De Gemeenschap. Jaargang 12(1936)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 517] [p. 517] Bertus Aafjes Lied Nooit heb ik het gewis geweten maar immer heb ik het vermoed: tussen beleven en vergeten, tussen vreugde en tegenspoed vindt men het land, dat bloembeladen de rusteloze mens behaagt. Iedere bloem is zonder schade, ieder klein dier leeft onbelaagd. Daar: tussen het uitbundig zingen en tussen rusteloze klacht vindt men het land, waar de seringen mild geuren in de diepe nacht. Nooit heb ik het gewis geweten maar immer heb ik het vermoed, dat, aan de oevers van de Lethe, de vreugde weerkeert met de vloed. [pagina 518] [p. 518] Egbert Dekkers Vorige Volgende