De Gemeenschap. Jaargang 15(1939)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 367] [p. 367] Louis de Bourbon Akte van berouw Ik weet dat mijne zonden bloeien als roode rozen in mijn hart, die mij met wilden geur omvloeien, herinnering aan vreugd' en smart. In oost en west heb ik misdreven, heb vele vrouwen liefgehad, den beker aan den mond geheven, en nimmer moede en nimmer zat. Hoe zal ik al den lust vergeten van boezem en geheven schoot, van uren, maatloos toegemeten, als nacht mijn teedren tuin omsloot. Van vrienden en hun wilde zingen als ons eenzelfde droom beving, vermenglend met herinneringen den wijn, der wijnen tinteling. Wat rest mij van dit lieve leven, welks weg ik hunkerend beging, hoe schamel is mijn deel gebleven, 't is al met al: herinnering. En dan het donkere berouwen, de wroeging, die mijn lust bespot, den droeven blik der vele vrouwen, den wrangen droesem van 't genot. [pagina 368] [p. 368] O Christus, die om mij geleden, die gruwelijk gestorven zijt, aanhoor mijn poovere gebeden, verhoor een ziel, die eenzaam schreit. Ik weet, dat mijne zonden bloeien als rozen met haar schaduw zwart, Gij enkel kunt dit onkruid roeien, want U behoort dit schamel hart. Vorige Volgende