De Gemeenschap. Jaargang 17(1941)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] Helene Nolthenius Euphèmein Het lied blijve ongezongen, Heer U waardig is zo'n zuiver rag van woorden, als ik nooit vermag te weven. Dwing mij nu niet meer dat ik opnieuw met rhythmen krijg voer, of in nauwe regels wring wat ver mijn hart te buiten ging. Vergeef mij, Heer, als ik nu zwijg: Soms is het rankste woord te grof, en wie iets van Uw schoonheid ziet, die spreekt of zingt of jubelt niet; de stilte is de hoogste lof. Vorige Volgende