De Gemeenschap. Jaargang 12

[p. 638]

Willem ten Berge
Kerstnacht

(Naar een oud Duitsch volksliedje).

Wat mag dit zijn?
De sterren zenden een steeds heller schijn.
Breekt de dag al aan?
Ik hoorde het middernacht pas slaan!
Drijft herders, drijft uw schaapjes bijeen!
Drijft herders uw schaapjes heen,
Ginds naar den stal,
Waar ik een wonder u wijzen zal.

Ik heb maar van verre gegluurd met één oog,
En mijn hart sprong reeds van vreugde omhoog:
En kindeke met kringelend haar
Ligt bij ezel en os in een kribbe daar,
Een schoon moederke knielt op stroo terzij,
Een vader staat er blijde bij,
En heel het stalletje zingt,
En heel het stalletje klinkt,
Men ziet er geen lichtje, zóózeer alles blinkt!

Het kindje rilt van het gure weer.
Ik dacht: wie heeft het verstooten, zóózeer,
Dat men heden zelfs niet
Het ergens een ander onderdak biedt?
Gaat daarom, herders, neemt een lam uit het gras
En maakt er het kindje blijde mee, ras!
Gaat op uw teenen, héél zacht,
Dat niet het kindje schrikt in den nacht!

[p. 639]

(Cuun v.d. Steene)