De Gemeenschap. Jaargang 11

[p. 819]

Koos van Doorne
Begin van December

Reeds denkt Maria aan den tocht naar Bethlehem,
de winter heeft opnieuw zijn ketenen verbroken,
reeds is de Ster boven een ver land ontloken,
en reizen drie koningen naar Jeruzalem.

Hoort hoe een ruwe wind tiert om den zwarten toren,
lichtletters gloeien giftig aan hun wand van steen,
de eerste sneeuw stuift schuw over de wereld heen,
in 't westen gaat de dag roemloos en snel verloren.

Nu dwalen kinderen langs helle winkelruiten
en zien het speelgoed dat geen vader voor hen koopt:
meccano's en een trein die door een tunnel loopt,
poppen, en blinkende padvindersfluiten.

Nog korten tijd, dan zullen wij het feest weer vieren
van 't Goddelijk Kind, dat woonde in Maria's schoot,
dat ons een hemel schonk in ruil voor pijn en dood,
en ons, die slaven zijn, wilde met kronen sieren.

Wij werden van eeuwig leed ontheven door een Kind,
maar hebben aan kinderen hun klein geluk onthouden,
opdat wij, wat wij roofden, niet verliezen zouden.
O Christus, hóé zeer moet GIJ ons hebben bemind.