De Gemeenschap. Jaargang 13(1937)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 472] [p. 472] Jan Engelman De druivelaar O weelde van de druivelaar, uw takken zijn gebroken. De druiven blauwen 't zwarte haar en d'oogscheel is geloken. Hoe kus ik heete lippen rood, om herfsten in te halen! Reeds neigt de rosse zon te groot, de horizon moet dalen. En tusschen sterren van den trans staat eeuwiglijk geschreven, dat roede, spijkers, spons en lans den Phenix laten leven. Vorige Volgende