De Gemeenschap. Jaargang 11(1935)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 671] [p. 671] Louis de Bourbon Romance Voor W.v.T. Nog kan men droomen in den tuin van een kasteel, de nachtwind legt zijn koelte om de vermoeide geuren van late meidoorn; uit de openstaande deuren van het terras kan het wonder weer gebeuren: zij dalen af en loopen zwijgend naar 't prieel. Hij neemt haar handen en blijft even staan en buigt het hoofd, om zacht tot haar te spreken en uit het huis vloeit in den nacht het weeke, vermoeide zingen van een clavecyn, dan, breken door wolken heen de stralen van de maan. Er liggen eeuwen tusschen toen en thans maar toen ik jou zag in dien tuin staan droomen in 't licht der maan en onder oude boomen toen heeft dat lied zijn macht hernomen van springfonteinen en jardins galants. Waarom ook niet? Zoolang dit blijft bestaan, schoonheid en jeugd en lente's wederkeeren en mannen, die jij niet kunt weren die zijn als hij: Henri de Lagardère, zoolang blijf ik dit lied verstaan. Vorige Volgende