De Gemeenschap. Jaargang 13(1937)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 620] [p. 620] Leo Boekraad Marialied op kerstmis I Hoort! hoe het ruischen van den Wind voor ons het Woord bewaarde en hoe de Moeder van het Kind ons aller nood bedaarde: Zooals een beek zich juichend stort langs rotsen, om het verre dal met vreugde te doordrenken, zoo kwam zij in een donkre stal ons Licht en Vreugde schenken. II De nacht kruipt, als het bloed, doorheen de diepste dalen van ons gemoed: om er het licht te halen dat sterven moet. III Maar wij zijn door Haar licht-gewaad beschermd en als het vreemde hart zich in de duisternis verwart, dan zijn Haar sluiers ons gelaat nabij, dan is de nieuwe smart een vreugde die naar binnen slaat. Vorige Volgende