De Gemeenschap. Jaargang 14



[pagina 349]
A.J.D. van Oosten Rad van welvaart Bij gelegenheid van een actie voor ‘Meer Werk’ draaide op den Coolsingel te Rotterdam, als symbool der uitredding, een groot houten rad. Tusschen 't oud ziekenhuis en een gesticht heeft Rotterdam een rad-van-welvaart opgericht, die groote stad, in strijd op dood en leven, wenscht met dit wentelend wiel haar zorgen heengedreven: het is aldaar een grootsch en schoon gezicht... Zwaarwichtig draait het rond en zeer bedaard, als vastgeklonken aan den tragen gang van de aard'; waarom, o havenstad, cirkelt hier zóó benepen dit zinnebeeld der kracht van uw treinen en schepen? Uw rad-van-welvaart is niet wel-van-vaart! Hier past een glinsterend vliegwiel, dat met macht, gigantisch wervelend, dreunend ronddraait dag en nacht; des daags een bliksem - in den nacht een baken, een hooggeheven vuur boven uw baai van daken, voor 't varend volk een sein, waarop het wacht! Nog remt zijn vaart de ál te zware druk van 't onheil, dat de menschheid sloeg in 't haatlijkst juk en gunt geen vrije vlucht - zoolang nog egoïsten het volk zijn recht op levensvreugd betwisten ... Waar zij nog heerschen, kiemt geen nieuw geluk. Die bonden u aan 't rad van eigenbaat: verbreek hun valschen opzet! Slaak de boei van 't kwaad, die ze over volk en stad en stroom hebben geslagen! Laat langer niet uw grooten dag vertragen, reeds glanst zijn licht - begroet uw dageraad!