De Gemeenschap. Jaargang 11(1935)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 810] [p. 810] Jan Engelman Tijdzang De woorden gaan, de vuisten slaan: zij vechten om de aarde. Geen steen blijft op den andren staan, geen mensch aanvaardt zijn waarde. Maar tusschen sterren is het stil van ingehouden woorden, de ziel ruischt zachter dan geril van riet aan waterboorden. En uitgelezen is de schijn en zonder rimpelingen van een gelaat dat over pijn zijn smalle mond liet zingen. Er viel een dauw van 't hemelgras, de os en ezel bogen toen er een Kind geboren was dat alles zou gedoogen. Dit bleef bestendig voor 't gezicht van wie maar ééns mocht schouwen en met Zijn licht de gaten dicht van leed en van berouwen - terwijl die warrel-wereld bloedt uit wonden zelf-geslagen en alle bitter, alle zoet, Zijn heilgen naam moet dragen. [pagina 811] [p. 811] Judy v. Kessenich Vorige Volgende