De Gemeenschap. Jaargang 16(1940)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 561] [p. 561] Ate van Herbayum Vertaling van ‘Silentium Amoris’ van Oscar Wilde Zooals zoo vaak de al te helle zon De bleeke maan, onwillig om te gaan, Jaagt naar haar somb're grot, eer zij ook slechts Een enkel lied won van den nachtegaal, Zoo maakt Uw schoonheid mijne lippen stil, En al mijn zoetste zangen valsch van klank. Zooals des morgens over 't vlakke land De wind met toomelooze vleugels komt, En met zijn al te wilde kussen breekt het riet, Het eenigst instrument voor zijn gezang, Zoo heeft mijn al te hevig minnen mij ontdaan, En zoo maakt overmaat mijn liefde stom. Maar zeker toch toonden mijn oogen U Waarom ik zwijg, waarom mijn luit niet zingt; Anders was 't beter voor ons heen te gaan, Gij tot een mond, die zoeter wijzen weet, En ik vol peinzen over 't troostloos weten Van kussen nooit gekust, en zangen nooit gezongen. Vorige Volgende