De Gemeenschap. Jaargang 17(1941)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] Freek van Leeuwen Palmzondag Nu nadert Hij - en in mijn stille handen Draag ik mijn ziel, stil voor mij uit, tot Hem. En heel mijn zijn treedt Hem ootmoedig tegen, (Ziet, hoe zij palmen strooien op Zijn wegen) Verloren in 't gewoel van 't groot Jeruzalem. Nu nadert Hij - hoe is 't mij bang te moede, Als 't volk zich om Zijn muildier samendromt. Hoort, hoe zij juichend met hun palmen wuiven: (En bloesems dwarrelen als vluchten witte duiven) Hosanna Hem, de Koning die ons komt! Nu nadert Hij - o, kon ik Hem bezweren! (Een schorre angst vergruist mijn kleine stem) En 'k voel mij willoos op hun deining drijven: Reeds gromt daar door die tuimeling van lijven Een roep, die dreigend luid wordt: Kruisigt Hem! (N. Witteveen) Vorige Volgende