De Gemeenschap. Jaargang 12(1936)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 659] [p. 659] H. Marsman Straatzanger te Amalfi De wilde liedren die ik zong in 't morgenlicht bij de fontein zijn weggedreven op den wind en zullen nu wel rozen zijn; rozen en liedren zonder tal te strooien in de morgenzon en bij de avondlijke bron in 't diamanten nachtprieel - o, jonge dichter, dat is al wat mij de stem bevolen heeft; de gloed der liefde en de wijn zijn tot den droesem toe doorleefd. o, vlaggen van het morgenlicht na 't lange vlijmen van de pijn en d'alsem die met bitterheid mijn mond verdorde en verwrong - o, snelle schepen van de zon, o, vreugde van de horizon, schenk mij een nieuw, verrukt refrein: het lijf wordt oud, maar 't hart weer jong. Vorige Volgende