De Gemeenschap. Jaargang 12(1936)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 516] [p. 516] Gerard den Brabander Dame met kind Eénmaal had zij de liefde niet weerstaan en zich, gestrekt, haar fluistring gansch gegeven: Bloeide de roos aan 't venster niet een leven? Lachte de nacht wel ooit een milder maan? Haar sluimring scheurde: ergens kreet een haan. Zij huiverde en zag de loovers beven. De maan viel kantlend over valer dreven. Zij zag hem donker aan het yenster staan. Nòg meent zij vaak, dat hem haar haten wondt, wanneer zij peinzend in den avondstond haar kindje baadt en 't zacht een do-do neuriet; maar weent, want vindt, van die haar stom ter deur stiet en henengaan en eenzaam en verscheurd liet, den glimlach, sluimrende op een kindermond. October 1936 Vorige Volgende