De Gemeenschap. Jaargang 15(1939)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 558] [p. 558] [Gedichten van Edgar Twello] Edgar Twello Dode stad Hoorn in West-Friesland. Eertijds was dit geenszins een dode stad: van welvaart sprak de ratelende lier op menig schip. Steeds aanzwellend vertier omdrong hier allerhand' uitheemsen schat. Haar faam van Zuiderzee tot Trinidad, belangen tot Oostinje, scheepvaart schier op elken oceaan, deden haar fier bewind beseffen dat het macht bezat. Doch nu! Haar heerschappij taande. Zij stierf, en wie, tenzij die zijn gezicht bedierf, in oude en geleerde boeken, weet nog 't schoon verhaal van welslagen en roem? Van puin en bouwval erfde zij haar doem, te kwijnen tot men haar bestaan vergeet. [pagina 559] [p. 559] Edgar Twello Keizersgracht 't Aandachtig, oudheid minnend oog omdróómt met schoonheid alwat bleef uit den voorbijen tijd. - Woonde niet de bloem der burgerijen bezij de Keizersgracht? Hier, onbeschroomd, wandelden minnaars onder koel geboomt, hier joeg het lachen langs de gevelrijen, of liep verdoken onrust te betijen wat nieuwe geest door de oude wereld stroomt. Achter zo'n venster heeft een man misschien zijn voorgeslacht bepeinsd en 't in schoon dicht een tijd braverend monument gesticht, of zetelden eens Heren Zeventien op fijne kussens maar met streng gezicht of heeft een vrouw verlangend uitgezien. Vorige Volgende