De Gemeenschap. Jaargang 14(1938)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] Ed. Hoornik Mijn handen Aan de nagedachtenis van Fr. van Eeden Zij werden stompen, grauw, verbeten, door 't rustelooze, dat hen joeg, en in de toppen aangevreten, toen van uw woord de smaad mij sloeg. Hij, die ik was, die 'k wilde wezen: mijn handen, gij herkent ze niet?, de rechter, die naar 't kruishout rees en de linker, die het van zich stiet. En beiden nu: de uitgewoeden, waarom de doodsvlieg weldra zoemt, zal één hun angst en schande hoeden, hun laatst gebaar, dat niets verbloemt? (Lambert Simon) Vorige Volgende