De Gemeenschap. Jaargang 17(1941)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 187] [p. 187] Vic. Reinders Boerendans Stallucht hangt in de kroeg; en, wijl ze dansen bij een asthmatische harmonica, glijdt spokig schaduwspel hun achterna en rekt of krimpt, waar d'olielampen glanzen. Al dansend zoent een jonge boer een meid en in zijn oogen laait het heet verlangen, zij laat zich willoos in zijn armen hangen, - ginds, aan den muur, wordt er een váál van nijd. Dan, als d'harmonica weer áán gaat trekken, breekt d'oude veete in woedend grommen los en met een slag, als velde hij een os, doet d'een den andere de beenen strekken. Al vloekend tiert men wentelend naar buiten: een bierglas giert door klettrend vensterglas, een hond gromt gorgelend met een diepe bas, maar zorgloos blijft een hooge merel fluiten. Dan neemt er een in snellen ren de beenen, een vuist steekt dreigend door 't kapotte glas; maar reeds rhythmeert d'harmonica den pas der voeten, dansend weer, al stampend op de steenen. Vorige Volgende