De Gemeenschap. Jaargang 12(1936)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 299] [p. 299] Jan Vercammen Ballade van de wederkeer Twee broeders streden heel een oorlog samen, en zijn gescheiden als zij huiswaarts kwamen. Want de eerste was reeds van zijn ros gevallen, als nog de tweede verder draafde langs de wallen. Zo is dan de eerste nog maar pas gestorven, als reeds de dood zijn broer heeft aangeworven. Zijn moeder heeft die tweede op weg ontmoet, in een bebloemde weide heeft zij hem gegroet. Hij zocht er kruiden voor de vele wonden waarmee hij door den oorlog was naar huis gezonden. - Mijn kind, mijn arme kind, waar komt ge toch vandaan, dat ik u hier zo beeldebleek en wankelend zie staan? - O moeder, o mijn lieve moeder, zegt hij dan, 't was oorlog in het land, en zie, ik kom er van. Als men in zijner majesteits skadronen staat, dan hoopt men niet, dat men eens weder huistoe gaat. Ik hoopte niet, en toch, ge ziet mij wederkeren, maar om te sterven is 't - ze noemen dat met ere. Wees dus zo goed, en wil het zachte bed bereiden, waarheen ge vroeger ook uw kleine jongen leidde; en spreid de goede dekens, leg de kussens van weleer voor deze grote jongen, die er sterven komt met eer; [pagina 300] [p. 300] en kies de schoonste lakens uit uw linnenlade, ge vindt ze na mijn dood nog net en zonder schade. Mijn ros en ik, we kregen, zij het min of meer, een zes en twintig steken mee van zwaard en speer. Dat zijn er zes voor 't arme dier, ik meen, en wat er overblijft is voor uw zoon alleen. Ge ziet, hoe, nog te been, het ros te sterven staat; geloof dus niet, dat het zijn ridder beter gaat. Laat in zijn stal op maat een graf hem graven; want ginder is er aas genoeg voor alle raven. Ik heb voor mij de stille hoek verkozen, waar ik als kindje zocht de witte wilde rozen. Ik keerde er later met mijn mooie lief weerom, wij speelden bruiloft, en ik was haar bruidegom. Ziehier mijn zwaard, plant gij het op mijn graf: het ruste nu met mij, zoals mijn vader 't gaf. En allen, die voorbijgaan, zullen overleggen, een kruis slaan, en tot ieders lering zeggen: Een moeder waren eens twee kinderen geboren, zij heeft ze samen op het oorlogsveld verloren. Vorige Volgende