De Gemeenschap. Jaargang 14(1938)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 554] [p. 554] Maarten Vrolijk Resumé Voor de bruid Céceline en haren vader, César Kip. Zoete minne, zalige gedachtenis. Céceline zegt, dat zij altijd al zoo had willen rijden in de zon, als op Vrijdag rijke menschen, maar dat nijd haar toch nooit verweten worden kon. Want - zegt Céceline, en haar mond is wel oud en wijs, maar rood en quite kiss-proof - ieder moet tevreden zijn; dat vond vader zaâlger ook al. En een droef trillen van haar dunne onderlip toont mij hoe zij zeer wordt aangedaan bij het denken aan den ouden César Kip, die al vijftig jaar voor ons heeft afgedaan. Zoo is Céceline: oud en grijs, eerbiedwaardig, maar zij praat nog graag. Ieder voorjaar brengt haar van de wijs want de eerste koesche grasmelk schaadt haar maag. En als Céceline 's avonds zit in de lenteschemering te kijken naar 't goede leven buiten, over 't wit tafellaken, in de rust van met het eten klaar te zijn - dan voelt Céceline hoe alleen of een mensch alleenig toch maar is. Want de knusse dingen om haar heen zwijgen tragischer van licht tot duisternis. [pagina 555] [p. 555] Dan hinkt Céceline naar het glas van den spiegel, waar zij zich beziet - en zij mijmert, hoe het vroeger was en zij denkt aan mij ... in stil verdriet. En zij haalt voorzichtig, met een kleur van de spanning, uit haar linnenkast een klein doosje met een zwoele geur, waar een heele beauty-shop in past. En het duurt een uur - dan komt zij terug opgemaakt en wel, een grande dame in een sleeptoilet met weinig rug en kersroode lippen fluisteren mijn naam. Dit heeft Céceline mij gezegd nu ik haar vanavond heb verrast. Heel haar ziel heeft zij mij bloot gelegd met een hartstocht, die haar niet meer past. Nu ziet zij mij minnekoozend aan omdat alles gòed geworden is. Ach - een oud man, die alleen moet staan, vraagt zich tóch te dikwijls af wat béter is ... Dus heeft Céceline, zonder weet, veel verdriet mijn zenuwen gespaard. Lief verliefd prijs ik haar gala-kleed en de vieux Bordeaux, die Pa nog had bewaard voor zijn zil'vren bruiloft, die niet door is gegaan, omdat hij overleed - dies is hij très vieux - en boordevol schenkt Céline mijn glas, dat roemer heet. [pagina 556] [p. 556] Zoo werd alles goed; na dezen zal nog aan kerk en wet worden voldaan. En - dit wenscht mijn Céceline vooral - 't trouwen moet op Vrijdag, met véél paarden gaan. En dán zegt zij mij hoe zij altijd wel zoo had willen rijden in de zon als vroeger de rijke menschen, maar dat nijd haar toch nooit verweten worden kon. Want, zegt Céceline, - en haar mond is wel oud en wijs, maar rood en quite kiss-proof - ieder moet tevreden zijn; dat vond - malle jongen - één zoen is genoeg ... Vorige Volgende