De Gemeenschap. Jaargang 17(1941)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 380] [p. 380] Halbo C. Kool In memoriam J.F. ‘Vaarwel, het water roept voor de derde keer.’ Helder van licht zie ik hem binnenstroomen als water, achter zich de groote droomen, de schepen die verbrandden. geen dood in zijn gezicht, geen dood in 't steile haar dat kroest en kruift tegen den hemel. hij kauwt, hij spreekt, hij is hier thuis; ik zie den tempel, en ik voel het kruis - waaraan dit leven breekt, wéér breekt - onder zijn handen opstandig naar den fellen hemel streven. hij druipt van 't verste licht, het eeuwig water ruischt in hem die binnenstroomt, zijn stem; ik luister naar den golfslag en het requiem dat in die strooming huist. de wereld vouwt zich dicht, zij kromt zich voor den sprong, voor het ontzettende gericht, waar hij van zong. Vorige Volgende