De Gemeenschap. Jaargang 13(1937)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 312] [p. 312] Jan H. Eekhout Harmonica Zoo stil en zacht zijn je zwarte oogen, zoo groot en diep alsof ze 't heelal bevatten en God Die ze schiep. Geen sterft aan liefde of berouw, men sterft aan leven, den honger voorbij elke vrouw als gij eenzaam gebleven. Weinig heb ik - ik heb slechts een hart en dat hart weegt zwaar als de aarde en dat hart is zwart als de aarde - Heer, doodt het maar. Vannacht zag 'k mijn moeders handen en daarin wat kruimels grauw brood; Eet dit nog, zei haar stem, 't is het laatste wat mij rest van mijn hart, ik ga dood. Waarvan zingt de harmonica? Dat het waarste geluk ons ver is, verder dan alle zeeën meten, verder dan gindsche ster is. (Uit: HARMONICA, een reeks strofen in voorbereiding.) Vorige Volgende