De Gemeenschap. Jaargang 12(1936)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 149] [p. 149] Paul Vlemminx Oud-Oeteldonk Het voorjaar is in 't land en laat de vogels zingen. De winter is te nacht naar de noordpool gegaan. Het ijs smelt in het ven; de sneeuw is naar de maan. De zon herwint haar warmt, dat de knoppen gaan springen. Wie springt er niet vandaag? Wie kan zijn lijf bedwingen op 't jaarliks karnaval? want het vlees blijft bestaan, na de rotting in 't graf niet langer onderdaan, om heerlik met de ziel den Mensenzoon t'omringen. Viert feest vandaag, o mens, met enen ommegang, met wagenschepen op de dobbring van de keien: Amor met pijl en boog, vrouw Eva met de slang, den hoorn van overvloed, de vis der maagre tijen. De Bossche Maagd, verheugd door der kikvorsen zang, zal den Dood-met-zijn-zeis met Bossche koek kastijen. (Vignet Charles Eyck) Vorige Volgende