jumet kanton Charleroy gelegen, met uytzondering van twee, het leven verloren door eenen stroom van water, welke zoo onverwacht en met zoo veel geweld doordrong, dat een der geredden die zich daer tegen over bevond, meer dan zestig voet vergeworpen werd; het opperhoofd der werklieden onder de dooden zynde, was het onmogelyk het juyste getal der slagtoffers van dit ongeluk op te geven; doch men geloofde dat hetzelve tusschen de 28 en 35 bedragen zoude. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(17 Mey.)Uyt Brugge schreef men het volgende: Gisteren heeft alhier buyten de poorten dezer stad, een gevecht plaets gehad tusschen eenen beer, een' stier, een' muyl-ezel en verscheyde honden. De aenschouwers waren talryk, en buyten alle verwachting, zag men onder dezelven, ook verscheyde dames, 't gene door sommigen, als niet welvoegelyk voor de schoone sekse, werd opgemerkt; daer mannen zelve, dikwils groote moeyte hebben om diergelyke schouwspelen zonder afgryzen, te kunnen aenzien. Men hoorde het dof gekerm van den beer, stier en muyl-ezel, terwyl deze arme dieren gemuylband, en aen palen vastgehecht, buyten staet waren zich te verdedigen. De dagschryver (Journal de la Belgique) maekte daer omtrent de volgende opmerking: ‘Kan men een gevecht noemen eene worsteling, alwaer de sterkste, buyten staet van zich te kunnen bewegen, door 6, 8 tot 12 woedende honden te gelyk, wordt aengevallen, welke hunne tanden in het vleesch slagen en zich tegen het lyf aenkleven tot dat men door middel van yzere staven, het vleesch, 't welk zy verscheuren, aen hunnen muyl ontwrinkt? welk lief en aengenaem tydverdryf! Dat men dit vertoone in Spanje, alwaer strydperken voor zulke schoone schouwspelen geopend zyn, en dat men alhier onze landeryen en plantagien niet langer zie vertrappen door nieuwsgierigen van alle zyden zamengeschold, om schouwspelen te zien, die onze zeden niet gedoogen en die wy verre van ons afwyzen!’ Brugge!... Brugge!... ubi es?... | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(25 Mey.)Het departement der Haute-Vienne komt, volgens schryven uyt Vrankryk, van een natuer-verschynsel op te leveren 't gene aen de physiologisten vele stoffe tot bedenking zal geven, en mogelyks vele ongeloovigen zal ontmoeten, niettegenstaende, hetzelve, door aenzienlyke personen, is bevestigd. ‘De genaemde Texier, vrouw van een' landbouwer, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oud 65 jaren, had zich belast met een harer kleynkinderen te spenen. Om het kind te doen zwygen, bedacht zy het middel aen hetzelve eene borst in den mond te geven, die, sedert meer dan 20 jaren, droog Was. Na verloop van eenige dagen, werd zy door de zuyging, in de melk getrokken, en heeft vervolgens zoo gelukkiglyk het kind blyven zuygen, dan het eene jonge vrouw zou hebben kunnen doen. Een ieder stond versteld over dit nieuw wonder der natuer en der moederlyke tederheyd.’ Een Brusselsch dagblad had eenigen tyd te voren (29 january 1821) gesproken van eene dame te Marseille die in den ouderdom van 66 jaer, een kind had ter wereld gebragt. (Diergelyke dingen waren in den onden tyd, zeer gemeen.) ‘In 't vlek Zuchdorf niet verr' van de stad Marchdorf in Opper-Zwaben, (gelyk een voornaem en gantsch geloofwaerdig edelman in eenen brief van den derden der ooghstmaend des jaers 1652, heeft overgeschreven en als een ooggetuyge bevestigd) is een vrouw van vier en 't negentig jaeren, by haeren ses en 't negentigjaerigen man, swanger geworden en heeft met groote smerten, een kind ter wereld gebragt.’ (D'edelste verlustiging der leer en leesgierige gemoederen, etc. Amsterdam 1681.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat zyne koopmanschap van alle kanten nagemaekt wordt; gelukkig zegt hy, ware zy maer slecht, maer er is er die zeer nadeelig is. Hy beroept alle de aendacht der dames op een gevaer hetgeen hare schoonheyd bedreygt en om haer daervan te bevryden, worden zy allen verwittigd dat hy aen geene winkeliers verkoopt, nergens eenig depot heeft opgeregt, en dat men zich, tot dies aen hem direct moet adresseren. ‘Om nauwkeuriglyk de gevraegde nuance te bekomen, zal men,’ zegt de heer Martin, ‘in een stukje papier, het stael van 't rood moeten sluyten, en daerby zeggen of men hetzelfde begeert of wel een luttel meer of een luttel min gefonceerd; by gebrek van monsterje, zal het vergenoegen den persoon, op de volgende manier aen te duyden: de jaren, daer of daer omtrent, (het artikel is delicaet!) de kleur van 't aengezigt en van het hayr, de kleur en de grootte der oogen, volle of delicate figuer. Het zal noodig zyn nog daer by te voegen, of het voor den vollen dag of voor den avond dienen moet, want dikwils dezelfde persoon, met het licht, twee nuances levendigerkleur, dan met den dag, heeft.’
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Juny.)Gedurende dit jaer heeft men in onze dagbladeren, voornamelyk in den Journal de la Belgique, verscheyde mael discussien ontmoet wegens den voorrang tusschen de vlaemsche en hollandsche tael. Daer wy niet bevoegd zyn, om daer omtrent eenige uytspraek te doen, laten wy hier volgen een stukje, in zuyver vlaemsch geschreven, als zynde letterlyk getrokken, uyt de Gazette van Gend. Wy hebben ter zyde van hetzelve, den text in 't hollandsch gevoegd, om de lezer zelf te laten beslissen, welk[...] van beyde het beste is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vlaemsch.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hollandsch.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(8 Juny.)De zelve gazette en de Journal de Gand behelsden daerby de beschryving van het feest van den vyftigjarigen echt van den heer Pieter Frechier meester schoenmaker en zyne huysvrouw jufvrouw Joanna Blomme, welk op den 4 derzelve maend in de kerk van St. Jacobs plegtiglyk is gevierd geworden. - Stoet, vier praelwagens met maegdekens en mamelukken - De koets der achtbare jubilarissen - 52 andere rytuygen, waerin 300 schoenmakers gezeten waren - Schoon muziek - Voortreffelyke maeltyd in 't strop - Bal enz. De Journal voegde daerby dat de jubilarissen een' fraeyen stuyver bezaten, une belle fortune, stond'er. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in Italien gevestigd; deze orde bezit tegenwoordig kollegien te Roomen, te Golloro, Tivoli, Terentino, Terni, Orvieto; Viterba, Urbino, Fano, Ferrare, Forbi, Modena, Reggio, Genua, Novare, Turin, Nice, Napels, Palermo, Salerna, Medico, Andri, Mont-Albano, Aliamo en Calatanisetta.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(18 Juny.)Luydens berigten uyt Liverpool van den 27 mey, had een paruykmaker, met name J. Gurnall, aldaer de wedding gedaen, van 60 menschen te scheren in eene uer tyds; Dezelve had zyne wedding zeer gemakkelyk gewonnen, daer hy, in plaets van 't zestig, aen twee en tachentig personen, in dien tyd, den baerd had afgedaen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(20 Juny.)Een fransch dagblad meldde, dat de meyer van Dijon een besluyt had genomen, medebrengende, dat voortaen geen ingezetene zal vermogen een uythangbord te hangen, noch eenige opschriften op den voorgevel van zyn huys te plaetsen, ten zy, na voorafgaendelyk het ontwerp, (de minute) van 't gene hy voornemens is aen te kondigen, ter meyery te hebben beweegd. - Hierin zyn wy de franschen voorgegaen, zoo als blykt, uyt het onderstaende arrêté van den 16 maert 1812 Ga naar voetnoot(1), en het is sedert dien tyd, dat men alhier op de uythangborden, maer zeer weynige onbeduydende fouten tegens de regels der spelkunst meer ontmoet, als | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zyn de volgende, die bykans de moeyte niet weerd zyn om van te spreken.
Er valt ook iets te zeggen op het schilderwerk en de manier namelyk op welke de leeuwen in de wapens op de uythangborden en portieren der publieke rytuygen, worden verbeeld, het geen een' snedige geest heeft doen zeggen dat hy gelooft dat er personen moeten zyn, die voor leeuwen poseéren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(20 Juny Londen.)Volgens de motie van lord John Russel, heeft het bureau van het zegel eene gedetailleerde rekening publiek gemaekt van het aental exemplaren der dagbladen, welke in 1820 en 1821 publiek zyn gemaekt, alsmede van de opbrengst van dezen impost, zoo voor ieder dagblad in het byzonder, als voor de gezamenlyke opbrengst van alle de Londensche dagbladen en die der provincien. Zie hier den voornaemsten uytslag van dat document voor het jaer 1821. Dagelyks uytkomende dagbladen. (Met uytzondering van den zondag).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De totale opbrengst van het zegel der dagbladen is 412,996 ponden sterling, 8 shill. en 8 den., over het geheele ryk, waervan die der hoofdstad alleen aen zegel opbrengen 270,908 pond. en 18 shill. sterl. De winsten der uytgevers, drukkers en redacteurs zyn onmogelyk te berekenen; het is waerschynelyk, dat de zuyvere winst, daeronder begrepen de advertentie-gelden, eene som beloopt, gelyk staende met die van het zegel. Het aental gestempelde exemplaren is, in het jaer 1821, 24,779,786 geweest, Uyt hoofde van de verscheydenheyd in de wyze van uytgave, is het onmogelyk, het getal personen te kunnen weten, welke dagbladen koopen of ten minsle een derzelve geregeld lezen; het schynt, dat, alleenlyk voor de staetkundige dagbladen en die van den koophandel, het aental van 70,000 geabonneerden of gewone koopers, eerder beneden dan boven het wezenlyk getal is. Het aental lezers, in de geheele wereld verspreyd, kan veylig op een millioen geschat worden. Indien men daerby voegt de dagbladen, die in de kolonien en in Oost-Indie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in het licht komen (alwaer, met uyfzondering van het presidie van Madras, de vryheyd der drukpers bestaet), en waerschynelyk ook die van Ierland, welke wy niet gelooven, in de bovengemelde officiële opgave begrepen te zyn, zoo wordt het denkbeeld van den engelschen periodieken invloed nog veel grooter. Doch daer de dry à vier honderd dagbladen der Vereenigde Staten in de engelsche tael geschreven zyn, en, met uytzondering van de nationale staelkunde, de engelsche denkbeelden, zeden en wetten ademen, zoo moeten de zelve als van veel gewigt berekend worden in deze ontzaggelyke massa van zedelyken en intellectuelen invloed, waervan Londen het middenpunt en de uyteynden der aerde, de grenspalen zyn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(24 Juny.)Het voornaemste nieuws komt hier op uyt: Uyttrek uyt het Journal de Gand van den 24 juny. ‘Het gilden van St. Sebastiaen onderhouden met den handbogen binnen Watervliet, tot meerder eere van onzen doorluchten patroon ende om aen onze naerkomelingen van jongs af in te boesemen den iever van hunne ouders om den zelven te vieren, hebben wy geresolveert van op zondag 7 july te geven eene gaeyschieting voor de kinderen op de welke er zullen te winnen zyn 106 prysen en dry eer medaellien. - De kinderen en mogen niet zyn boven de 14 jaeren en moeten voorzien wesen ten minsten van eenen trommel en vindelken. - Daer zullen boven dies gegeven worden dry prysen om door de meyskens met den prick-vogel te worden afgeschoten. - De meyskens zullen moeten vergezeld worden door de koninginne van het gilde, etc.’ Jongere berigten uyt latere nieuwspapieren bragten mede dat dit kinderspel, door de goede voorzorg van den heer burgemeester, wel was afgeloopen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
leenen aen de catholyke pairs van het regt, om zitting in het Hoogerhuys te nemen, welke met eene kleyne meerderheyd was aengenomen, is, gisteren door opgemeld huys, waer de hertog van Portland de tweede voorleezing daervan voorslelde, met 132 tegen 90 en derhalve met eene meerderheyd van 42 stemmen, verworpen. De lord kanselier, de graef van Liverpool, lord Redesdale en lord Colchester verklaerden zich sterk tegen de bill, die door den hertog van Portland en de lords Erskine, Greenville, Grey en Holland vruchteloos werd verdedigd. Ga naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gevierd. Het is vyftig jaren dat deze eerweerde bedienaer eener religie van vrede, de geestelyke functien bekleedde. Het is twee en dertig jaren, dat hy aen zyne parochianen het voorbeeld van alle deugden heeft gegeven. De heer Burgemeester, vergezeld van de leden der fabriek, heeft den heer pastor 't zynen huyze afgehaeld en na de kerk, welke prachtig was versierd, opgeleyd. Mynheer De Rouck heeft zelf den kerkdienst gedaen. Onder de mis hoorde men een allerschoonste muziek. De toevloed der parochianen was zeer aenmerkelyk. Een groot deel der aenzienlykste inwoners dezer stad heeft te dezer gelegenheyd, aen gemelden heer pastor mede een bewys van liefde en achting gegeven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(July.)Het vaertuyg aenbrengende den eersten nieuwen haring onzer nationale visschery is den 8 dezer, te Vlaerdingen binnen gekomen, aen boord hebbende 15 ⅞ tonnen. Deze haring is verkogt aen ƒ700 - o c[t]. de ton. Het gewoonlyk geschenk, bestemd voor Z.M. den koning, is nog ten zelven dage, in den Haeg overgebragt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(10 July.)Te Romen heeft men een edict van den kardinael Gonsalvi secretaris van den staet, gedagteekend van den 20 juny laetstleden, afgekondigd, waerby eene kommissie wordt aengesteld ter verbreyding der vaccine door de geheele uytgestrektheyd der staten van Zyne Heyligheyd. Eenige dagen te voren had een fransch nieuwsblad (la Gaztte de Santé) omtrent de vaccine, het volgende, geschreven: ‘Eene moeder van vier kinderen, wonende in een dorp omstreeks Cherbourg, deed twee harer kinderen vaccinéren en vaccineerde de volgende week, zelve, de twee anderen. Korten tyd na dien, vertoonden zich de kinderpokken in het zelve dorp. Alle de kinderen, ter uytzondering der vier gevaccineerde, worden er van aengetast | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en verscheyde sterven. Eenige vrouwen, die den spot gedreven hadden met de wyze voorzigt dezer goede moeder, waren kwaedwillig genoeg, om deze vier gevaccineerde kinderen in hare huyzen te lokken, hun het aengezigt te bestryken met het pokkig etter harer kinderen en hun het overschot hunner spys te doen eten. Deze kwaedaerdige pogingen hebben geen gevolg gehad.’
(De heer Gouverneur dezer provintie heeft by circulaire brief van den 14 september 1822, de heeren Burgemeester en Schepenen der steden en gemeenten aengemoedigd om de vaccine zoo veel mogelyk te verspreyden. Z.E. voegt by deszelfs brief eene copy van het edict van den 20 juny waerby Z.H. Pius de VII. gemelden voorbehoedmiddel in de pausselyke staten verordent.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(18 July.)Het was gekend sedert lang, schreef men uyt Weenen, dat de Jesuiten vele moeyte aenwendden om zich op nieuw alhier te vestigen. Zy vonden er eenige beschermers; maer eene vermogende party had zich tegen hun verklaerd. Hunne voorstaenders zochten de diensten door de societeyt aen de wetenschappen en het onderwys toegebragt, te doen gelden, en hoopten hun het bestuer der opregtingen van publiek onderwys te doen te rug verkrygen, ofschoon onze weerdige aerts-bisschop, de graef Firmian, mede zich tegen derzelver aenveerding had verklaerd, was de zaek nog langen tyd twyfelachtig gebleven en het is maer in dit oogenblik, dat men voorzeker weet, dat hun verzoek op eene beslissende wyze, van de hand is gewezen. De meerderheyd van den staetsraed, aenwien de keyzer de uytspraek had overgelaten, was tegen de Jesuiten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bragt. Volgens tydingen uyt gemelde plaets, is deze Dame voor de correctionneéle regtbank van Charleville verzonden, alwaer zy is gebragt den 17 dezer maend, als verdacht van escroquerie. Haer advokaet, alle mogelyke middelen van ontlasting ten voordeele zyner cliente willende aenvoeren, beriep zich op den godsdienst en wilde tot bewys van zyn gezegde, eenige plaetsen van het evangelie aenhalen. Door den president tot de orde geroepen zynde, om dat hy buyten de kwestie ging, werd hy driftig en maekte den president zoo gram, dat deze laetste subiet stierf, in het oogenblik, dat hy den advocaet beval de zael te ontruymen. Het vonnis werd niet uytgesproken, en het volk, meenende in deze gebeurtenis eene straffe des hemels en den zegenprael van Mevrouw Melfort te zien, riep alle gelyk: Mirakel! mirakel! Des niettegenstaende werd zy weynige dagen daerna tot een jaer gevang verwezen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(6 Augusty.)De Courier de Londres maekt melding van een brief, geschreven uyt de Kap de Goede Hoop, in april Jaetstleden, medebrengende, dat er eene zeemeermin op de noordkust van china was gevangen. De schryver van gemelde brief zegt: ‘Ik heb altoos gemeend, dat al 't geen men daervan vertelde, verdichtsels waren, maer nu, dat ik er eene gezien heb, is myne ongeloovigheyd voorby,’ Zie hier eene korte beschryving derzelve: ‘Het hoofd van het dier is overdekt met lang-hangende hayr, op de bovenlip en kin staen eenige hayrkens, gelyk die van 't hoofd, de kaekbeenderen zyn vooruytstekende, het voorhoofd is plat, maer behalve dat, zyn de gelaetstrekken regelmatig en gelyken veel meer aen het menschelyk aengezigt, dan aen eenig slag van apen. De ooren, neus, kin, borsten, vingers en de nagelen zyn gelyk die van een' mensch. De ruggraet en de Wervel-beenderen zyn zeer uytspringende en schynen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geschikt gelyk de genen van het menschelyk ligchaem. Het heeft acht insnydende tanden, vier honds, en acht boktanden. (In 't hollandsch baktanden.) Het is lang dry voeten, maer het schynt merkelyk te zyn ingekrompen, sedert dat het dood is. Deszelfs overeenkomst met het menschelyk geslacht houdt op, onmiddelyk onder de borst. Op de schydings-lyn, digt tegen den boezem, zyn twee vinnen; het overig van het lyf gelykt aen een grooten visch, van het slag der zalmen.’ ‘De vinnen der borst zyn zeer merkweerdig, dezelve staen vlak voor uyt, en dienen ongetwyfeld om het dier op te houden als het regt staet, de steert is juyst zoo als men die ziet in verzinde beeltenissen.’ ‘Dit wonderbaer schepsel is te Batavia verkogt voor 500 piasters, en is, met de tegenwoordige eygenaer, aen boord van het amerikaensch schip de Leeuw; men hoopt, dat hy voor zyne terug reys naer Amerika, in de Theems zal komen, en dat de meermin aen de nieuwsgierigen van Londen zal worden ten toon gesteld.’
Gloss. Daer mede valt niet meer te zeggen op de zeemeermin die ten jare 1403 in de zuyderzee by Edam gevangen en naer Harlem overgebragt werd, alwaer zy leerde spinnen, nog vele jaren leefde, en na haren dood, op 't kerkhof aldaer begraven werd ‘om dieswille dat zy ‘dikwils dat H. cruyce eer en reverentie dede.’ En dit is, zegt de heer W. van Gouthoven, (Chronyke en historie van Holland,) gheapprobeert ende ghecertificeert van eenige notabele en waerachtige mannen, waerom dattet in deze chronyke voor eene nieuwigheyt is gheset. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(9 Augusty.)Men schreef uyt Maestricht, dat onlangs aldaer een Rabbin tot den katholyken godsdienst was overgegaen; hy heeft openlyk in de tegenwoordigheyd van eene groote menigte omstaenders, zoo kristenen als joden, de joodsche leering afgezworen. Hy heeft in eene plegtige aenspraek aengetoond, dat Jesus de zoo | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lang verwachte Messias was, en de andere joden aengemaend, om ook het katholyk geloof te omhelzen; voorts heeft hy van dezelve zyn afscheyd, als leeraer van 't geloof, 't geen hy kwam te verloochenen, genomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(12 Augusty.)De heer Neal inwoner van Bensalem-Town-Ship in het graefschap Buks, in de vereenigde Staten, heeft eene regtstandige drukpers uytgevonden. Volgens de daervan gegevene beschryving heeft deze pers voornamelyk het voordeel dat het papier aen beyde kanten te gelyk, daer op gedrukt word.
Uyttrek uyt het Journal d' Affiches de Gand, etc. van den 15 augusty 1822. ‘Den 4 augustus hebben gevlogen dry duyven, van Dominicus Engels, herbergier uyt het dobbel slot, in de saymanstraet, aen de academie, zy hebben gevlogen van des morgens ten 5 tot het s'avonds de 8 ueren, differente ueren blyven vliege en zyn den 4 van augustus voor de eerste mael binne gekome.’ Deze vlugt is bygewoont door alle de lief hebbers der societeyt. (P.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(19 Augusty.)Het plegtig Jubel-feest der vyfhonderdjarige instelling van het gilden van O.L.V. heeft zondag 18 dezer, alhier gevierd geweest, met een' luyster, waervan diegenen welke deze processie, die uyt de succursale kerk van St. Pieter is getrokken, niet gezien hebben, zich geen denkbeeld kunnen vormen; wanneer dezelve de kortryksche straet, die zy voor het grootste deel besloeg, afkwam, leverde zy een ontzagverwekkende gezigt op, 't geen alle godsdienstige zielen roerde. De grootste orde heerschte in den marsch der gildens, die alle om te kostbarer waren uytgedost. Kinderen en jongelingen zeer ryk en met smaek opgetoeyd verbeeldden de vier wereld-deelen en verscheyde Heyligen, met hunne byzondere eygenschappen, volmaektelyk afgebeeld. Mr De Meulenaere, vicaris-general deed den kerkdienst. Een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
talryk detachement van het garnizoen heeft zeer veel tot den glans van dit feest bygedragen; hetzelve onderhield de goede orde en strekte tevens ten bewyze der bescherming, welke het gouvernement verleent aen de instellingen, waeraen zich oude en eerbiedweerdige aendenkens hechten. De heele bevolking van Gent was in beweging, en de menigte zamengevloeyd van de omliggende steden en dorpen was zoo groot, dat men zich niet geheugt op eenig ander tydstip, eene zoo overgroote menigte volk vereenigd te hebben gezien, om eene groote plegtigheyd by te wonen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(12 September.)Het dagblad van heden deelt ons, opzigtelyk den brand gister in St. Baefs-kerk uytgeborslen, de volgende byzonderheden mede: ‘Gisteromtrent ten een ure bemerkten de geburen rook, welke uyt het hoogste gedeelte van den regten zybuyk sloeg en waeruyt zy ook binnen weynige minuten, ook de vlam zagen komen. Welhaest geraekte het heele dak in brand, hetgene voor de twee derde gedeelten in weynigen tyd afbrande. Aen de sacristy hield de brand schynbaer op. De hitte was, in de naburige straten zeer hevig en de asch werd meer dan 400 schreden verre geworpen. Gelukkig dat omstreeks twee uren, de wind veranderde en de vlam niet meer tegen de kerk dreef. ‘De eerste zorg der toegesnelde regerings-personen, burgers en militairen was, om de schilderyen af te nemen, aengezien dezelve anders, door het zwarte water dat langs de mueren liep, door het afdruypen van het smeltende lood, door de brandhaken en andere werktuygen, ontwyfelbaer bedorven zouden zyn geworden, zelf al kwam het verwelf der kerk niet in te storten; de geestelyken borgen spoedig de heylige vaten en kerksieraden. Maer even na twee uren scheen er geene hoop meer te zyn. Het aenzien der kerk van binnen was schrikbarend: een dikke rook heerschte door het geheele schip der kerk en vond door de gaten van den toren een' uytgang, hetgeen van buyten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deed gelooven, dat de brand binnen de kerk voorderingen maekte. Van binnen gebruykte men, ten eynde niet te stikken, de hoog noodzakelyke voorzorg van de kerkglazen in te slaen. ‘Maer het schrikkelykste van alles was, dat zy, welke zich by de kerk bevonden, geene gemeenschap hadden of konden hebben met de pompiers en de werklieden, die op het dak werkzaem waren. Van binnen kende men geenszins alle de gedeelten, welke in den brand stonden, en kleyne vuerkolommen, welker gedaente en uytwerking onmogelyk te beschryven zyn, kwamen successivelyk uyt de kleyne gaten te voorschyn, die in de gewelven van gothieken bouwtrant zoo menigvuldig gevonden worden en gewoonlyk met gouden sterren bedekt zyn. Deze vergulde sterren, vielen zoo dra het soldeersel smolt en schenen als door de kerk te vliegen, hetgeen het verschrikte oog eene der zinsneden uyt de openbaring (apocalypse) van Joannes, zoo als die wel in prenten afgebeeld wordt, voorstelde; maer het water, dat dadelyk door de daerdoor veroorzaekte openingen drong, overtuygde die binnen de kerk welhaest, dat men van buyten druk aen het blusschen bezig was; de brand bereykte echter, op vier of vyf plaetsen, de wapenborden en het bescheet werk in de kerk, in welke de brandende stukken er van nedervielen. ‘In dezen staet van zaken wilde men de beelden, die meesterstukken der kunst, bergen, maer daer het aen hefboomen en andere noodzakelyke gereedschappen ontbrak, staekte men, op raed van Z.H. den hertog Bernard van Saksen-Weimar en van andere lieden van aenzien, die zich in de kerk bevonden, dien arbeyd, en liet deze kunststukken, alsmede den predikstoel, het altaer en de heyligdommen, over aen het lot, het welk dezelven ongetwyfeld zou zyn voorbehouden geweest, byaldien het gewelf der kerk ingestort ware, maer dit, als door een wonderwerk niet voorgevallen zynde, zoo hebben die Voorwerpen geene schade van eenig aenbelang geleden. ‘Ten acht ure des avonds was er geene schaduw van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gevaer meer, maer de nu en dan nog bespeurd wordende rook, welke de aenwezigheyd van vuer bewees, maekte den dienst der brandspuyten nog steeds noodzakelyk. Ten elf uer geleek de kerk van binnen eene met storm veroverde en uytgeplunderde plaets, zy werd op eene pittoreske wyze, door lanternen en lampen verlicht. Het schip der kerk was vol water en de hier en daer nog staende en verlaten brandspuyten en andere werktuygen geleken naer gebroken en verspreyde kanonnen na eenen veldslag. In de groote koor bivouakkeerden de militairen, die aen het blusschen van den brand behulpzaem geweest waren, en gebruykten de ververschingen, welke de regering hun deed uytreyken. Het vermoeyde werkvolk lag hier en daer in de banken en gestoelten te slapen. De grootste orde heerschte overigens in de kerk, terwyl eenige pompiers met lanternen, op de verbrande stukken van het dak, de ronde deden.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(I5 September.)In het dagblad van Rouanen, leest men het volgende artikel:
‘De dag van den 15den september 1822 zal ongelukkiglyk in de geschiedenissen dezer stad zeer vermaerd zyn. Heden ochtend kwart over vyf ure, is te midden van een weynig beteekend onweder, hetwelk boven de stad losberstte, de bliksem in den grooten toren der hoofdkerk geslagen. ‘In een oogenblik vatte het timmerwerk van binnen vuer en de vlam breydde zich met eene zoodanige snelheyd uyt, dat, binnen een kwartier-urs, de geheele toren, tot aen den top toe, in vollen brand stond. Het door deze gebeurtenis verspreyd alarm deed de geheele bevolking in den omtrek der kerk zamenvloeyen; maer hier kon geene menschelyke hulp baten, en omstreeks zeven ure stortte de spits van den toren reeds naer beneden. ‘Van toen af vermeerderde de brand in den toren aenmerkelyk en op het oogenblik dat wy dezen schryven, blyft van deze groote pyramide slechts de steenen over. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het puyn van den toren is voor een gedeelte door de bovenste gewelven der kerk gestort, en de verschrikte Verbeelding, het groot aental gebouwen beschouwende, die rondom en aen de kerk staen, kan het eynde van deze vreesselyke ramp niet bevatten. ‘De moeyelykheyd, om, te midden van een dergelyk tooneel van verwoesting, berigten in te winnen, dwingt ons, om de byzonderheden van het ongeval tot een' volgende uyttestellen. Wy zullen er ons by bepalen, te zeggen, dat de grootste werkzaemheyd onder de burgers, de pompiers en soldaten der bezetting heerscht, ten eynde de gevolgen van den ramp zoo min vreesselyk als mogelyk is, te maken.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(21 September.)Wy vernamen uyt Amsterdam dat den 18den derzelve maend de groote lutersche kerk aldaer ook was afgebrand.
De brand was, 's middags omstreeks half twee ure, zoo men meende op den werkzolder, alwaer de lootgieters hadden gewerkt, ontstaen, en werd welhaest zoo hevig, dat het kerkgebouw, na verloop van ruym een half uer, in volle vlam stond, en de koperen bladen waermede het dak gedekt was, door de lucht vlogen, en wel zoodanig, dat een vaertuyg, met vlas geladen, in den cingel, by het dordsche veer liggende, daer door aengestoken werd. Verscheyde huyzen en magazynen daeraen palende zyn voor het grootste gedeelte, de prooy der vlammen geworden. De schade was onberekenbaer.
Nota. Ter gelegenheyd der menigvuldige onheylen onlangs door brand veroorzaekt, voornamelyk aen kerkgebouwen, las men in den Journal de Gand (28 september) onder anderen de volgende aenmerkingen: ‘..... Ik weet niet hoe het mogelyk is, dat men zich laet vervoeren door eene soort van verrukking by het aenschouwen van diergelyke houte, scherpe, reusachtige | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
torens, welke hoog in de lucht verheven, en wel is waer, gedurende eenige eeuwen de stormen en het electrieke vuer trotzeren, maer toch, in een' oogenblik tot asch kunnen worden verteerd. ‘Men haelt als iets bewonderens-weerdig aen, dat er in de torenspits der kerk van Rouanen onlangs verbrand, dry duyzend, vier honderd, zes en 't zeventig balken verbruykt zyn. Men ziet dat ik geen ongelyk gehad heb, aen deze timmerwerken den naem van bosschen te geven; maer ware het niet beter geweest, dit dak in steen te bouwen en daeraen eene sierlyke vorm, door den goeden smaek erkend, te geven, en de klokken aen een' yzeren timmer te hangen, dan zoo overmatige groote sommen opteofferen, om het onheyl waervan de stad Rouanen ooggetuyge komt te zyn, voor te bereyden? De opbouwing van een timmer in yzer is niet moeyelyker dan de zamenstelling der prachtige bruggen die men te Londen bewondert: De schoone timmer der Halle-aux-Bléds, te Parys, is daervan ook een bewys. ‘Ik heb altoos (vervolgt de heer K.....n, schryver van het artikel) deze houte werken, voor kerken en groote gebouwen als eene ellendige ingeving beschouwd; Indien er monumenten zyn, welke alle menschelyke voorzigt inroepen, het zyn voorzeker de kerken, die als by voorbeeld, degene van Ste Baefs, niet alleen de meesterstukken der kunst bevatten, waervan het verlies onherstelbaer zou zyn, maer daerenboven de overblyfselen welke de eerbied der geloovigen voor een' gewoonlyken brand zou dienen te beschudden. Voorzeker zou het oorbaerder zyn, drymael zoo groot eene bekostiging te doen en niet alleen het geheele bewerp eener kerk in steen te bouwen, maer daerenboven de gewelven zoodanig 't zaem te stellen dat er volstrekt geene houte timmer noodig zy. De heydenen wisten beter dan wy de duerzaemheyd hunner tempels te verzekeren: dikwils plaetsten zy dezelve tot in de ingewanden der aerde: Ik heb in verscheyde deelen der wereld gezien, te Roomen zelfs, heydensche tempelen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op eene verwonderlyke wyze na eene lange reeks van eeuwen bewaerd. Hedendaegs zelfs dat zy aen den katholyken godsdienst zyn toegewyd, verduysteren zy nog den glans der nieuwe kerken door hunne echtheyd, door hunne schoone en sierlyke gelykmatigheyd. ‘Zouden de menigvuldige rampen waermede onze nieuwsbladeren steeds vervuld zyn, de menschen eyndelyk niet voorzigtiger maken? enz.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(22 September.)Men las in een fransch dagblad (le Courier français) het volgende: ‘De meyer van Dôle heeft den 5 september aldaer het Volgende besluyt doen afkondigen: ‘In aendacht genomen, dat het van onheugelyke tyden in gebruyk is geweest, alle jaren eene keers en eene kroon opteofferen ter eere der geboorte der heylige Maegd, patroonersse dezer stad, en dat deze offerhande tot den dag van heden altoos is gedaen geweest door jufvrouwen dezer parochie, en aenmerkende dat volgens het verklaers, aen ons van wege den heere onderpastor gedaen, er zich ten dezen eynde, dit jaer, geene ééne jufvrouw had aengeboden, om deze aloude godsdienstige plegtigheyd te blyven onderhouden, en niet willende door eene zoo onteerende opschorssing, de godvruchtige ingezetenen Van Dôle bedroeven.’ ‘De Meyer, na ingenomen advys van deszelfs twee adjoincten, Besluyt: Dat de stad zich van de jaerlyksche offerhande, 't haren koste, zal kwyten, en dit met de betamelykheyd en eenvoudigheyd, welke de katholyke godsdienst vereyscht. Gelyk ook, met de spaerzaemheyd door de administratie van stads-inkoomsten voorgeschreven. Geteekend. Dussellet, meyer, Pelissard en Gerault, adjoincten.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(6 October.)De koning van Sardinien heeft eene ordonnantie van hervorming uytgegeven, waerby het opzigt der hooge scholen, aen den geestelyken stand alleen, wordt toevertrouwd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(13 October.)Men schreef uyt Weenen, dat de schitterende jagt, door Z.H. den prins Nicolaus d'Esterhazy in deszelfs uytgebreyde eygendommen, gegeven, aldaer veel gerucht maekte, en dat men zonder vergrooting kon zeggen, dat het moeyelyk zal zyn om in vreemde landen, zich daervan een opregt denkbeeld te vormen. Meer dan 8000 boeren hebben gedurende 15 dagen bezig geweest om het wild op de aengewezen plaetsen zaem te jagen. Er zyn geschoten 1800 hazen en vossen en meer dan 600 herten; de jagt heeft vier dagen geduerd. Het getal der genodigden beliep tot 400 personen, waer onder 160 van den hoogsten rang. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(17 October.)De gazette van Gent gaf ons het volgende, ten bewyze dat de feesten ten platten lande, voor die der steden en primaire parochien, (soort van parochien alsnog weynig gekend,) niet wyken moeten. Doel den 3 october. ‘Ter gelegendheyd der installatie van den eerw. heer Constantinus de Backer, benoemd door de zeer eerw. heeren vicarissen-generael van het openstaende bisdom van Gend tot herder der succursale kerke van den Doel, heeft alhier gisteren, tweeden october, een feest plaetse gehad, het welk in luyster en pragt geenzins moet wyken aen diergelyke feesten, die in zommige gelegendheden, binnen deze provintie, in steden en primaire parochien, hebben plaetse gehad. ‘Den nieuwen herder is geleyd van het pastoreel huys nae de kerke langs de voornaemste straeten van het dorp, verzeld door den eerw. heer deken van het district van Hulst, en van menigvuldige andere, zoo geestelyke als weireldlyke heeren, voorgegaen door de heeren burge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meester en schepenen, raed municipael, leden van d'administratie der fabrique van de kerke, bureau van weldadigheyd, ridderlyk gilde van den H. Sebastianus en van de zeer gepriviligiëerde confrerie van den H. Cornelius, midsgaders door d'adminisratenrs der respective polders ressorterende onder het gemeynte den Doel, alle in eene eerbiedige en welgeschikte order, voorgereden door menigvuldige prael-wagens, verbeeldende de twaelf ambachten ofte hand-bedryven, alle hunnen stiel ofte handbedryf uytoeffenende op eene alderschoonste en behendigste wyze, ider met zyn devies ofte zin-spreuke ter gedachtenisse der twaelf apostelen (die ook handwerkers waeren).’ ‘Geheel het dorp was schoon verciert en omzet met reyen groente, waer tusschen geplaetst waeren negen arcades, ter gedachtenisse van de negen chooren der engelen, (als de geleyders der dienaers van Gods autaeren) alle zeer schoon gedecoreert en omhangen met chronica en zin-spreuken, betrekkelyk tot het feest.’ ‘Naer dat de plechtigheyd der instellatie in de kerke verricht was, die des te merkweirdiger is geweest door het uytmuntende en zielroerende sermoen, uytgesproken door den eerw. heer deken, is den nieuwen herder, geplaetst in eene opene calèche, voordgetrokken door de inwoonders, zyne schaepen, wederom vergeleyd langs den zelven weg nae het pastoreel huys, voorgegaen door de zelve heeren en den zelven stoet.’ ‘Des avonds waeren de arcades en alle de Voorgevels der huyzen op het alderprachtigste verlicht, en een menigte van vuerwerken, zeer wel geplaetst en uytgewerkt door de beste artifice-meesters, heeft grooten luyster aen dit feest toegebragt, waer mede het zelve in de alderbeste order is geëyndigd.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het welk men 15 à 20 scheuten achter elkander doen kan. De ladingen worden er de eene na de andere op gedaen, en tusschen elke losbranding worden slechts twee seconden tyds gevorderd. Deze uytvinding kan even aen jagtgeweren als aen karabynen en pistolen toegepast worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(11 November.)Z. Exc. de minister van publiek onderwys, nationale nyverheyd en der kolonien komt van den heere gouverneur der provincie van Namen te authoriseren tot het doen betalen door de municipale administratien, eene premie ter vernieling der muyzen, welke premie is bepaeld op 25 cents het honderdtal muyzen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(15 November.)Men schreef uyt Londen: Gisteren heeft alhier het zonderlingste en tevens aenstootelykste debat vóór een onzer vrede-geregten, plaets gehad: Een oude kleerkooper zyne vrouw gevaerlyk ziek ziende, verhaestte zich het ligchaem derzelve by voorraed, te verkoopen aen studenten in de geneeskunde. De vrouw sterft, de man loopt hen aenzeggen dat zy hun goed mogen komen halen. By het aenschouwen van het lyk, worden zy gewaer dat hetzelve was aengedaen door een' aenkomenden kanker, en weygeren hunnen koop te houden. De oude kleerkooper eyscht zyn geld, de studenten willen niet betalen. De menigte schaert zich rondom hun; men komt eyndelyk overeen het geschil door den vrederegter te laten beslissen. De oude kleerkooper verscheen voor het vredegeregt zoodanig mishandeld en overdekt van modder, dat hy haest onkenbaer was. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
minister van Engeland, by dit hof, te brengen, in hoop, van de belooning van 20,000 ponden sterling (500,000 francs) door de koninklyke maetschappy te Londen aengeboden, voor den uytvinder der horizontale wending der lucht-ballen, te bekomen. Hy belooft indien hy van genoegzamen voorraed is voorzien, gedurende eenige maenden tusschen hemel en aerde te blyven hangen, zon. der eens omleeg te komen, en staet er voor in, dat er geen het minste gevaer in deze lucht-reys is. Hy noemt zyne gondole Aerodrom, welke echter voor de eerste mael niet meer dan twintig personen aen boord zal nemen. De onkosten der uytrusting beloopen tot 100,000 francs.
(Dit bewyst dat men in onze eeuw, nergens moet aen wanhopen, daer men eyndelyk alles ziet perfectionneren, zoo als ons publiek, uyt verscheyde artikelen hier voren in deze chronyk geregistreerd, zal hebben kunnen opmerken, en brengt ons te binnen het woord van den vermaerden Franklin, aenwien men, ter gelegenheyd van het opgaen der eerste Montgolfière te Parys, zyn gevoelen vroeg: ‘'t is’ antwoordde hy ‘een kind, dat nog maer zoo eerst geboren wordt.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(18 November.)Een onzer dagbladen gaf de volgende beschryving van een nieuw slag van gevaer, waeraen het leven eener menigte belangwekkende wezens is blootgesteld: Over eenige dagen blies de wind zeer hevig in de omstreeken van Marseille, alle de wind-molens waren in volle beweging, één eenige by St. Just lag stil, en zyne vier wieken (zeylen) wachtten de terugkomst van hunnen meester om van den wind gebruyk te maken. In dit oogenblik komt er eene vrouw met een' zak koorn aen zy vindt de deur gesloten, bindt haren ezel vast aen een der wieken en gaet in een der naburige huyzen. Intusschen was de molenaer op zynen molen gekomen en had denzelven aen den gang gebragt. De goede vrouw dit ziende kwam met haest geloopen; maer reeds had het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
arme dier, een' half douzyn geforceerde kabrioolen in de ruyme lucht, gemaekt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(19 November.)Men schreef uyt Londen dat de maeltyd ter gelegenheyd der installatie van den lord Maire gegeven, was voor 1300 couverts gereed gemaekt. Men kon zich door de volgende opgave, een denkbeeld maken, met hoe veel overvloed dit gastmael aengerigt was. Op hetzelve zyn voorgediend 8,000 ponden schildpaddensoup, in 200 terrinen opgedist, 300 schotels met wildbraed, 84 met gevogelte, 30 gebraedde pauwen, 80 kalkoenen, 58 hazen, 48 hespen, 60 tongen, 64 pastyen, 48 groote schotels met gebak, 100 ananassen, 300 ponden druyven en een groot aental schotels met room, peren, appelen, olyven, biscuit, gedroogde en ingelegde vruchten en wynen van alle soorten in den grootsten overvloed. Er waren 12,000 messen en vorken en 6,000 tafelborden (tellooren volgens Des Roches) voor den dienst der tafel bestemd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men heeft de schoonheyd en eenvoudigheyd van het nieuw gebouw bewonderd, hetwelk, door middel der ruyme bydragen, die door Z.M. den koning aen de parochie te koste gelegd zyn, weder herbouwd is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(6 December.)De laetste tydingen uyt Batavia gaen tot den 3 augusti. Zy behelzen een verslag der omreys van inspectering van den gouverneur-generael vergezeld van mevrouw zyne gemalin. Den 1 augusti begaf Z. Exc. zich naer Palimanang alwaer dezelve de redout en de bezetting inspecteerde; zy aenveerdde daerna ten gehoore de ex-Sultans van Cheribon, Suppo en Anom, die vervolgens by Z. Exc. ten gastmale werden genoodigd. De herstelling van den vrede en de bloeyende toestand van den landbouw, in een zoo uytgestrekt land, onlangs door de rampen des oorlogs verwoest, getuygen van de wysheyd der administratie van Z. Exc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(7 December.)Volgens eene opgave, omtrent den staet der bevolking van de provintie Oost-Vlaenderen, zyn er, gedurende den jare 1821 geboren: in de steden, 2774 jongens, 2537 meysjes; op het land 8599 jongens en 8176 meysjes; Total der geboorten 22,076. Overleden: In de steden, 2021 van het mannelyke en 2116 van het vrouwelyke geslacht; op het land 5491 van het mannelyke, en 5461 van het vrouwelyke geslacht. Total der overledenen 15,139. Het getal der gebornen overtreft alzoo dat der overledenen met 6937. Het getal der huwelyken in de steden heeft beloopen 1261, op het land 3527. Total der huwelyken 4788. Er heeft slechts eene echtscheyding plaets gehad.
Eynde der Chronyk. |
|