De Gemeenschap. Jaargang 17(1941)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 351] [p. 351] Anton van Duinkerken Sinte Birgitta's boodschap In 1347 zond Sinte Birgitta van Zweden den prior Peter Olofsson en Bisschop Hemming met een vredeboodschap naar de vorsten van de christenheid; zij keerden onverrichter zake weer. Birgitta lacht den hemel door Haar smartlach der Alvastra-cel, Waar haar de Bruidegom verkoor Tot deelgenoote van 't verdriet Der wereld, die in 't wreede spel Van oorlog God verliet. Weer zendt zij Peter den prelaat Met bisschop Hemming, haar gezant, Onder het krijgsvolk uit. Zij laat Hun boodschap zeer eenvoudig zijn: Uw vijandschap van land tot land Is mijn Liefs hartepijn. Hun boot, bedreigd op elke zee, Hun woord, aan ieder hof versmaad, Voert enkel haar vertrouwen mee, Dat niemand vruchtbaar mediteert Hoe Jezus liefhad, of zijn haat Wordt naar hemzelf gekeerd. Zij meent, dat lans en doornenkroon, Dat nagels, dobbelsteene'en kruis Met de kolom, waaraan de Zoon Van God gegeeseld werd, genoeg Berichten uit haar bedekluis Wat haar de liefde vroeg. [pagina 352] [p. 352] Birgitta waakt, Birgitta schreit, Birgitta boet het wereldleed, Maar was er ooit op aarde tijd Voor 't overdenken van de smart, Waarvan alleen de liefde weet? Haar lot blijft eeuwig hard. De boden keeren telkens weer En telkens heeft de haan gekraaid, De vorst vecht altijd om zijn eer, De hertog om een edel ding, Doch in den zak van Judas graait Elk naar een zilverling. Birgitta bidt en vast en rouwt, Omdat zij nergens uitkomst ziet. Heeft zij dan vruchteloos vertrouwd En al haar hoop op God gezet? Men luistert naar haar boodschap niet En niet naar haar gebed. Tot op een blanken dageraad Een engel Gods met een bazuin In 't Westen, een in 't Oosten, staat. Hij blaast de horizonten stuk En wekt uit aarde's donker puin Wie weenden tot geluk. Dan gaat Birgitta voor ons uit, Dan volgen Peter Olofsson En Hemming achter Jesus' bruid En juichen in het zalig koor Het heil van wie de reis begon In Jesus' bloedig spoor. [pagina 353] [p. 353] Geen vrede, die de wereld geeft, Is vrede voor het hart in pijn, Want al wie op de wereld leeft En bitter worstelt om zijn lot Moet duizendmaal ontgoocheld zijn, Dan vindt hij éénmaal God. Birgitta lacht den hemel door Haar blijdschap der Alvastra-cel, Wijl haar de Bruidegom verkoor Tot deelgenoote van de deugd Der wijzen, wien 't verholen spel Van Gods geheim verheugt. Vorige Volgende